Wet van 12 februari 2001 tot wijziging van de Abw, de IOAW en de IOAZ in verband met het verruimen van de mogelijkheid tot tijdelijke ontheffing van de sollicitatieverplichting ten behoeve van deelnemers aan sociale-activeringsactiviteiten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de mogelijkheid voor gemeenten tot ontheffing van de sollicitatieverplichting voor belanghebbenden op grond van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen die deelnemen aan sociale activeringsactiviteiten te verruimen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Algemene bijstandswet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 43, tweede lid, onderdeel o, onder 2, wordt «of artikel 113, vierde lid» vervangen door: artikel 113, vierde lid, of artikel 114a.

B

Na artikel 114 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 114a

Burgemeester en wethouders kunnen de belanghebbende die deelneemt aan activiteiten die bijdragen tot sociale activering als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de Wet inschakeling werkzoekenden, ontheffing verlenen van de verplichting, bedoeld in artikel 113, eerste lid, onder a, voor ten hoogste de duur van die activiteiten.

C

In artikel 8, zesde lid, onderdeel b, wordt «zich te onderwerpen» vervangen door: mee te werken.

ARTIKEL II

In de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers2 wordt na artikel 37 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 37a

Burgemeester en wethouders kunnen de belanghebbende die deelneemt aan activiteiten die bijdragen tot sociale activering als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de Wet inschakeling werkzoekenden, ontheffing verlenen van de verplichting, bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder a, voor ten hoogste de duur van die activiteiten.

ARTIKEL III

In de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen3 wordt na artikel 37 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 37a

Burgemeester en wethouders kunnen de belanghebbende die deelneemt aan activiteiten die bijdragen tot sociale activering als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de Wet inschakeling werkzoekenden, ontheffing verlenen van de verplichting, bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder a, voor ten hoogste de duur van die activiteiten.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te Lech, 12 februari 2001

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de zesde maart 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1995, 199, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 december 2000, Stb. 2001, 67.

XNoot
2

Stb. 1995, 205, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 december 2000, Stb. 2001, 67.

XNoot
3

Stb. 1995, 206, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 december 2000, Stb. 2001, 67.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1999/2000, 2000/2001, 27 221.

Handelingen II 2000/2001, blz. 2780–2787; 2818.

Kamerstukken I 2000/2001, 27 221 (147, 147a).

Handelingen I 2000/2001, blz. 867.

Naar boven