Wet van 21 december 2000 tot wijziging van de Wet geluidhinder (technische aanpassing)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de artikelen 87h en 106e van de Wet geluidhinder te wijzigen met het oog op herstel van een technische onvolkomenheid;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet geluidhinder1 wordt gewijzigd als volgt.

A

Artikel 87h, zesde lid, komt te luiden:

  • 6. De in het eerste tot en met vijfde lid gestelde regels zijn mede van toepassing met betrekking tot de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van andere geluidsgevoelige gebouwen, met dien verstande dat in het eerste lid in plaats van «65 dB(A)» wordt gelezen «60 dB(A)» en in plaats van «de waarde 57dB(A)» wordt gelezen: de waarde 55 dB(A).

B

Artikel 106e, zesde lid, komt te luiden:

  • 6. De in het eerste tot en met vijfde lid gestelde regels zijn mede van toepassing met betrekking tot de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van andere geluidsgevoelige gebouwen, met dien verstande dat in het eerste lid in plaats van «65 dB(A)» wordt gelezen «60 dB(A)» en in plaats van «de waarde 57 dB(A)» wordt gelezen: de waarde 55 dB(A).

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met het tijdstip waarop de wet van 6 september 2000, houdende wijziging van de Tracéwet (eerste tranche) (Stb. 396) in werking is getreden.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 21 december 2000

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

Uitgegeven de vijfentwintigste januari 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1992, 625, laatstelijk gewijzigd bij wet van 15 november 2000, Stb. 505.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2000/2001, 27 471.

Handelingen II 2000/2001, blz. 2733.

Kamerstukken I 2000/2001, 27 471 (163).

Handelingen I 2000/2001, blz. 589.

Naar boven