Besluit van 26 april 2001, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Koffie- en cichorei-extracten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 december 2000, kenmerk GZB/VVB 2131294, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op Richtlijn nr. 1999/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake extracten van koffie en extracten van cichorei (PbEG L 66), alsmede op de artikelen 1, vierde lid, 4, eerste lid, 8 onder a, b en c, 12, 13 en 14 van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 27 februari 2001, no.W13.00.0606/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 april 2001, GZB/VVB 2173710, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    a. koffie-extract: de geconcentreerde waar die wordt verkregen door extractie van gebrande koffiebonen, waarbij uitsluitend water als extractiemiddel wordt gebruikt met uitsluiting van elk hydrolyseprocédé waarbij zuren of basen worden toegevoegd;

    b. cichorei: de voor de bereiding van dranken bestemde, met het oog op het drogen en branden naar behoren gereinigde wortels van Cichorium intybus L., die niet voor de productie van witlof worden aangewend;

    c. cichorei-extract: de geconcentreerde waar die wordt verkregen door extractie van gebrande cichorei, waarbij uitsluitend water als extractiemiddel wordt gebruikt met uitsluiting van elk hydrolyseprocédé waarbij zuren of basen worden toegevoegd.

  • 2. Dit besluit is niet van toepassing op «café torrefacto soluble».

Artikel 2

  • 1. Het is verboden koffie- en cichorei-extracten te bereiden of te verhandelen, die niet voldoen aan de bij dit besluit gestelde eisen met betrekking tot hun samenstelling.

  • 2. Het is verboden koffie- en cichorei-extracten te verhandelen anders dan met inachtneming van de voorschriften, bij dit besluit gesteld met betrekking tot hun aanduiding en tot het bezigen van vermeldingen.

  • 3. Het is verboden met gebruikmaking van de bij dit besluit aangegeven aanduidingen andere waren te verhandelen dan die waaraan die aanduidingen bij dit besluit zijn voorbehouden.

§ 2. Samenstelling

Artikel 3

  • 1. Koffie-extract bevat uitsluitend:

    – de oplosbare en aromatische bestanddelen van koffie,

    – de onoplosbare stoffen waarvan de aanwezigheid technisch niet is te vermijden, en

    – de uit koffie afkomstige onoplosbare oliën.

  • 2. Koffie-extract in vaste of pastavorm bevat geen andere bestanddelen dan die welke afkomstig zijn van de extractie van koffie.

  • 3. Het gehalte aan niet uit de cichorei afkomstige stoffen bedraagt bij cichorei-extract in vaste vorm en in pastavorm ten hoogste 1 gewichtsprocent.

  • 4. Vloeibaar koffie-extract bevat ten hoogste 12 gewichtsprocent al dan niet gebrande suiker(s).

  • 5. Vloeibaar cichorei-extract bevat ten hoogste 35 gewichtsprocent al dan niet gebrande suiker(s).

Artikel 4

  • 1. Het gehalte aan uit koffie afkomstige droge stof bedraagt:

    a. voor droog koffie-extract 95 of meer gewichtsprocent;

    b. voor koffie-extractpasta ten minste 70 en ten hoogste 85 gewichtsprocent;

    c. voor vloeibaar koffie-extract ten minste 15 en ten hoogste 55 gewichtsprocent.

  • 2. Het gehalte aan uit cichorei afkomstige droge stof bedraagt:

    a. voor cichorei-extract 95 of meer gewichtsprocent;

    b. voor cichorei-extractpasta ten minste 70 en ten hoogste 85 gewichtsprocent;

    c. voor vloeibaar cichorei-extract ten minste 25 en ten hoogste 55 gewichtsprocent.

§ 3. Aanduidingen en vermeldingen

Artikel 5

  • 1. De aanduidingen koffie-extract, oplosbaar koffie-extract, oploskoffie of instantkoffie mogen uitsluitend en moeten worden gebezigd voor koffie-extract.

  • 2. De aanduidingen cichorei-extract, oploscichorei of instantcichorei mogen uitsluitend en moeten worden gebezigd voor cichorei-extract.

  • 3. De in het eerste en tweede lid genoemde aanduidingen worden aangevuld, indien van toepassing, met de woorden: «pasta» of «in pastavorm».

  • 4. De in het eerste en tweede lid genoemde aanduidingen worden aangevuld, indien van toepassing, met de woorden: «vloeibaar» of «in vloeibare vorm».

Artikel 6

  • 1. De aanduiding van de waar koffie-extract wordt aangevuld met de vermelding «cafeïnevrij» indien in de daar bedoelde waar het gehalte aan watervrije cafeïne ten hoogste 0,3 gewichtsprocent bedraagt, berekend op de uit koffie afkomstige droge stof.

  • 2. De vermelding «geconcentreerd» als aanvulling op de aanduiding van de waar vloeibaar koffie-extract mag uitsluitend worden gebezigd, indien het gehalte aan droge, uit koffie afkomstige stof meer dan 25 gewichtsprocent bedraagt.

  • 3. De vermelding «geconcentreerd» als aanvulling op de aanduiding van de waar vloeibaar cichorei-extract mag uitsluitend worden gebezigd, indien het gehalte aan droge, uit cichorei afkomstige stof meer dan 45 gewichtsprocent bedraagt.

  • 4. De aanduiding van de waar vloeibaar koffie-extract wordt aangevuld met een van de volgende vermeldingen «met suiker», «verduurzaamd met suiker«, «met toegevoegde suiker» of «gebrand met suiker», waarbij het woord «suiker» wordt vervangen door de naam onderscheidelijk de namen van de gebruikte suikersoort(en).

  • 5. De aanduiding van de waar vloeibaar cichorei-extract wordt aangevuld met een van de volgende vermeldingen «met suiker», «verduurzaamd met suiker», «met toegevoegde suiker» of «gebrand met suiker», waarbij het woord «suiker» wordt vervangen door de naam onderscheidelijk de namen van de gebruikte suikersoort(en).

  • 6. De in het eerste, vierde en vijfde lid genoemde vermeldingen worden gebezigd in hetzelfde gezichtsveld als de aanduiding van de desbetreffende waar.

  • 7. De waren koffie-extractpasta en vloeibaar koffie-extract bevatten een vermelding inzake het minimumgehalte aan uit koffie afkomstige droge stof.

  • 8. De waren cichorei-extractpasta en vloeibaar cichorei-extract bevatten een vermelding inzake het minimumgehalte aan uit cichorei afkomstige droge stof.

  • 9. De vermeldingen bedoeld in het zevende en achtste lid worden uitgedrukt in gewichtsprocenten van het eindproduct.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 7

  • 1. Als methoden van onderzoek welke bij uitsluiting beslissend zijn voor de vaststelling of al dan niet is voldaan aan de bij dit besluit gestelde regels, worden aangewezen chromatografische, fysische, chemische en andere scheidingsmethoden, organoleptische bepalingsmethoden en detectiemethoden, alsmede de daartoe door een andere lid-staat van de Europese Unie aangewezen methoden.

  • 2. Onze Minister kan nadere regels vaststellen inzake de toepassing van het eerste lid.

Artikel 8

Van het Warenwetbesluit Koffie en cichorei1 komen de volgende artikelen te vervallen:

– artikel 1, eerste lid, onder b en c;

– artikel 3, vierde tot en met dertiende lid;

– artikel 5, tweede lid, onder b, en derde tot en met negende lid;

– artikel 7;

– artikel 10 tot en met 12;

– artikel 15;

– artikel 16.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat waren:

a. die voldoen aan het Warenwetbesluit Koffie en cichorei, zoals dat onmiddellijk voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit luidde, nog verhandeld mogen worden tot 13 september 2001;

b. die vóór 13 september 2001 rechtmatig zijn geëtiketteerd overeenkomstig het Warenwetbesluit Koffie en cichorei zoals dat onmiddellijk voor de inwerkingtreding van dit besluit luidde, nog in de handel mogen worden gebracht totdat de voorraden zijn opgebruikt.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit Koffie- en cichorei-extracten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 26 april 2001

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de vijftiende mei 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit is de implementatie van richtlijn nr. 1999/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake extracten van koffie en extracten van cichorei (PbEG L 66) (verder te noemen: richtlijn 1999/4/EG). Deze richtlijn vervangt richtlijn nr. 77/436/EEG van de Raad van 27 juni 1977 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake extracten van koffie en extracten van cichorei (verder te noemen: richtlijn 77/436/EEG). De richtlijn is aangepast overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Edinburgh (11 en 12 december 1992) dat bepaalde verticale richtlijnen op het gebied van levensmiddelen moeten worden vereenvoudigd.

Artikel 7 van richtlijn 1999/4/EG bepaalt dat richtlijn 1999/4/EG uiterlijk 13 september 2000 diende te zijn uitgevoerd. Deze datum is helaas wegens een gebrek aan ambtelijke menskracht niet gehaald. Bedrijven konden daardoor tot de inwerkingtreding van dit besluit geen rechten en vrijheden ontlenen aan overeenkomstig richtlijn 1999/4/EG gewijzigde Nederlandse wetgeving inzake extracten van koffie en van cichorei. Ieder bedrijf heeft evenwel de mogelijkheid zich ter zake te beroepen op de desbetreffende bepaling in richtlijn 1999/4/EG, aangezien die bepalingen volgens het Europese recht onder deze omstandigheden directe werking verkrijgen. Bovendien is hier sprake van (zeer) weinig normadressaten die over het algemeen zeer goed op de hoogte zijn van de vigerende regelgeving, waardoor zij geen nadeel hebben ondervonden van deze op zichzelf zeer betreurenswaardige gang van zaken.

Uiteindelijk zijn de belangen van bedrijven door deze te late implementatie derhalve niet in het geding geweest.

In vergelijking met richtlijn 77/436/EEG, is in richtlijn 1999/4/EG een aantal voorschriften verdwenen. Zo zijn, door de verdergaande Europese harmonisatie de regels voor additieven en een deel van de etiketteringseisen overbodig geworden. Ook is de vaststelling van een reeks van nominale hoeveelheden verdwenen. Het is de bedoeling dat deze vaststelling zal worden opgenomen in richtlijn nr. 80/232/EEG van de Raad van 15 januari 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten. De etiketteringsbepalingen voor producten die niet bestemd zijn om aan de eindverbruiker te worden geleverd (zoals geïmplementeerd in artikel 7 van het Warenwetbesluit Koffie en cichorei), zijn overigens ook vervallen.

Richtlijn 77/436/EEG was geïmplementeerd in het Warenwetbesluit Koffie en cichorei. Naast regelgeving over koffie-extracten en cichorei-extracten, bevat dit warenwetbesluit ook regels ten aanzien van koffie en cichorei. De regelgeving voor koffie en cichorei is afkomstig van de Benelux (Beschikking van het Comité van Ministers van 23 september 1991 inzake de harmonisatie der wetgevingen betreffende koffie en cichorei). Omdat de regelgeving ten aanzien van extracten van koffie en extracten van cichorei uitputtend is geregeld in Europees verband, ziet de Benelux-beschikking niet op deze producten.

Momenteel wordt bezien of de nog bestaande regelgeving van de Benelux op het gebied van levensmiddelen gehandhaafd moet blijven. Uit praktische overwegingen is er voor gekozen de implementatie van de Europese regelgeving los te maken van de implementatie van de Benelux-regelgeving en deze in twee aparte besluiten onder te brengen. In het Warenwetbesluit Koffie en cichorei is de Benelux-regelgeving opgenomen terwijl het Warenwetbesluit Koffie- en cichorei-extracten de implementatie van de Europese richtlijn betreft.

Artikelsgewijs

In artikel 1 zijn een aantal definities opgenomen. Het besluit is niet van toepassing op «café torrefacto soluble», een Spaanse koffie-specialiteit (een met suiker gebrande koffie). Artikel 2 bevat de gebruikelijke verbodsbepalingen. De artikelen 3 en 4 voorzien in samenstellingseisen. De artikelen 5 en 6 voorzien in aanduidingen en vermeldingen. Op grond van artikel 5, eerste lid, mag en moet het product «koffie-extract» één van de volgende aanduidingen bevatten: koffie-extract, oplosbaar koffie-extract, oploskoffie of instantkoffie. Het tweede lid van artikel 5 bevat eenzelfde bepaling voor cichorei-extract. Artikel 9 voorziet in een overgangstermijn en een uitverkooptermijn.

Transponeringstabel

Richtlijn nr. 1999/4/EGWarenwetbesluit Koffie- en cichorei-extracten
artikel 1artikel 1, tweede lid
artikel 2, onder aartikel 5 en artikel 6, tweede en derde lid
artikel 2, onder bartikel 6, eerste en zesde lid
artikel 2, onder cartikel 6, vierde tot en met zesde lid
artikel 2, onder dartikel 6, zevende tot en met negende lid
artikel 3 tot en met 6behoeft geen implementatie
artikel 7artikel 9
bijlageartikel 1, eerste lid, artikel 3 en artikel 4

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1993, 471, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 januari 1997, Stb. 20.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Cultuur.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 12 juni 2001, nr. 110.

Naar boven