Besluit van 21 maart 2001 tot wijziging van het Loonbesluit overheidswerknemers en het Besluit subsidieverstrekking WW in verband met het onder de WW en ZW brengen van overheidswerknemers

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 14 februari 2001, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/WV/01/9212;

Gelet op artikel 16e van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en artikel 69 van de Werkloosheidswet;

De Raad van State gehoord (advies van 1 maart 2001, No. W12.01 0088/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 16 maart 2001, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/WV/01/15 569;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I. Wijziging Loonbesluit overheidswerknemers

Artikel 1a, eerste lid, van het Loonbesluit overheidswerknemers1 komt te luiden:

  • 1. Als loon in de zin van artikel 4 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering wordt aangemerkt:

    a. wachtgeld uit hoofde van een dienstbetrekking die is geëindigd voor 1 januari 2001;

    b. wachtgeld uit hoofde van een dienstbetrekking die is geëindigd op of na 1 januari 2001, voorzover de periode waarover het recht op wachtgeld zich uitstrekt niet samenvalt met de periode waarover het, in verband met dezelfde werkloosheid ontstane, recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet, bedoeld in hoofdstuk IIa of IIb van die wet, inclusief een eventuele verlenging van die duur op grond van artikel 76 van die wet zich uitstrekt; en

    c. uitkering wegens ziekte tenzij in verband met die ziekte tevens recht is ontstaan op uitkering op grond van de Ziektewet.

Artikel II. Wijziging Besluit subsidieverstrekking WW

In artikel 3 van het Besluit subsidieverstrekking WW2 wordt na «per wachtgeldfonds» ingevoegd: , alsmede voor het Uitvoeringsfonds voor de overheid,.

Artikel III. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2001.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 21 maart 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de derde april 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Loonbesluit overheidswerknemers

Het overheidspersoneel is per 1 januari 2001 onder de werkingssfeer van de Werkloosheidswet (WW) en Ziektewet (ZW) gebracht (Besluit van 17 juli 1999 tot vaststelling van het tijdstip van aanvang van fase 2 en fase 3 van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen; Stb. 354). De op dat moment bestaande (zieke) wachtgelders zullen evenwel eerst per 1 januari 2003 in aanmerking komen voor een WW-uitkering of ZW-uitkering. Het eerder onder de ZW brengen van deze wachtgelders is uitvoeringstechnisch onmogelijk. Binnen de groep overige bestaande ziektegevallen (niet wachtgelders) is in dit kader een onderscheid gemaakt. Daarbij zijn die gevallen waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij na 1 januari 2001 nog geruime tijd zullen doorlopen direct onder de ZW gebracht. Het gaat hierbij om degenen die op 31 december 2000 verlof genieten in verband met zwangerschap en bevalling terwijl de vastgestelde duur van dit verlof eindigt na 31 januari 2001 en om de langdurig ziektegevallen, waarvan wordt vastgesteld dat hun recht op bezoldiging of uitkering wegens ziekte vanaf 31 december 2000 of eerder ononderbroken heeft doorgelopen tot en met 15 februari 2001. Voor deze laatste groep betekent dit dat een recht op ZW-uitkering zal worden toegekend met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2001. De overige bestaande gevallen, waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat die op of kort na 1 januari 2001 zullen herstellen, komen op 1 januari 2001 niet onder de ZW te vallen.

Tot het moment dat de bestaande ziektegevallen en de wachtgelders onder de werkingssfeer van de ZW respectievelijk de WW worden gebracht, is hun verzekering voor de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) geregeld door middel van de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 december 1997, nr. SV/WV/97/5281, houdende het aanwijzen van regelingen als bedoeld in artikel 7, onderdeel d, alsmede van gevallen als bedoeld in artikel 7a, onderdeel b, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stcrt. 249). De wachtgelders en degenen die uitkering wegens ziekte na beëindiging van het dienstverband ontvangen, worden op grond van die regeling voor de toepassing van de WAO aangemerkt als werknemer. Die regeling is per 1 januari 2001 aangepast, teneinde te bewerkstelligen dat een wachtgeld of uitkering wegens ziekte niet tot verzekering voor de WAO leidt, als dat wachtgeld of die uitkering een aanvulling betreft op de WW- of ZW-uitkering. In verband hiermee wordt in het onderhavige besluit het bereik van artikel 1a van het Loonbesluit overheidswerknemers beperkt, teneinde te voorkomen dat over de aanvullende uitkering die de gewezen overheidswerknemer naast de WW-uitkering of ZW-uitkering zou ontvangen, premie verschuldigd zou zijn.

Overheidswerknemers die op of na 1 januari 2001 werkloos worden hebben recht op WW-uitkering. Tijdens het ontvangen van deze WW-uitkering zijn zij verzekerd voor de WAO. Indien zij, na het bereiken van de maximale duur van de WW-uitkering, recht hebben op een nawettelijk wachtgeld zijn zij hiervoor, zonder nadere regeling, niet WAO-verzekerd. Op grond van de huidige regeling is er gedurende de hele periode waarin recht op wachtgeld bestaat sprake van WAO-verzekering. Om sociale partners de tijd te geven om in de arbeids-voorwaardelijke sfeer een vergelijkbare regeling voor het nawettelijk traject af te spreken blijft de WAO-verzekering van nawettelijk wachtgeld gehandhaafd tot 1 januari 2003 (per die datum vervalt het Loonbesluit overheidswerknemers). Over dit wachtgeld is derhalve ook premie verschuldigd.

Besluit subsidieverstrekking WW

Op grond van artikel 69 van de WW kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) subsidies verstrekken voor tijdelijke projecten, die ten doel hebben het beroep op een uitkering krachtens de WW terug te dringen. Voor de marktsectoren worden deze subsidies ten laste van de wachtgeldfondsen gebracht, voor de overheidssectoren zullen de subsidies ten laste van het Uitvoeringsfonds voor de overheid komen.

In het Besluit subsidieverstrekking WW is bepaald dat het Lisv per wachtgeldfonds een subsidieplafond vaststelt, daarbij geadviseerd door de sectorraden. Hieraan wordt toegevoegd dat het Lisv eveneens een subsidieplafond vaststelt voor het Uitvoeringsfonds.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Stb. 1996, 97, gewijzigd bij besluit van 8 april 1998, Stb. 243.

XNoot
2

Stb. 1999, 200.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven