Besluit van 23 juli 2001 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele onderdelen van het besluit van 21 mei 2001 (Stb. 261), houdende wijziging van het Mediabesluit in verband met de wet van 23 maart 2000, Stb. 138 (invoering van een vernieuwd concessiestelsel voor de landelijke publieke omroep) en de wet van 22 december 1999, Stb. 573 (afschaffing omroepbijdrage)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, dr. F. van der Ploeg, van 12 juli 2001, nr. MLB/JZ/2001/29.473;

Gelet op artikel III van het besluit van 21 mei 2001 (Stb. 261), houdende wijziging van het Mediabesluit in verband met de wet van 23 maart 2000, Stb. 138 (invoering van een vernieuwd concessiestelsel voor de landelijke publieke omroep) en de wet van 22 december 1999, Stb. 573 (afschaffing omroepbijdrage);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdelen C, D, N, R, S en T, van het besluit van 21 mei 2001 (Stb. 261), houdende wijziging van het Mediabesluit in verband met de wet van 23 maart 2000, Stb. 138 (invoering van een vernieuwd concessiestelsel voor de landelijke publieke omroep) en de wet van 22 december 1999, Stb. 573 (afschaffing omroepbijdrage), treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Tavarnelle, 23 juli 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

F. van der Ploeg

Uitgegeven de drieëntwintigste augustus 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven