Besluit van 20 april 2001 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 11 april 2001 (Aanpassing onderwijswetgeving aan derde tranche Awb) (Stb. 207), en de wet van 20 juni 1996 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Derde tranche Algemene wet bestuursrecht) (Stb. 333), voorzover het betreft de toepassing van laatstgenoemde wet op de in artikel VI, tweede lid, van die wet genoemde wetten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 13 april 2001, nr. 2001/14716 (6095), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel XIV van de wet van 11 april 2001, houdende aanpassing van een aantal wetten op het beleidsterrein van onderwijs, cultuur en wetenschappen aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere aanpassingen aan de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassing onderwijswetgeving aan derde tranche Awb) (Stb. 207), alsmede gelet op artikel VI van de wet van 20 juni 1996 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Derde tranche Algemene wet bestuursrecht) (Stb. 333), zoals gewijzigd bij de wet van 4 december 1997 (Aanpassingswet derde tranche Awb II) (Stb. 581);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 11 april 2001, houdende aanpassing van een aantal wetten op het beleidsterrein van onderwijs, cultuur en wetenschappen aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere aanpassingen aan de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassing onderwijswetgeving aan derde tranche Awb), Stb. 207, alsmede de wet van 20 juni 1996 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Derde tranche Algemene wet bestuursrecht) (Stb. 333), voorzover het betreft de toepassing van laatstgenoemde wet op de wetten, genoemd in artikel VI, tweede lid, van die wet, treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 20 april 2001

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

Uitgegeven de tiende mei 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel XIV van de wet «Aanpassing onderwijswetgeving aan derde tranche Awb» bepaalt dat zij in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In de memorie van toelichting bij dat artikel is vermeld dat bij dat koninklijk besluit tevens zal worden voorzien in de inwerkingtreding van de derde tranche Awb voor de onderwijswetten. Met de wet van 4 december 1997, Stb. 580 (Aanpassingswet derde tranche Awb II) is immers artikel VI van de wet van 20 juni 1996, Stb. 333 (Derde tranche Algemene wet bestuursrecht) gewijzigd in die zin dat bij koninklijk besluit een apart tijdstip van inwerkingtreding kan worden bepaald voor de toepassing van die wet op een aantal in artikel VI genoemde onderwijswetten. In het besluit van 11 december 1997, Stb. 581, is bepaald dat met ingang van 1 januari 1998 de derde tranche Awb in werking treedt met uitzondering van onder meer de toepassing van de derde tranche Awb op de onderwijswetten.

Het voorliggende besluit bepaalt deze inwerkingtreding op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

Naar boven