Besluit van 11 mei 2001 tot wijziging van de bijlage behorende bij artikel 48d, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 27 maart 2001, no. FM 2001/441-M, Generale Thesaurie, Directie Financiële Markten, Afdeling Effectenverkeer;

Gelet op artikel 48c en 48d, derde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

De Raad van State gehoord (advies van 26 april 2001, No. W06.01.0171/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 7 mei 2001, no. FM 2001/753-U;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In tabel 2 behorende bij artikel 48d, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 19951, wordt na «22, vijfde lid» ingevoegd 26a, eerste lid, met het daarbij behorende tariefnummer 3 en 26a, zesde lid, met het daarbij behorende tariefnummer 3.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 11 mei 2001

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de achtentwintigste juni 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Met de wet van 22 maart 2001 houdende wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995) in verband met de toetsing van gekwalificeerde deelnemingen in effectenbeurzen (vvgb-stelsel voor beurzen) wordt kort gezegd het verbod ingevoerd om zonder verklaring van geen bezwaar een deelneming te houden, te verwerven of te vergroten in een houder van een effectenbeurs wanneer deze deelneming meer dan 10% omvat.

Op grond van de wijziging in het wetsvoorstel vvgb-stelsel voor beurzen van de artikelen 48b en 48c van de Wte 1995 kan de Stichting Toezicht Effectenverkeer een bestuurlijke boete of dwangsom opleggen. De hoogte van de boete wordt bepaald op grond van de bijlage bedoeld in artikel 48d, eerste lid, van de Wte 1995. Door deze bijlage aan te passen wordt het bedrag van de deswege op te leggen boete vastgesteld voor overtreding van het in het eerste en zesde lid van artikel 26a van de Wte 1995 bepaalde. De onderhavige wijziging voorziet erin dat deze bijlage zodanig wordt aangepast.

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XNoot
1

Stb. 1995, 574, laatstelijk gewijzigd bij wet van 22 maart 2001, Stb. 285.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven