Besluit van 19 maart 2001 tot aanpassing van enkele algemene maatregelen van bestuur aan de Vreemdelingenwet 2000 (Justitie)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie, mede namens de Minister van Justitie, van 1 februari 2001, Directie Wetgeving, nr. 5078614/01/6;

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000;

De Raad van State gehoord (advies van 23 februari 2001, nr. W03.01.0069/I);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie, mede namens de Minister van Justitie van 12 maart 2001, nr. 5083748/01/6;

Hebben goedgevonden en verstaan;

ARTIKEL I

In artikel 2, onder o, van het Besluit inlichtingen justitiële documentatie¹, wordt «Vreemdelingenwet» vervangen door: Vreemdelingenwet 2000.

ARTIKEL II

Artikel 3a van het Besluit nevenzittingsplaatsen² wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt «artikel 34a van de Vreemdelingenwet» vervangen door: hoofdstuk 5 van de Vreemdelingenwet 2000.

b. In het tweede lid wordt «artikel 33a, derde en vierde lid, van de Vreemdelingenwet» vervangen door: artikel 71, derde en vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000.

ARTIKEL III

In artikel 14, eerste lid, onder e, van het Besluit politieregisters³ wordt «Vreemdelingenwet (Stb. 1965, 40)» vervangen door: Vreemdelingenwet 2000.

ARTIKEL IV

In artikel 2, aanhef en onder 4, van het Besluit registratie justitiële gegevens⁴, wordt «de Vreemdelingenwet» vervangen door: de Vreemdelingenwet 2000.

ARTIKEL V

De bijlage, bedoeld in artikel 3 van het Transactiebesluit 1994⁵ (Stb. 2000, 500), wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift «Nummers E 801–E 836: Vreemdelingenwet (VrW) en Vreemdelingenbesluit (VB)» wordt vervangen door: Nummers E 801–E 836: Vreemdelingenwet 2000 (VrW) en Vreemdelingenbesluit 2000 (VB).

b. Bij feit E 801 wordt «22 lid 1 VB» vervangen door: 4.4 lid 1 VB.

c. Feit E 807 a wordt als volgt gewijzigd:

1. De omschrijving, beginnend na het gedachtestreepje, komt te luiden:

– het exemplaar van de bemanningslijst hetwelk hem na controle door de ambtenaar, belast met de grensbewaking, terug is gegeven, onder zijn berusting te houden en desgevorderd onmiddellijk ter inzage te geven aan een ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen

2. «29 sub a VB» wordt vervangen door: 4.12 sub a VB.

d. Feit E 807 b wordt als volgt gewijzigd:

1. De omschrijving, beginnend na het gedachtestreepje, komt te luiden:

– onmiddellijk kennis te geven aan een ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen van elke aanmonstering van een vreemdeling of van elke uit een oogpunt van grensbewaking of vreemdelingentoezicht van belang zijnde afwezigheid van een vreemdeling die tot de bemanning van zijn schip behoort

2. «29 sub b VB» wordt vervangen door: 4.12 sub b VB.

e. Feit E 807 c wordt als volgt gewijzigd:

1. De omschrijving, beginnend na het gedachtestreepje, komt te luiden:

– tijdig kennis te geven aan een ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen van het voornemen tot afmonstering van een vreemdeling die lid is van de bemanning van zijn schip

2. «29 sub c VB» wordt vervangen door: 4.12 sub c VB.

f. De aanhef van feit E 817 komt te luiden:

als vreemdeling niet op vordering van de korpschef van het regionale politiekorps waarin de gemeente is gelegen waar de vreemdeling verblijft, namens de Minister van Justitie, binnen de in de vordering aangegeven tijd

g. Bij feit E 817 a wordt «58 lid 1 VB» vervangen door: 4.38 lid 1 VB.

h. Bij feit E 817 b wordt «58 lid 2 VB» vervangen door: 4.38 lid 2 VB.

i. Feit E 820 wordt als volgt gewijzigd:

1. De omschrijving komt te luiden:

als vreemdeling, die geen rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000, niet onmiddellijk van zijn aanwezigheid mededeling doen aan de korpschef van de gemeente waar hij verblijft.

2. «59 Vb jo 44 VrW» wordt vervangen door: 4.39 VB jo 108 VrW.

j. Feit E 823, aanhef en onder a tot en met d, vervalt.

k. Feit E 825 wordt als volgt gewijzigd:

1. De omschrijving komt te luiden:

als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 12 van de Vreemdelingenwet 2000 is toegestaan in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf langer dan drie maanden, zich niet binnen drie dagen na zijn binnenkomst in Nederland in persoon melden bij de korpschef van de gemeente waar hij verblijft.

2. «66 Vb» wordt vervangen door: 4.47 VB.

l. Bij feit E 827 wordt «65 VB» vervangen door: 4.45 VB.

m. Feit E 830 wordt als volgt gewijzigd:

1. De omschrijving komt te luiden:

als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 12 van de Vreemdelingenwet 2000 is toegestaan in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden, zich niet binnen drie dagen na zijn binnenkomst in Nederland in persoon melden bij de korpschef van de gemeente waar hij verblijft.

2. «67 VB» wordt vervangen door: 4.48 VB.

n. Feit E 832 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de omschrijving wordt «twee dagen» vervangen door: drie dagen.

2. «68 VB» wordt vervangen door: 4.49 VB.

o. Feit E 834 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de omschrijving wordt «twee dagen» vervangen door: drie dagen.

2. «69 VB» wordt vervangen door: 4.50 VB.

p. Feit E 836 a wordt als volgt gewijzigd:

1. De omschrijving komt te luiden:

als vreemdeling geen rechtmatig verblijf hebben, in afwachting van de feitelijke mogelijkheid tot vertrek of uitzetting

2. «70 lid 1a VB» wordt vervangen door: 4.51 lid 1 sub a VB

q. Feit E 836 b wordt als volgt gewijzigd:

1. De omschrijving komt te luiden:

als vreemdeling rechtmatig verblijf hebben als bedoeld in artikel 8, onder f, g of h, van de Vreemdelingenwet 2000

2. «70 lid 1b VB» wordt vervangen door: 4.51 lid 1 sub b VB

ARTIKEL VI

Het Vreemdelingenbesluit 2000⁶ wordt als volgt gewijzigd:

a. In artikel 8.1, tweede lid, wordt «bedoeld in bijlage 1a, onderdeel b, onder b» vervangen door: bedoeld in bijlage 1a.

b. In artikel 8.3, eerste lid, onder e, wordt «de artikelen 57 en 63 van de Wet personenvervoer 2000» vervangen door: artikel 4, tweede lid, van de Wet personenvervoer 2000.

ARTIKEL VII

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Vreemdelingenwet 2000 (Stb. 2000, 495) in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

^histnoot

's-Gravenhage, 19 maart 2001

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

De Staatssecretaris van Justitie,

N. A. Kalsbeek

Uitgegeven de negenentwintigste maart 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit strekt tot aanpassing van enkele algemene maatregelen van bestuur het Ministerie van Justitie betreffende, aan de Vreemdelingenwet 2000 (gepubliceerd in Staatsblad 2000, 495) en het Vreemdelingenbesluit 2000 (gepubliceerd in Staatsblad 2000, 497).

De aanpassingen blijven beperkt tot het noodzakelijke. Het betreft het aanpassen van de verwijzingen naar de Vreemdelingenwet 2000. Deze worden niet afzonderlijk toegelicht.

Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruikt gemaakt om in de artikelen 8.1, tweede lid, en 8.3, eerste lid, onder e, een kleine verschrijving in het Vreemdelingenbesluit 2000 te herstellen.

Dit besluit zal tezamen met de Vreemdelingenwet 2000 in werking treden.

Het onderhavige besluit bevat geen aanpassing van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria en het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000. De aanpassing van beide besluiten zal in een afzonderlijke algemene maatregel van bestuur worden neergelegd. De reden daarvoor is gelegen in de bijzondere procedure die bij de totstandkoming gevolgd dient te worden. Voor beide besluiten geldt namelijk een zogenaamde voorhangprocedure van vier weken op grond van de Wet op de rechtsbijstand. Het moet worden voorkomen, dat de inwerkingtreding van het onderhavige besluit afhankelijk is van de uitkomst van deze voorhangprocedure. Bovendien gaat aanpassing van deze besluiten verder dan het enkele aanpassen van verwijzingen naar de Vreemdelingenwet 2000. Zo zal in het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 rekening gehouden moeten worden met rechtsbijstand tijdens de voornemenprocedure. Daarover vindt overleg plaats met betrokken partijen, waaronder de advocatuur en de rechtsbijstand. Benadrukt zij, dat de rechtspositie van de vreemdeling die om rechtsbijstand verzoekt na inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet 2000 niet in geding is.

Voor wat de aanpassing van artikel 8, onder a, van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria betreft wordt opgemerkt, dat de uitzondering die voorheen voor de toelating als vluchteling gold, zal gelden voor alle categorieën vreemdelingen, bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000. Bovendien zal bedoelde uitzondering ook van toepassing zijn op de aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning voor bepaalde alsmede op die voor onbepaalde tijd, bedoeld in de artikelen 28 en 33 van de Vreemdelingenwet 2000.

Artikelsgewijs

Artikel VII Transactiebesluit 1994

Ten opzichte van de bijlage, bedoeld in artikel 3 van het Transactiebesluit 1994, zoals dat op 1 januari 2001 in werking is getreden, is feit E 823 vervallen. Dit omdat in het Vreemdelingenbesluit 2000 zelf niet langer een verplichting voor de vreemdeling is opgenomen om de in feit E 823 bedoelde gegevens te verstrekken. Deze verplichting volgt uit de Algemene wet bestuursrecht (artikelen 5:16, 5:17 en 5:20).

Voorts wordt opgemerkt, dat de termijn van aanmelding bij de korpschef die voorheen in de feiten E 832 en E 834 op twee dagen was gesteld, in overeenstemming met het Vreemdelingenbesluit 2000 terzake op drie dagen is gesteld. Voor het overige zijn de feitomschrijvingen in lijn gebracht met de terminologie van het Vreemdelingenbesluit 2000.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

De Staatssecretaris van Justitie,

N. A. Kalsbeek

---

1 Stb. 1958, 466, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 december 2000, Stb. 2001, 8.

2 Stb. 1992, 331, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 22 juni 2000, Stb. 273.

3 Stb. 1991, 56, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 30 januari 2001, Stb. 54.

4 Stb. 1958, 467, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 9 augustus 1999, Stb. 353.

5 Stb. 1994, 390, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 december 2000, Stb. 563.

6 Stb. 2000, 497.

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Justitie.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 10 april 2001, nr. 71.