Besluit van 6 augustus 2001 tot inwerkingtreding
van de overgangsregeling film 2001
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 1 augustus 2001,
WDB01/452 M;
Gelet op Hoofdstuk 3, artikel II, tweede lid, van de Invoeringswet
Wet inkomstenbelasting 2001;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel Dd. Tijdelijke tegemoetkoming film 2001
van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 treedt in werking met ingang
van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit
wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2001.
Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van
dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad
zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 6 augustus 2001
Beatrix
De Minister van Financiën,
G. Zalm
Uitgegeven de zestiende augustus 2001
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
In de Wet van 14 december 2000, Stb. 569, tot wijziging van belastingwetten
c.a. (Belastingplan 2001) is in artikel XIII, onderdeel A, een wijziging opgenomen
van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001. De wijziging betreft de
invoeging in hoofdstuk 2, artikel I, van onderdeel Dd dat betrekking heeft
op een tijdelijke tegemoetkoming film 2001. Dit onderdeel Dd treedt in werking
op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Zoals in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat heeft geleid
tot de Wet van 14 december 2000, Stb. 569, is vermeld (kamerstukken II 2000/2001,
27 431, nr. 3, blz. 68), kan de invoering van de tijdelijke tegemoetkoming
film 2001 pas effectief worden zodra de goedkeuring van de Europese Commissie
is verkregen. Dit is de reden dat voor deze overgangsregeling is voorzien
in inwerkingtreding bij koninklijk besluit.
Onlangs heeft de Europese Commissie haar goedkeuring aan deze overgangsregeling
verleend.
De Minister van Financiën,
G. Zalm