Besluit van 21 maart 2001, houdende de vijfentwintigste wijziging van het In- en uitvoerbesluit strategische goederen (goederen voor tweeërlei gebruik, apparatuur, constructies en programmatuur speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 4 december 2000, nr. WJZ 00073780, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Buitenlandse Zaken;

Gelet op verordening (EG) nr. 1334/2000 van de Raad van de Europese Unie van 22 juni 2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik (PbEG L 159) en op artikel 2 van de In- en uitvoerwet;

De Raad van State gehoord (advies van 2 februari 2001, nr. W10.00.0578/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 15 maart 2001, nr. WJZ 01014021, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Buitenlandse Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het In- en uitvoerbesluit strategische goederen1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel a, wordt vervangen door:

a. verordening nr. 1334/2000: verordening (EG) nr. 1334/2000 van de Raad van de Europese Unie van 22 juni 2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik (PbEG L 159);.

B

Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De uitvoer van goederen, aangewezen in bijlage I bij verordening nr. 1334/2000, zonder communautaire algemene uitvoervergunning bedoeld in artikel 6, eerste lid, van verordening nr. 1334/2000, dan wel zonder vergunning van Onze Minister of zonder geldige, in een andere lidstaat van de Europese Unie afgegeven vergunning, is verboden.

C

Artikel 3, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De regels, die in dit besluit zijn gesteld ten aanzien van de uitvoer van goederen, zijn met betrekking tot de goederen, aangewezen in de bijlage bij dit besluit en de goederen, aangewezen in bijlage IV bij verordening nr. 1334/2000, van overeenkomstige toepassing op het doen uitgaan van die goederen uit Nederland met als bestemming een andere lidstaat van de Europese Unie, uitgezonderd België en Luxemburg.

D

De bijlage bij het besluit wordt gewijzigd als volgt:

1. Bovenaan de bijlage wordt «Uitvoerbesluit strategische goederen 1963» vervangen door: In- en uitvoerbesluit strategische goederen.

2. Direct voor de ALGEMENE TECHNOLOGIE NOOT worden twee noten geplaatst, luidende:

Noot 1: Termen tussen «aanhalingstekens» zijn gedefinieerd. Zie lijst van definities.

Noot 2: De CAS nummers zijn voorbeelden. Ze omvatten niet alle chemicaliën en mengsels, bedoeld bij ML7.

3. Aan het slot van de ALGEMENE TECHNOLOGIE NOOT vervallen de zinnen vanaf «N.B.:».

4. Aan post ML3 wordt na noot 2 een nieuwe noot toegevoegd, luidende:

Noot 3: In ML3 worden niet bedoeld patronen speciaal ontworpen voor één van de volgende doeleinden:

a. signalering;

b. vogel verschrikken; of

c. ontsteken van gasvlammen bij oliebronnen.

5. In post ML4, onderdeel a, wordt « «militaire pyrotechnische middelen» » vervangen door: «militaire pyrotechnische» apparatuur.

6. Post ML7 wordt gewijzigd als volgt:

a. De noot onder het opschrift vervalt.

b. Onderdeel d komt te luiden:

d. Apparatuur speciaal ontworpen of aangepast voor de verspreiding van één van de volgende stoffen of middelen en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:

1. Materialen of stoffen, bedoeld in ML7.a. of c.; of

2. Voorlopers voor chemische oorlogvoering, bedoeld in ML7.b.;

3. In de onderdelen e en f wordt «in ML7.a.» telkens vervangen door: ML7.a. of c..

7. Post ML8 wordt gewijzigd als volgt:

a. Onderdeel a, onder 4, komt te luiden:

4. vervallen (zie 1C011d);

b. In onderdeel e, onder 33, wordt «polyamine en de zouten daarvan» vervangen door: polyamines en hun zouten.

c. In onderdeel e, onder 34, wordt «ethylpolyamine en de zouten daarvan» vervangen door: ethylployamines en hun zouten.

8. Post ML13, onderdeel b, komt te luiden:

b. combinaties en constructies van metallistische en niet-metallistische materialen speciaal ontworpen voor ballistische bescherming van militaire systemen en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor;

9. Aan post ML17 wordt na onderdeel l, onder verwijdering van «en» aan het slot van onderdeel k en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel l door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

m. bruggen speciaal ontworpen voor militair gebruik.

10. Post ML18 wordt gewijzigd als volgt:

a. In noot 2, onderdeel b, onder 8, vervalt de tekst tussen haakjes.

b. Na noot 2 wordt, onder vernummering van noot 3 tot noot 4, een nieuwe noot 3 ingevoegd, luidende:

Noot 3: De uitvoer van technologie of productiemateriaal voor niet-antieke lichte wapens, bedoeld in 2.b.8 van ML18 is niet toegestaan, zelfs niet als deze «technologie» of dat productiemateriaal wordt gebruikt voor de reproductie van antieke kleine wapens.

11. Aan Post ML21, onderdeel b, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 2 door een puntkomma, een nieuw onderdeel 3 toegevoegd, luidende:

3. «programmatuur» niet bedoeld bij ML21.a, b.1. of b.2., speciaal ontworpen of aangepast om apparatuur, niet bedoeld in de militaire goederenlijst, in staat te stellen de militaire functies uit te voeren van apparatuur, bedoeld in ML5., ML7.f., ML9.c., ML9.e., ML10.e., ML11., ML14., ML15., ML17.i. of ML18.

ARTIKEL II

Artikel 2, eerste lid, van het Besluit financieel verkeer strategische goederen 19962, komt te luiden:

  • 1. Artikel 1 is niet van toepassing op het financieel verkeer met betrekking tot strategische goederen waarvan de uitvoer zonder vergunning is verboden op basis van artikel 3, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1334/2000 van de Raad van de Europese Unie van 22 juni 2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik (PbEG L 159).

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag, liggende twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Artikel II werkt terug tot en met 28 september 2000.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 21 maart 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

G. Ybema

Uitgegeven de tiende april 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Inleiding

Met voorliggende wijziging van het In- en uitvoerbesluit strategische goederen (tot 29 april 2000 geheten: Uitvoerbesluit strategische goederen 1963) wordt in de eerste plaats gedeeltelijk uitvoering gegeven aan verordening (EG) nr. 1334/2000 van de Raad van de Europese Unie van 22 juni 2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik (PbEG L 159). In de tweede plaats wordt de bijlage bij het In- en uitvoerbesluit strategische goederen aangepast aan de laatste wijzigingen van de «munitions list» van «the Wassenaar Arrangement on export controls for conventional arms and dual-use goods and technologies» (hierna: WA).

Goederen voor tweeërlei gebruik

Op 30 juni 2000 is verordening (EG) nr. 1334/2000 van de Raad van de Europese Unie van 22 juni 2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PbEG L 159, hierna: de nieuwe verordening). Deze verordening vervangt verordening (EG) nr. 3381/94 van de Raad van de Europese Unie van 19 december 1994 tot instelling van een communautaire regeling voor exportcontrole op goederen voor tweeërlei gebruik (PbEG L 367; hierna: de oude verordening) en besluit nr. 94/942/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 19 december 1994 betreffende het gemeenschappelijk optreden, zoals door de Raad vastgesteld op grond van artikel J.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, ten aanzien van de controle op de uitvoer uit de Gemeenschap van goederen voor tweeërlei gebruik (PbEG L 367; hierna: het gemeenschappelijk optreden). In de oude verordening waren de procedurele bepalingen opgenomen inzake de exportcontrole op goederen voor tweeërlei gebruik (ook wel dual-use goederen genoemd) en in de bij het gemeenschappelijk optreden gevoegde bijlagen werden de goederen voor tweeërlei gebruik aangewezen. De nieuwe verordening bevat beide elementen. Inhoudelijk is de lijst met goederen voor tweeërlei gebruik (de nieuwe verordening spreekt van producten voor tweeërlei gebruik) niet gewijzigd. De oude verordening en het gemeenschappelijk optreden werden in Nederland uitgevoerd door middel van het In- en uitvoerbesluit strategische goederen. Daarbij werd in de artikelen 1, 2 en 3 verwezen naar de lijsten met goederen voor tweeërlei gebruik bij het gemeenschappelijk optreden. Deze verwijzingen worden bij dit besluit vervangen door verwijzingen naar de bij de nieuwe verordening behorende bijlagen. Daarnaast introduceert de nieuwe verordening een nieuw type uitvoervergunning, te weten de communautaire algemene uitvoervergunning van de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Het betreft een vergunning voor de export van een deel van de goederen voor tweeërlei gebruik naar een beperkt aantal bestemmingen, zoals Australië, Hongarije, Japan en de Verenigde Staten van Amerika. Deze vergunning is als zodanig opgenomen in genoemde bijlage II en behoeft derhalve niet te worden aangevraagd. Zij geldt voor iedereen die de desbetreffende goederen naar de desbetreffende landen exporteert. Om gebruik te kunnen maken van de vergunning moet wel voldaan zijn aan enkele, eveneens in bijlage II opgenomen, voorwaarden, waaronder een registratie- en meldingsplicht. Registratie en melding moeten op grond van bijlage II bij de bevoegde instanties van de lidstaten plaatsvinden. Tegen besluiten in verband met registratie en melding staan de gebruikelijke nationale bestuursrechtelijke rechtsmiddelen open. Tegen de inhoud van de communautaire algemene uitvoervergunning staan, als onderdeel van de Europese regelgeving, de EU-rechtelijke rechtsmiddelen open. In artikel 2, tweede lid, wordt bij de voorliggende wijziging een verwijzing naar deze vergunning opgenomen. Dit heeft tot gevolg dat degene die zich ten onrechte op de gelding van de communautaire algemene uitvoervergunning beroept, het verbod van artikel 2, eerste lid, overtreedt en derhalve strafbaar is.

De nieuwe verordening is in werking getreden met ingang van 28 september 2000. Met ingang van dezelfde datum is het gemeenschappelijk optreden ingetrokken. Op een dergelijk korte termijn kon het In- en uitvoerbesluit strategische goederen slechts door middel van een zogenaamde spoedregeling op grond van artikel 7 van de In- en uitvoerwet worden gewijzigd. Dit is gebeurd bij regeling van 20 september 2000, Stcrt. 186. Deze regeling wordt thans vervangen door artikel I, onderdelen A tot en met C, van dit besluit. Opgemerkt zij dat hiermee de uitvoering van de nieuwe verordening nog niet volledig is. Voor een volledige uitvoering van de nieuwe verordening is tevens een wijziging van de In- en uitvoerwet noodzakelijk. Een aantal bepalingen van de nieuwe verordening kan alleen na wetswijziging strafbaar worden gesteld. Een wetsvoorstel hiertoe zal zo spoedig mogelijk in procedure worden gebracht.

Ook het Besluit financieel verkeer strategische goederen 1996 bevatte in artikel 2, eerste lid, een verwijzing naar de oude verordening. Het artikellid kwam er op neer, dat de vergunningplicht op grond van dat besluit niet gold voor de goederen voor tweeërlei gebruik waarvoor een uitvoerverbod gold op grond van de oude verordening. De totstandkoming van de nieuwe verordening maakt aanpassing van artikel 2, eerste lid, van dat besluit noodzakelijk. De Wet financiële betrekkingen buitenland 1994, waarop het Besluit financieel verkeer strategische goederen 1996 is gebaseerd, kent geen spoedvoorziening als die van artikel 7 van de In- en uitvoerwet. Om toch te voorkomen dat in de periode vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe verordening (28 september 2000) tot de inwerkingtreding van dit besluit een vergunningplicht op grond van het Besluit financieel verkeer strategische goederen 1996 geldt met betrekking tot goederen voor tweeërlei gebruik, bepaalt artikel III dat de wijziging van laatstgenoemd besluit terug werkt tot en met 28 september 2000.

WA

Uitgangspunt van het nationale wapenexportbeleid is dat terughoudendheid moet worden betracht en transparantie moet worden bevorderd bij de export van conventionele wapens. Met een vergunningplicht op basis van het In- en uitvoerbesluit strategische goederen controleert de Nederlandse overheid de uitvoer van bepaalde goederen conform internationale afspraken hierover. Een van die afspraken is het WA, een beleidsafspraak die op 12 juli 1996 werd bekrachtigd door 33 landen in Wassenaar. Doel van het WA is een bijdrage te leveren aan de regionale en internationale veiligheid en stabiliteit. Daarbij bepalen de deelnemende landen aan het WA gezamenlijk welke goederen zij aan exportcontrole onderwerpen. De afspraken betreffen zowel goederen voor tweeërlei gebruik als militaire goederen. De afspraken inzake de eerste soort goederen worden uitgevoerd voor de gehele EG door middel van de nieuwe verordening en bijlage I daarbij. Voorheen gebeurde dit door middel van de oude verordening en het gemeenschappelijk optreden. De militaire goederen worden opgenomen op de zgn. «munitions list». Omdat geen Europese regels bestaan voor militaire goederen (artikel 296 EG verhindert dit) worden de afspraken hieromtrent nationaal uitgevoerd. De goederen van de «munitions list» worden opgenomen in de bijlage bij het In- en uitvoerbesluit strategische goederen.

Enkele posten van de «munitions list» zijn onlangs gewijzigd. Om deze reden wordt ook de bijlage bij het In- en uitvoerbesluit strategische goederen gewijzigd. Kort gezegd gaat het om de volgende wijzigingen:

a. Een wijziging van de plaats van enkele noten alsmede redactionele wijzigingen in de posten ML4, ML7, ML8 en ML 18; deze hebben geen inhoudelijke wijzigingen tot gevolg;

b. Aan post ML3 is een Noot toegevoegd waarin wordt aangegeven dat bepaalde patronen niet aan exportcontrole zijn onderworpen. Het gaat hierbij om patronen welke speciaal ontworpen zijn voor niet-militaire doeleinden zoals voor het ontsteken van gasvlammen bij oliebronnen;

c. Onderdeel d van post ML7 is uitgebreid. Hiermee zijn apparatuur voor de verspreiding van materialen, bedoeld in ML7.c. en apparatuur voor de verspreiding van voorlopers voor chemische oorlogsvoering, bedoeld in ML7.b. aan exportcontrole onderworpen. Onderdeel e van post ML 7 is uitgebeid. Hiermee zijn ook uitrusting speciaal ontworpen voor de bescherming tegen traangassen en stoffen voor oproerbeheersing, bedoeld in ML7.c. aan exportcontrole onderworpen. Ook onderdeel f van ML7 is uitgebreid. Hiermee is apparatuur speciaal ontworpen voor opsporing en identificatie van stoffen bedoeld in ML.7.c. aan exportcontrole onderworpen.

d. Onderdeel a.4. van post ML8 is komen te vervallen. Beryllium (Nitroguanidine (NQ)) is thans ondergebracht in de lijst van goederen voor tweeërlei gebruik (paragraaf 1.C011.d.) en is als zodanig reeds aan exportcontrole onderhevig.

e. Als gevolg van de uitbreiding van onderdeel b van post ML13 worden nu ook speciaal ontworpen onderdelen voor combinaties en constructies van metallische en niet-metallische materialen speciaal ontworpen voor ballistische bescherming van militaire systemen aan exportcontrole onderworpen.

f. Aan post ML17 wordt een nieuw onderdeel m toegevoegd. Hiermee worden bruggen speciaal ontworpen voor militair gebruik aan exportcontrole onderworpen.

g. Aan post ML21 wordt een nieuw onderdeel b.3 toegevoegd. Hiermee is aan exportcontrole onderworpen programmatuur, welke speciaal ontworpen is om apparatuur die niet bedoeld is in de militaire goederenlijst, in staat te stellen om militaire functies uit te voeren van bepaalde apparatuur die wel is bedoeld in de militaire goederenlijst.

Tenslotte is het opschrift van de bijlage alsnog aangepast aan de wijziging van de citeertitel van het besluit bij de wijziging van 23 november 1999 (Stb. 516).

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

G. Ybema


XNoot
1

Stb. 1963, 128, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 november 1999, Stb. 516.

XNoot
2

Stb. 1996, 552, gewijzigd bij besluit van 23 november 1999, Stb. 516.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Economische Zaken.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 8 mei 2001, nr. 88.

Naar boven