Besluit van 19 maart 2001, houdende uitvoering van artikel V van de Rijkswet van 8 maart 2001, Stb. 132, tot wijziging van de Paspoortwet, onder andere in verband met het daarin opnemen van enige bepalingen ter voorkoming van misbruik van reisdocumenten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid van 16 maart 2001, Directoraat-Generaal Openbaar Bestuur, nr. BPR2001/U61150;

Gelet op artikel V van de Rijkswet van 8 maart 2001, Stb. 132, tot wijziging van de Paspoortwet, onder andere in verband met het daarin opnemen van enige bepalingen ter voorkoming van misbruik van reisdocumenten;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdeel A, C, eerste, derde en vierde lid, E, F, G, H, I, J, K, M, N, O, P, Q,R, eerste, tweede en derde lid, T, U, V, X, Y, eerste tot en met zesde lid, Z, AA, BB, DD, EE, FF, GG, HH, II, JJ, artikel II, tweede en derde lid, artikel III, eerste lid en artikel IV, van de Rijkswet van 8 maart 2001, Stb. 132, tot wijziging van de Paspoortwet, onder andere in verband met het daarin opnemen van enige bepalingen ter voorkoming van misbruik van reisdocumenten, treden in werking met ingang van 1 april 2001.

Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 19 maart 2001

Beatrix

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R. H. L. M. van Boxtel

Uitgegeven de zevenentwintigste maart 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven