Besluit van 9 mei 2001 tot uitvoering van artikel 9, onder c, van de Bankwet 1998

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Directie Financiële Markten, d.d. 2 mei 2001, nr. FM 2001/643-M;

Gelet op de overdracht van de zorg voor het consumentenkrediet van de Minister van Economische Zaken aan de Minister van Financiën;

Gelet op de brief van 7 juli 2000, waarin het voornemen is aangekondigd om de Minister van Financiën te belasten met de zorg voor het consumentenkrediet en werkzaamheden in het kader van de Wet op het consumentenkrediet op te dragen aan De Nederlandsche Bank N.V.;

Gelet op artikel 9, onder c, van de Bankwet 1998;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Wij verlenen De Nederlandsche Bank N.V. toestemming om werkzaamheden uit te voeren ingevolge de Wet op het consumentenkrediet.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van het Staatsblad waarin het is geplaatst.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 9 mei 2001

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de negenentwintigste mei 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

In de Nota informatievoorziening aan consumenten van financiële diensten (Kamerstukken II, 1998/1999, 26 676, nr. 1), alsmede in de brief van de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 juli 2000 (Kamerstukken II, 1999/2000, 27 231, nr. 1) is geconstateerd dat de inhoud van de Wet op het consumentenkrediet (Wck) meer in overeenstemming diende te worden gebracht met de regelgeving voor andere financiële producten. In dit kader wordt thans gewerkt aan een herziening van de Wet op het consumentenkrediet.

Vooruitlopend op de herziening van de Wet op het consumentenkrediet wordt, vanwege een verdere integratie van het consumentenkrediet in de financiële sector, de zorg voor het consumentenkrediet overgedragen aan de Minister van Financiën. Vervolgens zullen, onder het regime van de huidige Wet op het consumentenkrediet, bevoegdheden die samenhangen met de uitvoering van de Wet op het consumentenkrediet worden gemandateerd aan De Nederlandsche Bank N.V. Met de herziene Wck zal de mogelijkheid worden gecreëerd om het toezicht aan De Nederlandsche Bank N.V. te delegeren.

Op basis van het Koninklijk Besluit verkrijgt De Nederlandsche Bank N.V. de toestemming tot het verrichten van werkzaamheden in het kader van de Wet op het consumentenkrediet.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven