Besluit van 27 april 2001 tot wijziging van het besluit van 23 augustus 1984 (Stb. 1984, 414) houdende regeling van de materiële positie van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen (Positiebesluit Gouverneur van de Nederlandse Antillen) en van het besluit van 18 december 1985 (Stb. 1985, 676) houdende regeling van de materiële positie van de Gouverneur van Aruba (Positiebesluit Gouverneur van Aruba)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 februari 2001, nr. CW01/U55125;

Gelet op artikel 1, vierde lid, van het Reglement voor de Gouverneur van de Nederlandse Antillen (Stb. 1955, 137) en op artikel 1, vierde lid, van het Reglement voor de Gouverneur van Aruba (Stb. 1985, 671);

De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 5 april 2001, no. W04.01.0111/I/K);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 april 2001, nr. CW01/U65279;

De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Positiebesluit Gouverneur van de Nederlandse Antillen1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

a. In onderdeel a wordt «Onze Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken» vervangen door: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

b. In onderdeel c wordt «hij» vervangen door: degene.

c. In onderdeel d wordt «hij» vervangen door: degene.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. De wedde van de Gouverneur bedraagt voor het jaar 2001 f 24 306 Nederlands-Antilliaans courant per maand. Het genot van de wedde vangt aan met de datum van ingang van de benoeming en eindigt met de dag van overlijden of die, voorafgaand aan de datum van ingang van het ontslag van de Gouverneur.

  • 2. Het in het vorige lid genoemde bedrag wordt, indien de koopkrachtontwikkeling in de Nederlandse Antillen in een bepaald jaar daartoe aanleiding geeft, in de maand januari daaropvolgend door Onze Minister aangepast.

C

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

a. In de aanhef wordt «zijn» vervangen door: de.

b. In onderdeel a wordt «Nederlands courant» vervangen door: Nederlands-Antilliaans courant.

D

In artikel 4 wordt «zijn» vervangen door: het.

E

Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

a. «zijn» wordt vervangen door: het.

b. «f 50 000» wordt vervangen door: f 85 000.

F

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

Aan de Gouverneur wordt voor dienstreizen vergoeding verleend tot de bedragen, die volgens zijn opgaven met inachtneming van gepaste zuinigheid in totaal, onderscheidenlijk voor reiskosten en verblijfkosten, zijn uitgegeven, in voorkomende gevallen daaronder begrepen de uitgaven van en ten behoeve van de reizigers die de Gouverneur vergezellen.

G

Artikel 7, onderdeel b, komt te luiden:

b. een jaarlijkse vakantie-uitkering van 8% van de jaarwedde.

H

In artikel 8, onderdeel a, wordt «Ziektekostenvoorziening overheidspersoneel (Z.V.O.)» vervangen door: Regeling ziektekostenvoorziening rijkspersoneel.

I

Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:

a. In de aanhef wordt «zijn» vervangen door: de.

b. In onderdeel c wordt «Nederlands courant» vervangen door: Nederlands-Antilliaans courant.

J

Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:

In het vierde lid wordt «het bevoegde gezag» vervangen door: Onze Minister.

K

Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt:

a. In het eerste lid wordt «f 3 000» vervangen door: f 5 250.

b. In het eerste en tweede lid wordt «naar reden van» vervangen door: naar rato van.

L

Artikel 12, onderdeel a, komt te luiden:

a. vergoeding van de gemaakte representatiekosten op de voet van artikel 5, met dien verstande dat de met betrekking tot de waarnemingsperiode toe te kennen vergoeding wordt gekort op het in bedoeld artikel aangegeven maximale jaarbedrag;

M

Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 14

Onverminderd artikel 2, tweede lid, kunnen de wedde van de Gouverneur, genoemd in artikel 2, de beloning van de waarnemende Gouverneur, genoemd in artikel 11, alsmede de bedragen van de vergoedingen, genoemd in de artikelen 3, onderdeel a, 5 en 9, onderdeel c, bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister, worden gewijzigd.

ARTIKEL II

Het Positiebesluit Gouverneur van Aruba2 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

a. In onderdeel a wordt «Onze Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken» vervangen door: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

b. In onderdeel c wordt «hij» vervangen door: degene.

c. In onderdeel d wordt «hij» vervangen door: degene.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. De wedde van de Gouverneur bedraagt voor het jaar 2001 f 22 414 Arubaans courant per maand. Het genot van de wedde vangt aan met de datum van ingang van de benoeming en eindigt met de dag van overlijden of die, voorafgaand aan de datum van ingang van het ontslag van de Gouverneur.

  • 2. Het in het vorige lid genoemde bedrag wordt, indien de koopkrachtontwikkeling in Aruba in een bepaald jaar daartoe aanleiding geeft, in de maand januari daaropvolgend door Onze Minister aangepast.

C

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

a. In de aanhef wordt «zijn» vervangen door: de.

b. In onderdeel a wordt «Nederlands courant» vervangen door: Arubaans courant.

D

In artikel 4 wordt «zijn» vervangen door: het.

E

Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

a. «zijn» wordt vervangen door: het.

b. «f 50 000» wordt vervangen door: f 75 000.

F

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

Aan de Gouverneur wordt voor dienstreizen vergoeding verleend tot de bedragen, die volgens zijn opgaven met inachtneming van gepaste zuinigheid in totaal, onderscheidenlijk voor reiskosten en verblijfkosten, zijn uitgegeven, in voorkomende gevallen daaronder begrepen de uitgaven van en ten behoeve van de reizigers die de Gouverneur vergezellen.

G

Artikel 7, onderdeel b, komt te luiden:

b. een jaarlijkse vakantie-uitkering van 8% van de jaarwedde.

H

Artikel 8 wordt gewijzigd als volgt:

a. In de aanhef wordt «gouverneur» vervangen door: Gouverneur.

b. In onderdeel a wordt «Ziektekostenvoorziening overheidspersoneel (Z.V.O.)» vervangen door: Regeling ziektekostenvoorziening rijkspersoneel.

I

Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:

a. In de aanhef wordt «zijn» vervangen door: de.

b. In onderdeel c wordt «Nederlands courant» vervangen door: Arubaans courant.

J

Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:

In het vierde lid wordt «het bevoegde gezag» vervangen door: Onze Minister.

K

Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt:

a. In het eerste lid wordt «f 3 000» vervangen door: f 5 250.

b. In het eerste en tweede lid wordt «naar reden van» vervangen door: naar rato van.

L

Artikel 12, onderdeel a, wordt gewijzigd als volgt:

a. vergoeding van de gemaakte representatiekosten op de voet van artikel 5, met dien verstande dat de met betrekking tot de waarnemingsperiode toe te kennen vergoeding wordt gekort op het in bedoeld artikel aangegeven maximale jaarbedrag;

M

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14

Onverminderd artikel 2, tweede lid, kunnen de wedde van de Gouverneur, genoemd in artikel 2, de beloning van de waarnemende Gouverneur, genoemd in artikel 11, alsmede de bedragen van de vergoedingen, genoemd in de artikelen 3, onderdeel a, 5 en 9, onderdeel c, bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister, worden gewijzigd.

ARTIKEL III

  • 1. De tekst van het Positiebesluit Gouverneur van de Nederlandse Antillen wordt in het Staatsblad en het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen geplaatst.

  • 2. De tekst van het Positiebesluit Gouverneur van Aruba wordt in het Staatsblad en het Afkondigingsblad van Aruba geplaatst.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2001.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 27 april 2001

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. M. de Vries

Uitgegeven de negenentwintigste mei 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In de afgelopen jaren is als gevolg van verschillende ontwikkelingen een aantal wijzigingen met betrekking tot de wedden van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en van de Gouverneur van Aruba doorgevoerd, terwijl de Positiebesluiten niet zijn aangepast. Verder zijn de besluiten op onderdelen redactioneel achterhaald. Het onderhavige besluit strekt ertoe de Positiebesluiten in technische zin aan te passen. Er wordt niet beoogd om, met uitzondering van de toekenning van een aanspraak op een vakantie-uitkering aan de Gouverneurs, de materiële positie van de Gouverneurs ter gelegenheid van deze actualisering ook inhoudelijk te wijzigen.

Artikelsgewijs

Artikel I en II, A

Onder de definitiebepalingen wordt ter gelegenheid van de onderhavige wijziging de thans voor de uitvoering van de Positiebesluiten verantwoordelijke Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgenomen.

Artikel I en II, B en M

In artikel 2 van de Positiebesluiten is het bedrag van de wedde van de Gouverneurs opgenomen. Dit bedrag werd oorspronkelijk afgeleid van het salaris van een Nederlandse Staatssecretaris, waarbij rekening werd gehouden met een aantal bijzondere factoren, zoals koopkrachtverschillen ten opzichte van Nederland. Het bedrag dat in artikel 2 is genoemd, gold slechts voor het jaar van vaststelling van de Positiebesluiten en is sindsdien regelmatig op basis van indexering gewijzigd.

Deze methodiek heeft tot gevolg gehad dat de wedden van de Gouverneurs regelmatig wijzigingen hebben ondergaan, onder meer door de herziening van het bruto/netto traject in Nederland en een forse daling van de koopkrachtfactor ten opzichte van voorgaande jaren. Daarnaast worden ingevolge de Belastingregeling voor het Koninkrijk de wedden sinds 1993 belast in het land waar de functie wordt uitgeoefend en niet meer in Nederland. Deze factoren leidden tot ongewenste schommelingen in de wedden van de Gouverneurs en zelfs tot verlaging daarvan.

In de wens te komen tot stabiele wedden voor de Gouverneurs zijn deze per 1 juli 1995 aangepast en is tevens de berekeningsmethodiek vereenvoudigd. Dit gebeurde met toepassing van artikel 14, dat de bevoegdheid geeft de wedden bij koninklijk besluit te wijzigen. Bij koninklijke besluiten van 21 december 1995, nrs. 95.003339 en 95.003340, zijn de wedden van de Gouverneur van Aruba respectievelijk van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen vastgesteld op een vast bedrag, waarbij werd uitgegaan van de netto wedden op 31 december 1994. Dit netto inkomen werd vervolgens gebruteerd teneinde het bruto inkomen te bepalen. Het bruto inkomen wordt jaarlijks in de maand januari aangepast als de koopkrachtontwikkeling in de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk in Aruba in het daaraan voorafgaande jaar daartoe aanleiding heeft gegeven. Bij een positieve koopkrachtontwikkeling, bijvoorbeeld als gevolg van deflatie, wordt afgezien van een correctie. De koppeling tussen de wedden van de Gouverneurs en de ontwikkelingen in de salarisstructuur van Nederlandse bewindspersonen en van het Nederlandse overheidspersoneel is in de nieuwe systematiek losgelaten. De voorgestelde wijzigingen strekken ertoe de systematiek, zoals die per 1 juli 1995 geldt, in de Positiebesluiten te verankeren.

Artikel I en II, E

Bij koninklijk besluit van 21 februari 1995 (Stb. 162) is de maximale vergoeding van de representatiekosten, verbonden aan de vervulling van het ambt van Gouverneur van de Nederlandse Antillen, verhoogd tot f 85 000 Nederlands-Antilliaans courant per jaar in verband met de prijsontwikkeling. Bij dit besluit werd de vergoeding voor de Gouverneur van Aruba verhoogd tot f 75 000 Arubaans courant per jaar.

Artikel I en II, C en I

In artikel 3, onder a, en artikel 9, onder c, worden aan de Gouverneurs te verstrekken tegemoetkomingen vermeld in Nederlandse valuta. Gelet op het feit dat de kosten waarvoor deze tegemoetkomingen worden toegekend in de regel in de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk in Aruba worden gemaakt, ligt het niet in de rede om de omvang van deze tegemoetkomingen afhankelijk te doen zijn van de actuele koers van de euro ten opzichte van de Nederlands-Antilliaanse gulden respectievelijk van de Arubaanse florin. De tegemoetkomingen worden daarom in lokale valuta vermeld.

Artikel I en II, F

Het Reisbesluit 1971 is reeds geruime tijd ingetrokken en vervangen door het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland, respectievelijk de Reisregeling buitenland. Ofschoon het voor de hand ligt om een verwijzing naar de artikelen 18 en 19 van het Reisbesluit binnenland respectievelijk van het Reisbesluit buitenland in het onderhavige besluit op te nemen, geniet het onder meer uit een oogpunt van kenbaarheid en van wetgevingstechniek de voorkeur om de tekst van deze bepalingen, mede gelet op de beperkte omvang ervan, integraal in het besluit neer te leggen.

Artikel I en II, G

De bestaande regeling kent een vakantie-uitkering in de vorm van een vergoeding van de werkelijke overtochtkosten naar de plaats van vakantie en terug, zulks tot een maximum van de overtochtkosten naar Nederland en terug. Deze regeling past niet goed meer in de moderne tijd, mede gezien het feit dat de Gouverneurs niet meer uit Nederland afkomstig zijn. In plaats daarvan wordt aan de Gouverneurs jaarlijks in de maand mei een aanspraak toegekend op een vakantie-uitkering van 8% van de bruto jaarwedde, die wordt vastgesteld op basis van artikel 2.

Artikel I en II, H

Met ingang van 1 januari 1998 is de Ziektekostenvoorziening overheidspersoneel (Z.V.O.) vervallen en vervangen door sectorale ziektekostenregelingen. Daarom is in het onderhavige besluit de tegemoetkoming ingevolge de Z.V.O. vervangen door de tegemoetkoming op grond van de Regeling ziektekostenvoorziening rijkspersoneel.

Artikel I en II, K

De beloning die de waarnemende Gouverneurs genieten gedurende de waarnemingsperiode was sedert de totstandkoming van het Positiebesluit Gouverneur van de Nederlandse Antillen in 1984 en het Positiebesluit Gouverneur van Aruba in 1985 niet meer aangepast. Aangezien het billijk was deze beloning te indexeren aan de hand van de prijsontwikkelingen die zich sindsdien hebben voorgedaan, is bij koninklijk besluit van 22 juli 2000 (Stb. 332) de beloning met ingang van 1 januari 2000 verhoogd tot een bedrag naar rato van f 5 250 Nederlands-Antilliaans respectievelijk Arubaans courant per maand.

Artikel I en II, L

De bestaande regeling kent aan de waarnemende Gouverneurs een aanspraak toe op vergoeding van de door de waarnemende Gouverneurs gemaakte representatiekosten naar rato van de waarnemingsperiode. Toekenning van deze vergoeding naar tijdsgelang ligt echter minder voor de hand. De omvang van de aan de uitoefening van het ambt verbonden representatiekosten als bedoeld in artikel 5 is namelijk op zichzelf niet afhankelijk van de duur van de waarnemingsperiode. Door de waarnemende Gouverneurs gemaakte declarabele representatiekosten, die overigens voldoen aan de eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid, komen voor vergoeding in aanmerking, vanzelfsprekend voor zover daartoe ruimte bestaat binnen het in artikel 5 aangegeven maximale jaarbedrag.

Artikel III

Gelet op de kenbaarheid van het besluit is het wenselijk om na de totstandkoming van de onderhavige wijziging de integrale tekst van het Positiebesluit Gouverneur van de Nederlandse Antillen en van het Positiebesluit Gouverneur van Aruba opnieuw te publiceren.

Artikel IV

Aan het besluit wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2001. Daartegen behoeft geen bezwaar te bestaan, aangezien het besluit, naast redactionele wijzigingen, voor de Gouverneurs slechts begunstigende bepalingen bevat.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. M. de Vries


XNoot
1

Stb. 1984, 414, gewijzigd bij besluit van 14 mei 1992, Stb. 284.

XNoot
2

Stb. 1985, 676.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven