Besluit van 1 juni 2001 tot vaststelling van het tijdstip van de inwerkingtreding van artikel 7 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, van 28 mei 2001, Directie Sociale Verzekeringen nr. SV/V&P/01/31145;

Gelet op artikel 41 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel 7 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 treedt in werking met ingang van 1 oktober 2001.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 1 juni 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de derde juli 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van artikel 7 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. Artikel 7 heeft betrekking op de verstrekking van informatie aan deelnemers. Omdat bedrijfstakpensioenfondsen hadden aangegeven meer tijd nodig te hebben voor de implementatie van dat artikel is het artikel niet gelijktijdig met de overige artikelen van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 op 1 januari 2001 in werking getreden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Naar boven