Besluit van 3 april 2001 tot wijziging van het koninklijk
besluit van 24 december 1986, houdende vaststelling van een algemene maatregel
van bestuur als bedoeld in artikel 5 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering,
artikel 5 van de Ziektewet en artikel 5 van de Werkloosheidswet (Stb. 655)
(aanwijzing arbeidsverhouding topsporters als fictieve dienstbetrekking)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.F. Hoogervorst, van 5 februari 2001, Directie Sociale Verzekeringen, Nr.
SV/WV/01/6613;
Gelet op artikel 5 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering,
artikel 5 van de Ziektewet en artikel 5 van de Werkloosheidswet;
De Raad van State gehoord (advies van 23 februari 2001, no. W12.010078/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 27 maart 2001, Directie Sociale Verzekeringen,
nr. SV/WV/01/13508;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel I. Wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1986 (Stb. 655)
Het koninklijk besluit van 24 december 1986, houdende vaststelling van
een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 5 van de Wet op
de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 5 van de Ziektewet en artikel
5 van de Werkloosheidswet (Stb. 655)1 wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4a
Als dienstbetrekking wordt beschouwd de arbeidsverhouding van de topsporter
die op grond van het in overeenstemming met Onze Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport vastgestelde reglement van de stichting
Fonds voor de Topsporter een periodieke uitkering als tegemoetkoming in de
kosten van zijn levensonderhoud geniet.
B
In artikel 5, eerste lid, wordt de zinsnede «de artikelen 1, 3 en
4» vervangen door: de artikelen 1, 3, 4 en 4a.
Artikel II. Inwerkingtredingsbepaling
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1
januari 2001.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 3 april 2001
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst
Uitgegeven de zesentwintigste april 2001
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
Artikel 5, onderdeel c, van de Ziektewet (hierna: ZW), artikel 5, onderdeel
c, van de Werkloosheidswet (hierna: WW) en artikel 5, onderdeel c, van de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (hierna: WAO), bieden de mogelijkheid
om, bij algemene maatregel van bestuur, de arbeidsverhouding van degene, die
als beroep een tak van sport beoefent, te beschouwen als een dienstbetrekking.
In de op deze artikelen gebaseerde algemene maatregel van bestuur is van deze
mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
In dit besluit wordt geregeld dat de arbeidsverhouding van de topsporter
die op grond van de – met ingang van 1 januari 2001 in werking tredende –
stipendiumregeling een stipendium ontvangt, als fictieve dienstbetrekking
wordt beschouwd. Overigens wordt ook voor de loonbelasting de arbeidsverhouding
van deze sporter als fictieve dienstbetrekking beschouwd.
De stipendiumregeling is aangekondigd in de nota «Kansen voor Topsport»
van 23 februari 1999 van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport (hierna: VWS). Doel van deze regeling is dat topsporters door middel
van een stipendium in de kosten van hun levensonderhoud kunnen voorzien, zodat
zij zich volledig kunnen wijden aan het beoefenen van topsport. De regeling
voorziet in een maandelijks stipendium van ten hoogste 70% van het wettelijk
minimumloon en een onkostenvergoeding aan topsporters die de A-status hebben
verworven. De A-status wordt door de vereniging Nationaal Olympisch Comité
Nederlandse Sport Federatie (hierna: NOC*NSF) aan de topsporters verleend
en is gebaseerd op het door het NOC*NSF in overeenstemming met de minister
van VWS vastgestelde Statusreglement Topsporters.
De uitvoering van de stipendiumregeling wordt opgedragen aan de stichting
Fonds voor de Topsporter (hierna: Fonds), de werkgever. Dit Fonds is in samenwerking
met de minister van VWS en het NOC*NSF opgericht. Het stipendium wordt verstrekt
op grond van een uitkeringsreglement van het Fonds dat aan de minister van
VWS ter goedkeuring wordt voorgelegd. Het Fonds verstrekt het stipendium aan
de topsporter zolang deze de A-status behoudt en zolang de ter zake geldende
inkomensgrenzen niet worden overschreden. De topsporter is ten opzichte van
het Fonds gehouden zich gedurende de periode waarin hij een stipendium geniet,
naar behoren in te spannen tot behoud van de A-status, zulks ter beoordeling
van zowel de Landelijke Sport Organisaties als het NOC*NSF.
Indien en zolang de sporter een stipendium geniet is er sprake van verzekeringsplicht
voor de werknemersverzekeringen. Beslissingen met betrekking tot de toekenning,
hoogte, beëindiging etc. van het stipendium worden genomen door het Fonds.
Op verzoek van het Landelijk instituut sociale verzekeringen en het College
van toezicht sociale verzekeringen benadruk ik dat bij de uitvoering van de
werknemersverzekeringen wordt uitgegaan van deze beslissingen, die de uitvoeringsinstellingen
dan ook niet inhoudelijk toetsen.
Het Fonds zal worden aangewezen als de werkgever. Het wordt daarmee inhoudingsplichtige
voor de premies werknemersverzekeringen. Dit zal geschieden middels een wijziging
van de ministeriële regeling die reeds getroffen is op grond van onder
andere de artikelen 11 van de WAO, 12 van de ZW en 12 van de WW (ministeriële
regeling van 23 december 1986, Stcrt. 251).
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst
XNoot
1Laatstelijk gewijzigd bij besluit van 26 februari 1997, Stb. 100.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad
van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.