Wet van 31 mei 2001 tot wijziging van de Leerplichtwet 1969 inzake een aanpassing van de strafbepaling

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de voor leerplichtige jongeren bedoelde strafbepaling in de Leerplichtwet 1969 te verduidelijken;

Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel 26, tweede lid, van de Leerplichtwet 19691 wordt «geldboete» vervangen door: een hoofdstraf als genoemd in artikel 77h, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafrecht, met dien verstande dat de geldboete een geldboete van de tweede categorie is.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 31 mei 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

K. Y. I. J. Adelmund

Uitgegeven de negentiende juni 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1994, 530, laatstelijk gewijzigd bij wet van 11 april 2001, Stb. 207.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2000/2001, 27 574.

Handelingen II 2000/2001, blz. 4619–4626; 4683.

Kamerstukken I 2000/2001, 27 574 (275, 275a).

Handelingen I 2000/2001, zie vergadering d.d. 29 mei 2001.

Naar boven