Wet van 28 juni 2001, houdende wijziging van de Wet inburgering nieuwkomers houdende regels tot aanwijzing van bijzondere categorieën vreemdelingen ten behoeve van inburgering

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen tot aanwijzing van bijzondere categorieën vreemdelingen ten behoeve van inburgering;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet inburgering nieuwkomers1 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, worden na «behoudens degene die hier voor een tijdelijk doel verblijft» de woorden «dan wel» vervangen door: ,tenzij hij behoort tot een bij regeling van Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid aan te wijzen categorie van vreemdelingen, en behoudens degene die.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en aan alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 28 juni 2001

Beatrix

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R. H. L. M. van Boxtel

Uitgegeven de vierentwintigste juli 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1998, 261, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 november 2000, Stb. 496.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1999/2000, 2000/2001, 27 000.

Handelingen II 2000/2001, blz. 3558–3582; 3715.

Kamerstukken I 2000/2001, 27 000 (252, 252a, 252b).

Handelingen I 2000/2001, blz. 1448–1458.

Naar boven