Wet van 21 juni 2001, houdende tijdelijke fiscale stimulering van de aankoop van schone personenauto's en bestelauto's

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met het oog op vermindering van de emissies door het wegverkeer de aankoop van personenauto's en van bestelauto's die reeds voldoen aan de emissiegrenswaarden voor het jaar 2005 te stimuleren door een tijdelijke vermindering van de motorrijtuigenbelasting;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder

a. personenauto: een motorrijtuig als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, en artikel 3 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994;

b. bestelauto: een motorrijtuig als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994;

c. richtlijn: Richtlijn nr. 70/220/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 maart 1970 inzake de onderlinge aanpassing van wetgevingen der Lid-Staten met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de luchtverontreiniging door gassen afkomstig van motoren met elektrische ontsteking in motorvoertuigen (PbEG L 76), zoals deze luidt na de wijziging bij Richtlijn nr. 2001/1/EG van het Europese Parlement en de Raad van Europese Gemeenschappen van 22 januari 2001 (PbEG L 35);

d. kentekenregister: het krachtens artikel 37, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens.

Artikel 2

  • 1. Voor een personenauto en een bestelauto waarvan bij het verzoek tot registratie in het kentekenregister is aangetoond dat zij voldoen aan de in het tweede lid vermelde voorwaarden wordt een vermindering toegepast op de verschuldigde motorrijtuigenbelasting over het tijdvak dat aanvangt op de dag van dagtekening van de eerste tenaamstelling van het voor die personenauto of bestelauto opgegeven kenteken in het kentekenregister. Indien het bedrag van de verschuldigde motorrijtuigenbelasting over dat tijdvak lager is dan het bedrag van de vermindering, wordt het verschil uitbetaald aan degene op wiens naam het kenteken is gesteld. De vermindering maakt geen onderdeel uit van de verschuldigde motorrijtuigenbelasting.

  • 2. Een personenauto en een bestelauto met:

    a. een motor met een elektrische ontsteking dienen te voldoen aan de emissiegrenswaarden voor de desbetreffende categorie motorrijtuigen vermeld in rij B van de tabel in punt 5.3.1.4 van Bijlage I bij de richtlijn en aan de emissiegrenswaarden bij koude start en bij lage omgevingstemperatuur vermeld in de tabel in punt 5.3.5.2 van die bijlage;

    b. een motor met een compressieontsteking dienen te voldoen aan de grenswaarden voor de desbetreffende categorie motorrijtuigen vermeld in rij B van de tabel in punt 5.3.1.4 van die bijlage.

  • 3. Bij het verzoek tot registratie van een personenauto of een bestelauto in het kentekenregister dient, voorzover van toepassing:

    a. aan de hand van de typegoedkeuring te worden aangetoond dat het desbetreffende type motorrijtuig voldoet aan de voor de desbetreffende categorie motorrijtuigen in rij B van de tabel in punt 5.3.1.4 van Bijlage I bij de richtlijn vermelde grenswaarden; en

    b. aan de hand van het bewijs dat de proef van het type VI vermeld in bijlage VII bij de richtlijn is verricht te worden aangetoond dat het desbetreffende type motorrijtuig voldoet aan de grenswaarden bij koude start en bij lage omgevingstemperatuur vermeld in de tabel in punt 5.3.5.2 van Bijlage I bij de richtlijn.

  • 4. De in het eerste lid bedoelde vermindering bedraagt voor een personenauto en voor een bestelauto met een motor met een elektrische ontsteking, indien de dagtekening van de eerste tenaamstelling van het kentekenbewijs is gelegen

    In het jaar

    2001, vanaf het tijdstip van inwerkingtredingf 716 (€ 325) 
    2002€ 275 
    2003€ 200 
    2004€ 125 
  • 5. De in het eerste lid bedoelde vermindering bedraagt voor een personenauto met een motor met een compressieontsteking, indien de dagtekening van de eerste tenaamstelling van het kentekenbewijs is gelegen

    In het jaar

    2001, vanaf het tijdstip van inwerkingtredingf 1212 (€ 550) 
    2002€ 450 
    2003€ 300 
    2004€ 150 
  • 6. De in het eerste lid bedoelde vermindering bedraagt voor een bestelauto met een motor met een compressieontsteking, indien de dagtekening van de eerste tenaamstelling van het kentekenbewijs is gelegen

    In het jaar

    2001, vanaf het tijdstip van inwerkingtredingf 1377 (€ 625) 
    2002€ 500 
    2003€ 350 
    2004€ 150 
  • 7. Met betrekking tot gebruikte personenauto's en bestelauto's die na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet voor het eerst in gebruik zijn genomen waarvoor na dat tijdstip voor het eerst in Nederland een kenteken is opgegeven, wordt die in het vierde, vijfde onderscheidenlijk zesde lid genoemde vermindering in aanmerking genomen die van toepassing is in het jaar waarin dat kenteken voor het eerst te naam wordt gesteld.

  • 8. Artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 is van overeenkomstige toepassing.

  • 9. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van deze wet.

Artikel 3

Artikel 9, eerste lid, van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 19921 wordt vervangen door:

  • 1. De belasting bedraagt voor een personenauto 45,2 percent van de netto catalogusprijs, verminderd met f 3394, dan wel, in geval van een personenauto die wordt aangedreven door een motor met een compressieontsteking 45,2 percent van de netto catalogusprijs, vermeerderd met f 722.

Artikel 4

Artikel 2 is niet van toepassing op personenauto's die worden aangedreven door een motor met compressieontsteking waarvoor voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een kenteken is opgegeven dat nog niet is tenaamgesteld en waarvan de tenaamstelling plaats vindt binnen twee maanden na dat tijdstip.

Artikel 5

  • 1. Deze wet kan worden aangehaald als: Wet tijdelijke fiscale stimulering van de aankoop van schone personenauto's en bestelauto's.

  • 2. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 21 juni 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

Uitgegeven de achtentwintigste juni 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1992, 709, laatstelijk gewijzigd bij wet van 6 juli 2000, \Stb. 314.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2000/2001, 27 660.

Handelingen II 2000/2001, blz. 5217.

Kamerstukken I 2000/2001, 27 660 (306).

Handelingen I 2000/2001, vergadering 19 juni 2001.

Naar boven