Besluit van 1 juni 2001 tot wijziging van het Besluit
risico's zware ongevallen 1999 in verband met de aanwijzing van overtredingen
van dit besluit als strafbare feiten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.F. Hoogervorst, van 27 april 2001, Directie Arbeidsomstandigheden, nr. ARBO/AIS/01/28673;
Gelet op artikel 6 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998;
De Raad van State gehoord (advies van 10 mei 2001, no. W12.01.0207/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 28 mei 2001, Directie Arbeidsomstandigheden,
nr. ARBO/AIS/01/32726;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit risico's zware ongevallen 19991 wordt
als volgt gewijzigd:
A
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. In het eerste lid wordt «Handelen» vervangen door: De handeling
of het nalaten.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De handeling of het nalaten in strijd met het ter uitvoering van artikel
6, eerste lid, tweede volzin, Arbeidsomstandighedenwet 1998 in de artikelen
3, tweede lid, 5, eerste tot en met vierde lid, 6, eerste lid, 7, derde lid,
9, 13, tweede en derde lid, 14, eerste en tweede lid, 16, vierde lid, 17,
21, eerste lid, 22, eerste tot en met derde lid, 23, 26, eerste lid, 27, eerste
en derde lid, 28, eerste, tweede en vierde lid, en 29 bepaalde is een strafbaar
feit als bedoeld in artikel 1, onder 3° van de Wet op de economische delicten.
B
In artikel 22, derde lid, wordt «de ondernemingsraad of»
vervangen door: de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 1 juni 2001
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst
Uitgegeven de negentiende juni 2001
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
Algemeen
Dit besluit strekt tot reparatie van een onbedoeld gevolg van de Wet van
13 december 2000 tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 (Technische
verbeteringen en aanpassingen) (Stb. 595). Bij artikel V van die wet is de
vermelding van artikel 6 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 (Arbowet 1998)
in artikel 1, 3°, van de Wet op de economische delicten (WED) gewijzigd
in die zin dat overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens artikel
6, eerste lid, pas dan economische delicten opleveren, voorzover die overtredingen
als strafbare feiten zijn aangewezen. Voordien leverde overtreding van de
voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 6 in alle gevallen een economisch
delict op.
Krachtens artikel 6, eerste lid, Arbowet 1998 zijn in het Arbeidsomstandighedenbesluit
voorschriften opgenomen met betrekking tot de arbeidsveiligheidsrapportage
(artikelen 2.2 tot en met 2.6). Overtredingen van die voorschriften zijn in
artikel 9.9a van dat besluit aangewezen als strafbare feiten.
Ter uitvoering van artikel 6, eerste lid, zijn ook voorschriften opgenomen
in het mede op de Wet milieubeheer, de Brandweerwet 1985 en de Wet rampen
en zware ongevallen gebaseerde Besluit risico's zware ongevallen 1999 (BRZO
'99). Omdat het BRZO '99 niet voorziet in aanwijzing als strafbare feiten
van de voorschriften voorzover die op artikel 6, eerste lid, Arbowet 1998
zijn gebaseerd, heeft de wetswijziging van 13 december 2000 als onbedoeld
gevolg gehad dat overtreding van voorschriften van het BRZO '99, voorzover
gebaseerd op de Arbowet 1998, geen strafbaar feit meer oplevert. Het onderhavige
besluit strekt er toe dit te repareren door in het BRZO '99 een bepaling op
te nemen waarbij de (mede) op artikel 6, eerste lid, Arbowet 1998 gebaseerde
voorschriften worden aangewezen die bij overtreding een economische delict
opleveren.
Artikelsgewijs
Artikel I, onder A
Bij de formulering van het nieuwe tweede lid is aansluiting gezocht bij
het soortgelijke bestaande artikel 25 van het BRZO '99. De terminologie «de
handeling of het nalaten» is overgenomen van soortgelijke bepalingen
in de arbeidsomstandighedenwetgeving.
Artikel I, onder B
Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt om artikel 22, derde lid, alsnog
aan te passen aan de wet van 14 februari 1998 tot wijziging van de Wet op
de ondernemingsraden en titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het nieuw Burgerlijk
Wetboek (Stb. 107), waarbij naast de ondernemingsraad de personeelsvertegenwoordiging
werd geïntroduceerd. Bij de totstandkoming op 27 mei 1999 van het BRZO
'99 is destijds verzuimd de personeelsvertegenwoordiging in deze medezeggenschapsbepaling
een plaats te geven. Dit heeft als gevolg gehad dat als er geen ondernemingsraad
was bij de opstelling van het interne noodplan de belanghebbende werknemers
moesten worden geraadpleegd.
Artikel II
Het besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, teneinde de periode waarin
overtreding van voorschriften van het BRZO '99, voorzover gebaseerd op de
Arbowet 1998, niet strafbaar is, zo kort mogelijk te houden.
Inwerkingtreding met terugwerkende kracht tot het tijdstip waarop de strafbaarheid
is komen te vervallen zou in strijd zijn met de algemene regel dat bij een
regeling een feit dat voor haar inwerkingtreding is geschied niet strafbaar
mag worden gesteld.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst
XNoot
1Stb. 1999, 234, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 10 september
1999, Stb. 435.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de
Wet op de Raad van State).