Besluit van 12 februari 2001 tot wijziging van het
Legesbesluit visa met het oog op verhoging van visumleges
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken van 27 december
2000, nr. DJZ/BR/0900–00;
Gelet op artikel 2 van de Wet van 9 mei 1890 tot nadere regeling
van de heffing en bestemming van kanselarijleges;
De Raad van State gehoord (advies van 25 januari 2001, nr. W02.01.0005/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Buitenlandse Zaken van
2 februari 2001, nr. DJZ/BR/0090-01;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Legesbesluit visa1 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, onderdelen a en b, komen te luiden:
a. een doorreisvisum: een doorreisvisum als bedoeld in artikel 1.2, tweede
lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000;
b. een reisvisum: een reisvisum als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid,
van het Vreemdelingenbesluit 2000;.
B
Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2
Aan kanselarijleges worden geheven voor de afgifte aan de grens van:
a. een transitvisum: f 44,07;
b. een transitvisum, aangebracht in een collectief paspoort of op een
collectieve lijst: f 44,07 en f 4,41 per persoon;
c. een reisvisum: f 110,19;
d. een reisvisum, aangebracht in een collectief paspoort of op een collectieve
lijst: f 132,22 en f 4,41 per persoon.
C
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3
Aan kanselarijleges worden geheven voor het aanbrengen in het binnenland
van een wijziging of verlenging, al dan niet onder territoriale beperking
tot het grondgebied van de Benelux of van Nederland, in:
a. een reisvisum:
1°. f 55,09 voor een verlenging met ten hoogste dertig dagen,
2°. f 66,11 voor een verlenging met meer dan dertig tot ten hoogste
negentig dagen;
b. een reisvisum, aangebracht in een collectief paspoort of op een collectieve
lijst: f 66,11 en f 2,20 per persoon.
D
De artikelen 4 en 5 vervallen.
E
In artikel 6 wordt «f 60» vervangen door: f 88,15.
F
In artikel 7 wordt «De in de artikelen 2, 3, 4 en 5 genoemde kanselarijleges»
vervangen door: De in dit besluit vastgestelde kanselarijleges.
ARTIKEL II
In artikel 2 van het Legesbesluit visa wordt «transitvisum»
telkens vervangen door: doorreisvisum.
ARTIKEL III
1. Artikel I, onderdelen B tot en met F, treedt in werking met ingang van
de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt
geplaatst.
2. Artikel I, onderdeel A, en artikel II treden in werking met ingang van
de dag waarop artikel 1.2 van het Vreemdelingenbesluit 2000 in werking treedt.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootLech, 12 februari 2001
Beatrix
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. van Aartsen
Uitgegeven de negenentwintigste maart 2001
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
Op 12 november 1998 werd in Beneluxverband besloten de visumrechten aan
te passen aan de niveaus die in het kader van «Schengen» zijn
afgesproken. Het daartoe strekkende ontwerp-besluit van het Uitvoerend Comité
Schengen is gepubliceerd in de Staatscourant van 4 november 1994, nr. 213.
Het onderhavige besluit strekt ertoe voor visumverlening aan de grens
en voor visumverlenging bij de vreemdelingendiensten de leges aan te passen.
Het niveau en de systematiek van aanpassing van de leges zijn het resultaat
van de op harmonisatie gerichte onderhandelingen tussen de Schengenlanden.
Voor Nederland leidt dit tot een verhoging van 50% van het sinds 1990 ongewijzigde
niveau.
Voor de goede orde zij vermeld dat de leges voor visumverlening door de
posten in het buitenland in het kader van de Wet op de Kanselarijrechten 1948
zijn geregeld. Met het oog op de invoering van het nieuwe tariefniveau zijn,
met toepassing van artikel 11, onder A, van die wet, de coëfficiënten
waarmee de bedragen die in die wet zijn neergelegd moeten worden vermenigvuldigd,
opnieuw vastgesteld (regeling van 20 augustus 1999, nr. DJZ/BR/1090–98,
Stcrt. 162). Op voet van artikel 2, onder G, van de wet is bij koninklijk
besluit voorts voorzien in de invoering van enkele nieuwe posten (Besluit
van 26 augustus 1999, Stb. 383; laatstelijk gewijzigd bij Besluit van 29 november
2000, Stb. 536).
ARTIKELEN
Artikel II
Artikel II betreft een technische wijziging van het Legesbesluit visa
in verband met de aanpassing aan de terminologie van het Vreemdelingenbesluit
2000. Laatstgenoemd besluit strekt tot uitvoering van de Vreemdelingenwet
2000; het Vreemdelingenbesluit zal worden ingetrokken. Artikel 1.2 van het
Vreemdelingenbesluit 2000 bevat onder andere de begripsomschrijving van «doorreisvisum»
ter vervanging van het begrip «transitvisum» uit artikel 1 van
het Vreemdelingenbesluit. De term «doorreisvisum» is ontleend
aan de Schengen Uitvoeringsovereenkomst (SUO). Voor de volledigheid zij opgemerkt
dat inhoudelijke wijzigingen niet zijn beoogd en dat het doorreisvisum tevens
het zogenaamde luchthaventransitvisum omvat, ook al wordt hiermee geen toegang
tot het Schengengebied verkregen.
Artikel III
Artikel III voorziet erin dat de invoering van het begrip «doorreisvisum»
in het Legesbesluit visa gelijktijdig met het Vreemdelingenbesluit 2000 –
althans artikel 1.2 daarvan – in werking treedt. De Minister van Justitie
streeft ernaar om zowel de Vreemdelingenwet 2000 als het Vreemdelingenbesluit
2000 met ingang van 1 april 2001 in werking te laten treden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. van Aartsen
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van
State, omdat het zonder meer instemmend luidt.