Wet van 16 juli 2001 tot samenvoeging van de gemeenten Castricum, Akersloot en Limmen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeenten Castricum, Akersloot en Limmen samen te voegen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Met ingang van de datum van herindeling worden de gemeenten Castricum, Akersloot en Limmen opgeheven.

Artikel 2

Met ingang van de datum van herindeling wordt de nieuwe gemeente Castricum ingesteld, bestaande uit het grondgebied van de op te heffen gemeenten Castricum, Akersloot en Limmen, zoals aangegeven op de bij deze wet behorende kaart.

Artikel 3

Voor de nieuwe gemeente Castricum wordt de op te heffen gemeente Castricum aangewezen voor de toepassing van artikel 36 van de Wet algemene regels herindeling, in verband met de toepassing van de instructies en reglementen, bedoeld in dat artikel.

Artikel 4

Voor de op te heffen gemeenten Castricum, Akersloot en Limmen wordt de nieuwe gemeente Castricum aangewezen voor de toepassing van de volgende bepalingen van de Wet algemene regels herindeling:

a. artikel 39, tweede lid, in verband met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen;

b. artikel 41, derde lid, in verband met de deelneming aan gemeenschappelijke regelingen;

c. artikel 45, tweede lid, in verband met de overgang van de voorziening van drinkwater, elektriciteit en gas.

Artikel 5

  • 1. Voor de nieuwe gemeente Castricum wordt een tussentijdse raadsverkiezing als bedoeld in artikel 52, tweede lid, onderdeel a, van de Wet algemene regels herindeling gehouden.

  • 2. Met de voorbereiding van de tussentijdse raadsverkiezing wordt de op te heffen gemeente Castricum belast.

  • 3. Indien de datum van herindeling valt binnen twee jaar voor de datum waarop de reguliere verkiezingen moeten worden gehouden, dan vinden deze reguliere verkiezingen niet plaats in de bij deze wet ingestelde gemeente.

  • 4. De zittingsperiode van de leden van de raad van de nieuwe gemeente Castricum eindigt in de in het derde lid bedoelde situatie gelijk met de zittingsperiode van de leden van de raden van de overige gemeenten die volgt op de eerste verkiezingen voor de gemeenteraden na de datum van herindeling

Artikel 6

Artikel 8 van de Wet op de rechterlijke indeling1 wordt met ingang van de datum van herindeling als volgt gewijzigd:

In het gestelde onder «Kantongerecht Alkmaar:» vervallen: «Akersloot» en «Limmen». Na «Bergen (N.-H.)» wordt toegevoegd: , Castricum. In het gestelde onder «Kantongerecht Haarlem:» vervalt: «Castricum».

Artikel 7

De bijlage, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Politiewet 19932 wordt met ingang van de datum van herindeling als volgt gewijzigd:

In het gestelde onder «Kennemerland» vervalt: Castricum.

In het gestelde onder «Noord-Holland-Noord» vervallen: «Akersloot» en «Limmen». Na «Bergen» wordt toegevoegd: Castricum.

Artikel 8

Advocaten en procureurs die kantoor houden in een gemeente die ingevolge deze wet is overgegaan naar een ander arrondissement, worden door de zorg van de betrokken griffiers ingeschreven bij de rechtbank van het nieuwe arrondissement. De procureurs blijven tot vijf jaren na de datum van herindeling tevens ingeschreven bij de rechtbank van het oude arrondissement. Artikel 61, tweede lid, van de Advocatenwet blijft buiten toepassing.

Artikel 9

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te Tavarnelle, 16 juli 2001

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Uitgegeven de eenentwintigste augustus 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

stb-2001-372-1.gif


XNoot
1

Stb. 1994, 404, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 juli 2001, Stb. 349.

XNoot
2

Stb. 1994, 145, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 juli 2001, Stb. 349.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2000/2001, 27 663.

Handelingen II 2000/2001, blz. 5648.

Kamerstukken I 2000/2001, 27 663 (332).

Handelingen I 2000/2001, blz. 1629–1630.

Naar boven