Besluit van 25 april 2001, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een artikel van de Wet van 13 december 2000, Stb. 2001, 67, houdende wijziging van enige wetten teneinde de aanspraak jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen en uitkeringen afhankelijk te maken van het in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens opgenomen gegeven omtrent het adres van een ingezetene

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid van 10 april 2001, Directoraat-Generaal Openbaar Bestuur, nr. BPR2001/U64332;

Gelet op Artikel XVII van de Wet van 13 december 2000, Stb. 2001, 67, houdende wijziging van enige wetten teneinde de aanspraak jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen en uitkeringen afhankelijk te maken van het in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens opgenomen gegeven omtrent het adres van een ingezetene;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel XIV van de Wet van 13 december 2000, Stb. 2001, 67, houdende wijziging van enige wetten teneinde de aanspraak jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen en uitkeringen afhankelijk te maken van het in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens opgenomen gegeven omtrent het adres van een ingezetene treedt in werking met ingang van 1 mei 2001.

Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 april 2001

Beatrix

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R. H. L. M. van Boxtel

Uitgegeven de derde mei 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven