Besluit van 23 juli 2001 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A, van het Besluit van 4 april 2000 (Stb. 155), houdende wijziging van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel, het Formatiebesluit WPO, het Formatiebesluit WEC en het Formatiebesluit W.V.O. onder meer in verband met het verbruik van rekeneenheden door de leraar in opleiding

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, van 16 juli 2001, nr. WJZ/2001/29195 (6098), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel V van het Besluit van 4 april 2000, houdende wijziging van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel, het Formatiebesluit WPO, het Formatiebesluit WEC en het Formatiebesluit W.V.O. onder meer in verband met het verbruik van formatierekeneenheden door de leraar in opleiding;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdeel A, van het Besluit van 4 april 2000, houdende wijziging van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel, het Formatiebesluit WPO, het Formatiebesluit WEC en het Formatiebesluit W.V.O. onder meer in verband met het verbruik van formatierekeneenheden door de leraar in opleiding (Stb. 155) treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Tavarnelle, 23 juli 2001

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

Uitgegeven de drieëntwintigste augustus 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven