Besluit van 23 april 2001 tot wijziging van het Besluit Raad voor Gezondheidsonderzoek

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 februari 2001, kenmerk GZB/PCZ/2148365;

Gelet op artikel 2, derde lid, onder d, van de Raamwet sectorraden onderzoek en ontwikkeling;

De Raad van State gehoord (advies van 1 maart 2001, No.W13.01.0092/111);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 april 2001; BIO&ICT 2171609;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Na artikel 8 van het Besluit Raad voor gezondheidsonderzoek¹ wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8a

Het Vergoedingenbesluit adviescolleges is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1997.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

^histnoot

's-Gravenhage, 23 april 2001

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de vijfde juni 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

De vergoeding voor leder van de Raad voor Gezondheidsonderzoek (RGO) en zijn commissies waren in het verleden gebaseerd op het Vacatiegeldenbesluit 1988. Als gevolg hiervan gold voor leden van de RGO een ander vergoedingenregime dan voor leden van de Gezondheidsraad, die een vergoeding ontvangen op basis van het Vergoedingenbesluit adviescolleges en de daarop gebaseerde Vergoedingenregeling leden Gezondheidsraad. Leden van de Gezondheidsraad ontvangen hierdoor een aanmerkelijk hogere vergoeding dan leden van de Raad voor Gezondheidsonderzoek, terwijl beide raden voor hun werkzaamheden op dezelfde kring van deskundigen zijn aangewezen. Met dit besluit wordt in deze ongewenste situatie wijziging gebracht en wordt het Vergoedingenbesluit adviescolleges voor de RGO van overeenkomstige toepassing verklaard.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

---

1 Stb. 1996, 558.

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.