Besluit van 27 juni 2001, houdende wijziging van het Besluit vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen (delegatie opleidingsvereisten)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordacht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 16 mei 2001, No. TRCJZ/2001/6784, Directie Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst;

Gelet op artikel 13 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

De Raad van State gehoord (advies van 8 juni 2001, No. W11.01.0234/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 21 juni 2001, No. TRCJZ/2001/8498, Directie Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

Onze Minister verleent op aanvraag de vergunning uitvoeren gewasbescherming, de vergunning bedrijfsvoeren gewasbescherming, de vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen onderscheidenlijk de vergunning mollen- en woelrattenbestrijding aan degene die in het bezit is van één van de bij regeling van Onze Minister aangewezen diploma's, certificaten, getuigschriften, verklaringen van vakbekwaamheid of andere bescheiden.

B

In artikel 7 worden de woorden «de in artikel 6 gestelde opleidingsvereisten» telkens vervangen door: de bij ministeriële regeling, bedoeld in artikel 6, gestelde opleidingsvereisten.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 27 juni 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

G. H. Faber

Uitgegeven de zesentwintigste juli 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

In het Besluit vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen (hierna: het besluit) zijn, ter uitvoering van de in het Meerjarenplan Gewasbescherming (Kamerstukken II 1990/91, 21 677, nr. 4) aangekondigde maatregelen op het gebied van vermindering van de afhankelijkheid, de omvang van het gebruik en de emissie van bestrijdingsmiddelen, eisen gesteld aan de vakkennis en vakbekwaamheid van bedrijfsmatige bezitters, gebruikers en verkopers van bestrijdingsmiddelen. Op basis van dat besluit is het met ingang van 1 juli 1996 verboden een bestrijdingsmiddel voorhanden of in voorraad te hebben, te gebruiken of te verkopen zonder in het bezit te zijn van een bijbehorende vergunning.

Het besluit bevat in artikel 6 een opsomming van de diploma's, verklaringen van vakbekwaamheid, getuigschriften, certificaten en andere bewijsstukken van het feit dat men een bepaalde opleiding heeft doorlopen, die aanspraak geven op een vergunning. Zo zijn in genoemd artikel onder meer diploma's, getuigschriften en certificaten aangewezen die zijn vastgesteld op basis van een aantal wetten en algemene maatregelen van bestuur op het gebied van het onderwijs, zoals onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Nijverheidsonderwijswet en de Wet op het leerlingwezen. Daarnaast zijn diverse diploma's, getuigschriften, certificaten en verklaringen van vakbekwaamheid aangewezen die worden afgegeven door bepaalde stichtingen of commissies. Aangezien de benamingen van deze diploma's, getuigschriften en dergelijke, maar ook van de bedoelde stichtingen en commissies aan verandering onderhevig zijn is het efficiënter om in de aanwijzing van deze bewijsstukken te voorzien bij ministeriële regeling. Eventuele wijzigingen in het pakket van aangewezen diploma's kunnen op dat niveau van regelgeving eenvoudig, snel en efficiënt worden doorgevoerd, zonder dat de kenbaarheid van de diploma's voor de betrokkenen wordt aangetast.

Overwogen is nog of de aanduiding van de betrokken bewijsstukken in artikel 6 van het besluit meer abstract zou kunnen worden geformuleerd (bijvoorbeeld op grond van de Wet op het voortgezet onderwijs vastgestelde diploma's op het gebied van de landbouw, tuinbouw, bosbouw of cultuurtechniek). Hiervan is afgezien omdat de kenbaarheid van de bedoelde diploma's – en daarmee de rechtszekerheid voor de houders van de betrokken diploma's en de volgers van de betrokken opleidingen – aanmerkelijk minder zou zijn dan in de huidige situatie.

In het onderhavige wijzigingsbesluit wordt artikel 6 van het besluit op zodanige wijze aangepast dat de aanwijzing van de betrokken diploma's en overige bewijsstukken wordt doorgedelegeerd aan de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het gebruik maken van deze bevoegdheid door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij zal geschieden in overeenstemming met de overige ministers die het aangaan.

Het onderhavige wijzigingsbesluit heeft geen consequenties voor de handhaving van het besluit, noch leidt het tot lastenverzwaring bij de overheid, bij de betrokkenen of bij het bedrijfsleven.

De meeste thans in artikel 6 van het besluit aangeduide diploma's en andere bewijsstukken en daaraan ten grondslag liggende opleidingen zullen ook worden aangewezen in de betrokken ministeriële regeling. Een aantal opleidingen heeft inmiddels een verandering in de benaming ondergaan. In augustus 2001 zullen de eerste bewijsstukken voor die opleidingen worden afgegeven. Het is derhalve van belang dat ook die bewijsstukken recht geven op verstrekking van de in het besluit bedoelde vergunningen.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

G. H. Faber


XNoot
1

Stb. 1994, 578, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 10 maart 1999, Stb. 132.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven