Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatsblad 2001, 352 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatsblad 2001, 352 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is, de regels voor leraren-in-opleiding die zijn opgenomen in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs te bestendigen, aan te scherpen en tevens aan te passen aan de voorschriften over duale opleidingen in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
dat het in verband daarmee noodzakelijk is met name de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 3 van de Wet op het primair onderwijs1 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het zesde lid komt te luiden:
6. Ten aanzien van studenten die:
a. een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek leidend tot een getuigschrift dat bij of krachtens artikel 186 is aangewezen als bewijs van bekwaamheid, en aan die opleiding ten minste 126 studiepunten hebben behaald, dan wel
b. een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek leidend tot een getuigschrift als bedoeld onder a,
kan worden afgeweken van de eisen in het eerste lid onder b, met dien verstande dat het tijdelijk dienstverband van de student een periode beslaat die overeenkomt met een volledig dienstverband van vijf maanden. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van studenten die ten minste 116 doch nog geen 126 studiepunten hebben behaald, indien door de desbetreffende hogeschool wordt verklaard dat de student beschikt over met 126 studiepunten vergelijkbare en tevens voor het dienstverband relevante kennis, inzicht en vaardigheden. De toepassing van de vorige volzin vervalt ten aanzien van die student die niet binnen vier weken na aanvang van het dienstverband over 126 studiepunten beschikt. De in artikel 7.7, vijfde lid, en artikel 7.7a, derde lid, juncto artikel 7.7, vijfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek bedoelde overeenkomst vermeldt tevens de leraar onder wiens verantwoordelijkheid de betrokken student werkzaamheden van onderwijskundige aard verricht.
2. Het zevende lid vervalt.
Artikel 3 van de Wet op de expertisecentra2 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het achtste lid komt te luiden:
8. Onverminderd het zevende lid, kan ten aanzien van studenten die:
a. een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek leidend tot een getuigschrift dat bij of krachtens artikel 171 is aangewezen als bewijs van bekwaamheid, en aan die opleiding ten minste 126 studiepunten hebben behaald, dan wel
b. een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek leidend tot een getuigschrift als bedoeld onder a,
worden afgeweken van de eisen in het eerste lid onder b, met dien verstande dat het tijdelijk dienstverband van de student een periode beslaat die overeenkomt met een volledig dienstverband van vijf maanden. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van studenten die ten minste 116 doch nog geen 126 studiepunten hebben behaald, indien door de desbetreffende hogeschool wordt verklaard dat de student beschikt over met 126 studiepunten vergelijkbare en tevens voor het dienstverband relevante kennis, inzicht en vaardigheden. De toepassing van de vorige volzin vervalt ten aanzien van die student die niet binnen vier weken na aanvang van het dienstverband over 126 studiepunten beschikt. De in artikel 7.7, vijfde lid, en artikel 7.7a, derde lid, juncto artikel 7.7, vijfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek bedoelde overeenkomst vermeldt tevens de leraar onder wiens verantwoordelijkheid de betrokken student werkzaamheden van onderwijskundige aard verricht.
2. Het negende lid vervalt.
De Wet op het voortgezet onderwijs3 wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 33 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. Het negende lid komt te luiden:
9. Onverminderd het derde, vierde en achtste lid en artikel 35a kan ten aanzien van studenten die:
a. een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, en aan die opleiding ten minste 126 studiepunten hebben behaald, dan wel
b. een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7a van die wet
tot leraar voortgezet onderwijs ten behoeve van het geven van het onderwijs waarvoor de desbetreffende opleiding opleidt tot het daarvoor vereiste getuigschrift, worden afgeweken van de eisen in het eerste lid onder b en c, met dien verstande dat het tijdelijk dienstverband van de student een periode beslaat die overeenkomt met een volledig dienstverband van vijf maanden. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van studenten die ten minste 116 doch nog geen 126 studiepunten hebben behaald, indien door de desbetreffende hogeschool wordt verklaard dat de student beschikt over met 126 studiepunten vergelijkbare en tevens voor het dienstverband relevante kennis, inzicht en vaardigheden. De toepassing van de vorige volzin vervalt ten aanzien van die student die niet binnen vier weken na aanvang van het dienstverband over 126 studiepunten beschikt. De in artikel 7.7, vijfde lid, en artikel 7.7a, derde lid, juncto artikel 7.7, vijfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek bedoelde overeenkomst vermeldt tevens de leraar onder wiens verantwoordelijkheid de betrokken student werkzaamheden van onderwijskundige aard verricht.
2. Het tiende en het elfde lid vervallen.
In artikel 126 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. Het achtste lid komt te luiden:
8. Onverminderd het zevende lid, kan ten aanzien van studenten die:
a. een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek leidend tot een getuigschrift dat bij of krachtens artikel 286 is aangewezen als bewijs van bekwaamheid, en aan die opleiding ten minste 126 studiepunten hebben behaald, dan wel
b. een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, leidend tot een getuigschrift als bedoeld onder a, worden afgeweken van de eisen in het eerste lid onder b, met dien verstande dat het tijdelijk dienstverband van de student een periode beslaat die overeenkomt met een volledig dienstverband van vijf maanden. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van studenten die ten minste 116 doch nog geen 126 studiepunten hebben behaald, indien door de desbetreffende hogeschool wordt verklaard dat de student beschikt over met 126 studiepunten vergelijkbare en tevens voor het dienstverband relevante kennis, inzicht en vaardigheden. De toepassing van de vorige volzin vervalt ten aanzien van die student die niet binnen vier weken na aanvang van het dienstverband over 126 studiepunten beschikt. De in artikel 7.7, vijfde lid, en artikel 7.7a, derde lid, juncto artikel 7.7, vijfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek bedoelde overeenkomst vermeldt tevens de leraar onder wiens verantwoordelijkheid de betrokken student werkzaamheden van onderwijskundige aard verricht.
2. Het negende lid vervalt.
In artikel 3, zesde lid, van de Wet op het primair onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In de eerste volzin komt de zinsnede die aanvangt met «a.» en eindigt met «als bedoeld onder a,» te luiden:
a. een duale opleiding aan een hogeschool volgen als bedoeld in artikel 7.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek leidend tot een getuigschrift dat bij of krachtens artikel 186 is aangewezen als bewijs van bekwaamheid, en aan die opleiding ten minste 126 studiepunten hebben behaald, dan wel
b. aan een universiteit een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek leidend tot een getuigschrift als bedoeld onder a,.
2. In de laatste volzin vervalt: en artikel 7.7a, derde lid, juncto artikel 7.7, vijfde lid,.
In artikel 32, achtste lid, van de Wet op de expertisecentra worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In de eerste volzin komt de zinsnede die aanvangt met «a.» en eindigt met «als bedoeld onder a,» te luiden:
a. aan een hogeschool een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek leidend tot een getuigschrift dat bij of krachtens artikel 171 is aangewezen als bewijs van bekwaamheid, en aan die opleiding ten minste 126 studiepunten hebben behaald, dan wel
b. aan een universiteit een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek leidend tot een getuigschrift als bedoeld onder a,.
2. In de laatste volzin vervalt: en artikel 7.7a, derde lid, juncto artikel 7.7, vijfde lid,.
In artikel 33, negende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In de eerste volzin komt de zinsnede die aanvangt met «a.» en die eindigt met «van die wet» te luiden:
a. aan een hogeschool een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, en aan die opleiding ten minste 126 studiepunten hebben behaald, dan wel
b. een duale opleiding als bedoeld in dat artikel aan een universiteit volgen.
2. In de laatste volzin vervalt: en artikel 7.7a, derde lid, juncto artikel 7.7, vijfde lid,.
In artikel 126, achtste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In de eerste volzin komt de zinsnede die begint met «a.» en die eindigt met «als bedoeld onder a,» te luiden:
a. aan een hogeschool een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek leidend tot een getuigschrift dat bij of krachtens artikel 286 is aangewezen als bewijs van bekwaamheid, en aan die opleiding ten minste 126 studiepunten hebben behaald, dan wel
b. aan een universiteit een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek leidend tot een getuigschrift als bedoeld onder a,.
2. In de laatste volzin vervalt: en artikel 7.7a, derde lid, juncto artikel 7.7, vijfde lid,.
Artikel IV van de Wet van 2 juli 1997 tot wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs inzake afwijking van de bevoegdheidseisen ten behoeve van leraren-in-opleiding (Stb. 321) vervalt.
Artikel 3, zesde en zevende lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 3, achtste en negende lid, van de Wet op de expertisecentra en de artikelen 33, negende tot en met elfde lid, en 126, achtste en negende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, zoals luidend op de dag voor inwerkingtreding van respectievelijk artikel I, artikel II en artikel III, blijven van toepassing ten aanzien van de in die artikelen bedoelde studenten op wie zonder inwerkingtreding van deze wet die artikelen ook na die dag nog van toepassing zouden zijn geweest.
1. Tot 1 september 2003 zijn de voorschriften zoals na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel opgenomen in artikel 3, zesde lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 3, achtste lid, van de Wet op de expertisecentra en de artikelen 33, negende lid, en 126, achtste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs van overeenkomstige toepassing op studenten die de voltijdse dan wel deeltijdse vorm volgen van de in die desbetreffende artikelen bedoelde opleidingen.
2. Op studenten waarvoor het eerste lid is toegepast voor 1 september 2003 blijven de in dat lid genoemde artikelen indien nodig ook na die datum van overeenkomstige toepassing.
1. Deze wet treedt met uitzondering van artikel IV in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
2. Artikel IV treedt in werking met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel Ia van de Wet van 2 april 1998 (Stb. 216).
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
histnootDe Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
L. M. L. H. A. Hermans
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
L. J. Brinkhorst
Uitgegeven de vierentwintigste juli 2001
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 2000/2001, 27 597.
Handelingen II 2000/2001, blz. 4629–4644; 4667–4673; 4683.
Kamerstukken I 2000/2001, 27 597 (277, 277a, 277b, 277c, 277d).
Handelingen I 2000/2001, zie vergadering d.d. 4 juli 2001.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2001-352.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.