Besluit van 9 juli 2001, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 4 juli 2001, nr. MJZ 2001074256, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 21.6, vijfde lid, van de Wet milieubeheer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Het Besluit luchtkwaliteit treedt in werking met ingang van 19 juli 2001.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Tavarnelle, 9 juli 2001

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

Uitgegeven de zeventiende juli 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van artikel 21.6, vijfde lid, van de Wet milieubeheer kan het Besluit luchtkwaliteit pas vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het is geplaatst in werking treden. Het besluit is gepubliceerd in Staatsblad no. 269 op 14 juni 2001. Daar dit besluit mede is gebaseerd op artikel 5.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer dient de inwerkingtreding na het verstrijken van de vier weken te gebeuren bij afzonderlijk koninklijk besluit, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers der Staten-Generaal of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het in de algemene maatregel van bestuur geregelde onderwerp bij wet wordt geregeld. Deze wens is niet te kennen gegeven. Onderhavig koninklijk besluit strekt daarom tot inwerkingtreding van het Besluit luchtkwaliteit met ingang van 19 juli 2001.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

Naar boven