Besluit van 22 augustus 2001, houdende wijziging van het Scheepvaartreglement territoriale zee in verband met uitbreiding van de coördinerende bevoegdheid van de Directeur Kustwacht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 12 juni 2001, nr. DGG/J-01/003847, Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Stafafdeling Wetgeving, bestuurlijke en juridische zaken;

Gelet op artikel 4, eerste lid, onderdeel a, en artikel 18 van de Scheepvaartverkeerswet;

De Raad van State gehoord (advies van 5 juli 2001, nr. W09.01.0275/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 16 augustus 2001, nr. DGG/J-01/004666, Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Stafafdeling Wetgeving, bestuurlijke en juridische zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Scheepvaartreglement territoriale zee1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift en de tekst van artikel 7 komen te luiden:

Bijzonder transport en werkzaamheden

Artikel 7
  • 1. Een bijzonder transport dan wel een schip door middel waarvan werkzaamheden worden verricht, vaart niet dan met toestemming van de bevoegde autoriteit.

  • 2. In afwijking van het eerste lid vaart een bijzonder transport dan wel een schip door middel waarvan werkzaamheden worden verricht, dat zich zowel in een aanloopgebied als in de territoriale zee begeeft, niet dan met toestemming van de bevoegde autoriteit voor de territoriale zee, behoudens de aanloopgebieden.

  • 3. Het verlenen of onthouden van toestemming als bedoeld in het tweede lid geschiedt in overeenstemming met de bevoegde autoriteit van het aanloopgebied waarin het bijzonder transport dan wel het schip door middel waarvan de werkzaamheden worden verricht vaart.

B

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. In afwijking van het tweede lid geschiedt een in het eerste lid bedoelde activiteit, die zowel in een aanloopgebied als in de territoriale zee plaatsvindt, niet dan met toestemming van de bevoegde autoriteit voor de territoriale zee, behoudens de aanloopgebieden.

2. In het vierde lid wordt «in overleg» vervangen door: in overeenstemming.

C

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b komt te luiden:

b. het aanloopgebied Brandaris, gevormd door:

het zeegat van Terschelling vanaf de ton W. Drawa, de lichtboei SM, de lichtboei TG, de lichtboei Stolzenfels en het punt op de noordkust van Terschelling met de geografische coördinaten 53°23'.38 NB, 05°11'.38 OL;

2. Onderdeel c komt te luiden:

c. het aanloopgebied Den Helder, gevormd door:

het zeegebied vanaf lichtopstand «grote Kaap» (52°52'.9 NB, 04°42'.9 OL), lichtboei SG, lichtboei ZH, lichtboei MR, lichtboei NH, lichtboei MG en paal 15 op Texel (53°03'.8 NB, 04°43'.4 OL).

Van dit gebied is dat gedeelte van de territoriale zee uitgezonderd, dat zich zeewaarts van de in artikel 1, eerste lid, bedoelde lijn bevindt en dat gemeentelijk is ingedeeld, behoudens in het zeegat dat is gelegen tussen de kop van de provincie Noord-Holland en de zuidpunt van het eiland Texel;

3. In onderdeel e wordt, onder verwijdering van de puntkomma na 04°15'.8 OL, toegevoegd:

en het gebied, begrensd door een lijn die loopt van de positie 52°10'.00 NB, 04°13'.2 OL, naar 52°11'.7 NB, 04°15'.5 OL, vandaar naar 52°13'.0 NB, 04°13'.5 OL, en vandaar naar 52°11'.85 NB, 04°11'.75 OL.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 22 augustus 2001

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Uitgegeven de vierde september 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit strekt uit overwegingen van scheepvaartveiligheid tot uitbreiding van de toestemmingsvereisten die gesteld worden aan het varen in de territoriale zee. Hiertoe wordt de coördinerende taak van de Directeur Kustwacht als bevoegde autoriteit voor de territoriale zee, behoudens de aanloopgebieden, uitgebreid. Deze omvat nu ook een bijzonder transport of evenement, zoals een schip dat een boorplatform moet verslepen of een zeilwedstrijd die zowel in een aanloopgebied als in de territoriale zee plaatsvindt. In de praktijk bleek het een gemis dat de Directeur Kustwacht alleen kon coördineren wanneer er door een schip meerdere aanloopgebieden werden doorkruist.

Nieuw is dat een schip door middel waarvan werkzaamheden worden verricht, op een lijn wordt gesteld met een bijzonder transport ten aanzien van de te volgen procedure inzake het verkrijgen van de vereiste toestemming. Te denken valt daarbij onder andere aan het leggen van buizen en kabels en het doen van seismische metingen. Het betreft steeds werkzaamheden waar de scheepvaart hinder van zou kunnen ondervinden.

Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in bijlage 1 de omschrijving van een aantal aanloopgebieden te wijzigen. Dit om operationele redenen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1, onderdeel A

Artikel 7 van het Scheepvaartreglement territoriale zee is uitgebreid zoals hierboven aangegeven om enerzijds ook een varend schip door middel waarvan werkzaamheden worden uitgevoerd te omvatten en anderzijds is voor een dergelijk schip en voor een bijzonder transport dat zich zowel in een aanloopgebied als in de territoriale zee begeeft nu tevens de toestemming van de Directeur Kustwacht vereist.

Onderdeel B, onder 1

De strekking van de wijziging in artikel 12, derde lid, is dezelfde als de tweede uitbreiding in artikel 7. In artikel 12 betreft het echter geen bijzondere transporten of een schip door middel waarvan werkzaamheden worden verricht, maar evenementen.

Onderdeel B, onder 2

Onderhavige vervanging strekt ertoe om artikel 12, vierde lid, overeenkomstig artikel 7, derde lid, te wijzigen.

Onderdeel C, onder 1 en 2

De in bijlage 1, onderdelen b en c, aangegeven aanloopgebieden zijn opnieuw omschreven in verband met gewijzigde boeiposities. Om een nog exactere weergave van aanloopgebieden te bereiken was het daarbij noodzakelijk om de aanduiding van de boeien aan te passen.

Onderdeel C, onder 3

In bijlage 1, onderdeel e, worden nieuwe coördinaten genoemd, waardoor het aanloopgebied «Scheveningen» is uitgebreid. Dit was om operationele redenen noodzakelijk.

Ingevolge artikel 52 van de Scheepvaartverkeerswet is het ontwerp van het besluit voorgepubliceerd in Stcrt. 2001, 70 en overgelegd aan beide Kamers der Staten-Generaal. Naar aanleiding hiervan is er door de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. een vraag gesteld over het toepassingsbereik van het begrip «een schip door middel waarvan werkzaamheden worden verricht». Dit heeft nog tot een nadere precisering van de toelichting geleid.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos


XNoot
1

Stb. 1996, 170.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven