Besluit van 21 februari 2000 tot wijziging van het Transactiebesluit 1994, in verband met enige technische wijzigingen, alsmede van de bij dit besluit behorende bijlage

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 19 januari 2000, nr. 5004627/00/6;

Gelet op artikel 74c van het Wetboek van Strafrecht;

De Raad van State gehoord (advies van 15 februari 2000, no. W03.00.0022/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 17 februari 2000, nr. 5012224/00/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Transactiebesluit 19941 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, tweede lid, onderdeel b, wordt «na ambtenaren» ingevoegd:

werkzaam bij de Koninklijke marechaussee.

B

Artikel 2, vijfde lid, wordt als volgt gewijzigd:

Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel d door een punt vervalt onderdeel e.

C

Artikel 10, derde lid, wordt vervangen door twee leden, die luiden:

  • 3. De hoofdofficier van justitie wint periodiek rapport in van de korpschefs van de regionale politiekorpsen over de wijze waarop de onder hen ressorterende in het arrondissement hun dienst uitoefenende ambtenaren gebruik hebben gemaakt van de verleende transactiebevoegdheid. De korpschefs zenden hun rapporten in door tussenkomst van de betrokken korpsbeheerder.

  • 4. Het hoofd van het landelijk parket, bedoeld in artikel 137, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, wint periodiek rapport in van de korpschef van het Korps landelijke politiediensten over de wijze waarop de onder deze ressorterende ambtenaren gebruik hebben gemaakt van de verleende transactiebevoegdheid. De korpschef zendt zijn rapport in door tussenkomst van de korpsbeheerder.

D

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid vervalt en het tweede en derde lid worden vernummerd tot eerste en tweede lid.

2. In het eerste lid wordt na «Wat» ingevoegd: het Korps landelijke politiediensten en.

ARTIKEL II

De bijlage, bedoeld in artikel 3 van het Transactiebesluit 1994, komt als volgt te luiden:

Bijlage als bedoeld in artikel 3 van het Transactiebesluit 1994

Verklaring van de categorie-aanduidingen:

Categorie-indeling A: (gedragingen die betrekking hebben op het Voertuigreglement)

2 – Personenauto's;

3 – Bedrijfsauto's;

4 – Motorfietsen;

5 – Driewielige motorrijtuigen;

6 – Bromfietsen;

7 – Motorrijtuigen met beperkte snelheid;

8 – Landbouwtrekkers;

9 – Fietsen;

10 – Invalidenvoertuigen, uitgerust met een verbrandingsmotor of een elektromotor en voorzien van een gesloten carrosserie;

11 – Invalidenvoertuigen, uitgerust met een elektromotor en niet voorzien van een gesloten carrosserie;

12 – Aanhangwagens met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;

13 – Aanhangwagens met een toegestane maximum massa van niet meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;

14 – Aanhangwagens achter landbouwtrekkers en achter motorrijtuigen met beperkte snelheid;

15 – Aanhangwagens achter motorfietsen (15a) of bromfietsen (15b);

16 – Aanhangwagens achter fietsen op twee wielen;

17 – Wagens.

Categorie-indeling B: (overige gedragingen)

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

3 – Bromfietsers, snorfietsers en bestuurders van invalidenvoertuigen met motor;

4 – Fietsers en bestuurders van invalidenvoertuigen zonder motor;

5 – Voetgangers;

6 – Overige weggebruikers;

7 – Schippers;

8 – Een ieder.

FeitOvertreden artikelCategorie
Afdeling A. Verkeer te land
      
Nummers K 005–K 160: Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994)
      
K005 als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl krachtens de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften de inlevering van het rijbewijs is gevorderd dan wel het rijbewijs is ingenomen9 lid 7 WVW 19941/2
      
K020 als bestuurder van een motorrijtuig rijden, terwijl het kentekenbewijs is ingevorderd36 lid 3 sub c WVW 1994  
K020a– na deugdelijk herstel 1/2
      
K070 als bestuurder beneden de 16 jaar een motorrijtuig besturen, zijnde110 lid 1 WVW 1994 jo artikel 5 sub b RR  
K070a– een bromfiets 3
K070b– een invalidenvoertuig 3
K070c– een landbouwtrekker 1
K070d– een motorrijtuig met beperkte snelheid (niet zijnde een stoom- of motorwals) 1
      
K145bals bestuurder handelen in strijd met een of meer aan een ontheffing verbonden voorschriften betreffende de lengte/breedte/hoogte/massa en/of begeleiding150 lid 2 WVW 19941
      
K160aals bestuurder, die in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift, de gegeven bevelen niet opvolgen160 lid 6 WVW 19941/2/3/4/6
K160bals bestuurder van een voertuig in het kader van het beroepsgoederenvervoer, die in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift, de gegeven bevelen niet opvolgen160 lid 6 WVW 19941
      
Nummers N 150–P 351: Voertuigreglement (VR)
      
Als bestuurder van een voertuig rijden terwijl:
      
4 – Krachtoverbrenging
N150bdan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl het na 31-12-1987 in gebruik genomen voertuig, met een toegestane maximum massa van meer dan 12 000 kg niet is voorzien van een snelheidsbegrenzer5.3.15 VR3
N150cdan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl de na 31-12-1987 in gebruik genomen bus met een toegestane maximum massa van meer dan 10 000 kg niet is voorzien van een snelheidsbegrenzer5.3.15 VR3
N150ddan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl de snelheidsbegrenzer niet aan de eisen voldoet5.3.15 VR3
      
8 – Reminrichting
   niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 particulier gebruik) de vermindering bedraagt5.*.38 VR  
      
N381e– meer dan 2,0 m/s2 2/4/5/12
   niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik) de vermindering bedraagt5.*.38 VR  
N381g– 0,51 t/m 1,0 m/s2 3/12
N381h– 1,01 t/m 1,5 m/s2 3/12
N381i– 1,51 t/m 2,0 m/s2 3/12
N381j– meer dan 2,0 m/s2 3/12
      
1 – Afmetingen en massas
      
Lengte samenstel (onbeladen) c.q. indien geen sprake is van uitstekende lading
   de maximum lengte van het samenstel van voertuigen wordt overschreden, met een overschrijding5.18.11 VR  
      
P111cvan meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 2/3/5/7/8
P111dvan meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 2/3/5/7/8
      
Lengte; uitstekende lading voorzijde
   de lading van een beladen samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, dat wordt gebruikt voor het vervoer van voertuigen, langer dan 20 meter:5.18.13 VR  
P130kvan meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 3/12
P130lvan meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 3/12
      
Lengte; uitstekende lading achterzijde
   de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk meer dan 0,60 meter van de uiterste achterzijde is aangebracht (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding5.18.12 VR 5.18.21 VR  
P121cvan meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 3/12
P121dvan meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 3/12
      
Lengte; ondeelbare lading
   de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding5.18.13 VR 5.18.21 VR  
P131cvan meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 3/12
P131dvan meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 3/12
      
   de som van de aslasten van de aangekoppelde middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van meer dan 12 000 kg meer bedraagt dan de som van aslasten van het trekkend motorrijtuig5.18.31 VR  
P310c– meer dan 50% 12
P310d– meer dan 75% 12
      
3 – Reminrichting
   niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt5.18.35 lid 1 VR  
P350e– meer dan 2,0 m/s2 2/4/5
      
   niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt5.18.35 lid 1 VR  
P350g– 0,51 t/m 1,0 m/s2 3
P350h– 1,01 t/m 1,5 m/s2 3
P350i– 1,51 t/m 2,0 m/s2 3
P350j– meer dan 2,0 m/s2 3
      
   de remvertraging van het samenstel niet voldoet aan die van het trekkend voertuig, de vermindering bedraagt5.18.35 lid 2 VR  
P351e– meer dan 2,0 m/s2 7/8
      
Nummers R 412–R 630: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)
      
Hoofdstuk 2. Verkeersregels
      
XI. Het plaatsen van fietsen en bromfietsen
      
R412 een (brom)fiets plaatsen anders dan op het trottoir, voetpad, in de berm of door het bevoegde gezag aangewezen plaatsen27 RVV 19903/4
      
Hoofdstuk 3. Verkeerstekens
      
Verkeersborden
R587 een (brom)fiets plaatsen in strijd met bord E3 (verbod (brom)fietsen te plaatsen)62 jo. bord E3 RVV 19903/4
      
Hoofdstuk 4. Aanwijzingen
      
   als weggebruiker niet   
R627a– opvolgen van de in de Bijlage II vastgestelde aanwijzing om te stoppen, gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare verkeersbrigadiers82 lid 1 jo. 82 lid 3 ivm Bijlage II RVV 19901/2/3/4/6
R627b– stoppen voor een stopteken dat bestaat uit een bord F10 van Bijlage I van het RVV 1990, dan wel een rode lamp, dan wel een rode vlag, gegeven door een begeleider van een railvoertuig82 lid 4 RVV 19901/2/3/4/5/6
      
   als weggebruiker niet opvolgen van de in de Bijlage II RVV 1990 vastgestelde aanwijzingen  
R630b– gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare verkeersregelaar82 lid 1* ivm Bijlage II RVV 19901/2/3/4/5/6
      
Nummers K 800–K 825: Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (WRM 1993)
      
K800 rijonderricht geven zonder in het bezit te zijn van het vereiste certificaat (particulier)7 lid 1 WRM 19938
      
   rijonderricht geven terwijl het certificaat:   
K810a– niet geldig is voor het rijonderricht dat wordt gegeven7 lid 2 onder a WRM 19938
K810b– niet voldoet aan de vastgestelde eisen inzake inrichting en uitvoering7 lid 2 onder b WRM 19938
K810c– niet behoorlijk leesbaar is7 lid 2 onder c WRM 19938
      
   als houder niet (tijdig) inleveren van een ongeldig verklaard certificaat voor  
K815a– rijonderricht15 lid 4 WRM 19938
K815b– vakbekwaamheid22 lid 5 WRM 19938
      
K820 het certificaat niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven24 WRM 19938
      
K825 het instructeursbewijs, dan wel het bewijs van ontheffing niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgegeven28 WRM 19938
      
Nummers A 914–A 918: Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM)
      
   als bezitter, als houder of als degene aan wie het kenteken is opgegeven, zonder dat voor dat motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, de vereiste verzekering is gesloten en in stand is gehouden, daarmee30 lid 1 WAM  
A914a– op een weg doen rijden of toelaten dat op een weg wordt gereden 8
A914b– op een weg laten staan of toelaten dat op een weg wordt gestaan 8
A914c– buiten een weg deelnemen aan het verkeer op een terrein 8
A914d– buiten een weg toelaten dat wordt deelgenomen aan het verkeer op een terrein 8
      
A915 als bezitter, als houder of als degene aan wie het kenteken is opgegeven, voor een motorrijtuig waarvoor een kenteken is afgegeven niet de vereiste verzekering sluiten en in stand houden30 lid 2 WAM8
      
   als bestuurder van een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, zonder dat daarvoor de vereiste verzekering is gesloten en in stand is gehouden, daarmee30 lid 4 WAM  
A917a– rijden 1/2
A917b– staan op een weg 1/2
A917c– buiten een weg deelnemen aan het verkeer op een terrein 1/2
      
A918 als degene aan wie het kenteken voor een motorrijtuig is opgegeven, niet voldoen aan de vordering tot het ter inzage verstrekken van een verzekeringsbewijs34 lid 3 WAM8
      
Afdeling B. Verkeer te water
      
Nummers W 010–W 166: Binnenvaartpolitiereglement (BPR) Plaatselijke verordeningen (Pl.V.)
      
Snelle motorboten
W010 als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen zonder dat de motorboot is geregistreerd8.01 lid 1 BPR7
      
W011 als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat deze is geregistreerd8.05 jo. 8.01 lid 1 BPR8
      
W012 als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen, terwijl deze wel is geregistreerd, doch niet ten name van de eigenaar8.01 lid 1 BPR7
      
W013 als eigenaar of houder van een snelle motorboot die wel is geregistreerd, doch niet ten name van de eigenaar, geen zorg hebben gedragen dat deze ten name van de eigenaar is geregistreerd8.05 jo. 8.01 lid 1 BPR8
      
W014 als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen zonder dat het voorgeschreven registratieteken is aangebracht8.02 lid 1 BPR7
      
W015 als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken is aangebracht8.05 jo. 8.02 lid 1 BPR8
      
W016 als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen terwijl het voorgeschreven registratieteken niet op de voorgeschreven wijze is aangebracht8.02 lid 1 BPR7
      
W017 als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat het voorgeschreven registratieteken op de voorgeschreven wijze is aangebracht8.05 jo. 8.02 lid 1 BPR8
      
W018 als schipper van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, aan de scheepvaart deelnemen zonder dat het voorgeschreven registratieteken is aangebracht8.02 lid 2 BPR7
      
W019 als eigenaar of houder van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken is aangebracht8.05 jo. 8.02 lid 2 BPR8
      
W020 als schipper van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, aan de scheepvaart deelnemen terwijl het voorgeschreven registratieteken niet op de voorgeschreven wijze is aangebracht8.02 lid 2 BPR7
      
W021 als eigenaar of houder van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken op de voorgeschreven wijze is aangebracht8.05 jo. 8.02 lid 2 BPR8
      
W022 als schipper van een snelle motorboot het registratiebewijs niet aan boord hebben8.01 lid 2 BPR7
      
W023 als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat het registratiebewijs aan boord is8.05 jo. 8.01 lid 2 BPR8
      
W032 als bestuurder van een snelle motorboot, die qua constructie niet veilig staande kan worden bestuurd, tijdens het varen niet zitten op de bestuurderszitplaats8.04 lid 1a BPR7
      
W034 als bestuurder van een snelle motorboot, deze staande besturen zonder een reddingsvest te dragen8.04 lid 5 BPR7
      
W036 als bestuurder van een snelle motorboot varen zonder gebruik te maken van de «dodemans-knop»8.04 lid 1b BPR7
      
W038 als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een deugdelijke geluiddempende inrichting voor de afvoer van uitlaatgassen8.03 sub b BPR7
      
W039 als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een deugdelijke geluiddempende inrichting voor de afvoer van uitlaatgassen8.05 jo. 8.03 sub b BPR8
      
W040 als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een technische voorziening waardoor bij het onderbreken van de besturing de voortstuwingsmiddelen onmiddellijk tot stilstand of nagenoeg tot stilstand komen («dodemans-knop»)8.03 sub d BPR7
      
W041 als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een technische voorziening waardoor bij het onderbreken van de besturing de voortstuwingsmiddelen onmiddellijk tot stilstand of nagenoeg tot stilstand komen («dodemans-knop»)8.05 jo. 8.03 sub d BPR8
      
W042 als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een deugdelijk brandblusapparaat8.03 sub f BPR7
      
W043 als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een deugdelijk brandblusapparaat8.05 jo. 8.03 sub f BPR8
      
   als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een voor alle opvarenden voldoende aantal reddingsvesten en/of drijfkussens:8.03 sub e BPR  
W044a– bij ontbreken van één 7
W044b– bij ontbreken van twee 7
W044c– bij ontbreken van drie 7
W044d– bij ontbreken van vier 7
W044e– bij ontbreken van vijf of meer 7
      
   als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een voor alle opvarenden voldoende aantal reddingsvesten en/of drijfkussens:8.05 jo. 8.03 sub e BPR  
W045a– bij ontbreken van één 8
W045b– bij ontbreken van twee 8
W045c– bij ontbreken van drie 8
W045d– bij ontbreken van vier 8
W045e– bij ontbreken van vijf of meer 8
      
W050 als schipper van een snelle motorboot doen waterskiën of op soortgelijke wijze van de vaarweg gebruik doen maken waar c.q. wanneer waterskiën verboden is8.06 lid 1 c.q. teken A14 BPR7
      
W051 als waterskiër waterskiën of op soortgelijke wijze van de vaarweg gebruik maken waar c.q. wanneer waterskiën verboden is8.06 lid 1 c.q. teken A14 BPR8
      
W052 als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een mede-opvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk (geen uitkijk)8.06 lid 2 BPR7
      
W054 als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een mede-opvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk (aanwezige uitkijk jonger dan 12 jaar)8.06 lid 2 BPR7
      
W056 als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een mede-opvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk (aanwezige uitkijk tussen 12 – 15 jaar)8.06 lid 2 BPR7
      
Snelheidsovertredingen
   als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan 20 km/uur, waar dat verboden is en wel een overschrijding van6.02 lid 3 BPR  
W065 tot 6 km/uur 7
      
W066 6 tot 15 km/uur 7
      
W067 15 tot 25 km/uur 7
      
W068 25 tot 35 km/uur 7
      
W069 35 km/uur of meer 7
      
   als schipper van een klein schip sneller varen dan toegestaan, en wel een overschrijding van5.01 BPR i.v.m. versteken B6  
W075 tot 6 km/uur 7
      
W076 6 tot 15 km/uur 7
      
W077 15 tot 25 km/uur 7
      
W078 25 tot 35 km/uur 7
      
W079 35 km/uur of meer 7
      
   als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan 9 km/uur, waar dat verboden is, en wel een overschrijding van5.01 BPR i.v.m. de Regeling Rijkswater 
W085 tot 6 km/uur 7
      
W086 6 tot 15 km/uur 7
      
W087 15 tot 25 km/uur 7
      
W088 25 tot 35 km/uur 7
      
W089 35 km/uur of meer 7
      
   als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan toegestaan en wel een overschrijding van Plaatselijke regeling  
W095 tot 6 km/uur 7
      
W096 6 tot 15 km/uur 7
      
W097 15 tot 25 km/uur 7
      
W098 25 tot 35 km/uur 7
      
W099 35 km/uur of meer 7
      
Overige
W150 als schipper van een schip varen terwijl het sturen niet wordt verricht door een persoon die de voorgeschreven leeftijd heeft bereikt1.09 lid 1 BPR7
      
W152 als schipper van een snelle motorboot varen terwijl het sturen niet wordt verricht door een persoon van tenminste 18 jaar1.09 lid 4 BPR7
      
W156 als schipper van een schip varen terwijl niet aan boord is een bijgewerkt exemplaar van het Binnenvaartpolitiereglement1.11 BPR7
      
   als schipper van een schip bij het meren of verhalen gebruik maken van   
W158a– verkeerstekens1.13 lid 1 BPR7
W158b– andere voorwerpen dan die daarvoor bestemd zijn7.04 lid 3 BPR7
      
W160 als schipper van een zeilplank, daarmee varen in een voor de doorgaande vaart bestemd gedeelte van de vaarweg9.05 BPR7
      
W162 als schipper van een zeilplank, daarmee varen in een gedeelte van de vaarweg waar dit verboden isPlaatselijke regeling7
      
   als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet zijn aangebracht   
W164a– schip2.01 BPR7
W164b– klein schip2.02 BPR7
      
   als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet op de voorgeschreven wijze zijn aangebracht  
W166a– schip2.01 BPR7
W166b– klein schip2.02 BPR7
      
Nummers W 300–W 305: Binnenschepenwet (BIW)
      
   als schipper van een schip op binnenwateren varen zonder dat hij is voorzien van een geldig16 BIW  
W300b– klein vaarbewijs (als bedoeld in artikel 18 BIW) 7
      
W305 als schipper niet op eerste vordering een geldig vaarbewijs of een het vaarbewijs vervangend document behoorlijk ter inzage afgeven52a BIW7
      
Nummers W 400 – W 485: Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (WVBB), Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (BVBB), Besluit Rijnvaartpolitiereglement 1995 (BRPR 1995) en Reglement onderzoek schepen op de Rijn (ROSR)
      
Wisseling van de exploitatiewijze
   als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid bij een wisseling van de exploitatiewijze de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)7 BVBB/ 23.07 ROSR  
W420a– 1 uur 7/8
W420b– 2 uren 7/8
W420c– 3 uren 7/8
W420d– 4 uren 7/8
      
Dagvaart
   als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)5 BVBB/ 23.06 ROSR  
W425a– 1 uur 7/8
W425b– 2 uren 7/8
W425c– 3 uren 78
W425d– 4 uren 7/8
      
   als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de vaart tussen 22.00 uur en 06.00 uur wordt onderbroken, met (geen overschrijding van de vaar-/rusttijd)10 lid 1 BVBB/23.05 ROSR 
W435a– 1 uur 7/8
W435b– 2 uren 7/8
W435c– 3 uren 7/8
W435d– 4 uren 7/8
      
Semi-continuvaart
   als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)6 BVBB/23.06 ROSR  
W440a– 1 uur 7/8
W440b– 2 uren 7/8
W440c– 3 uren 7/8
W440d– 4 uren 7/8
      
   als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de vaart tussen 23.00 uur en 05.00 uur wordt onderbroken, met (geen overschrijding van de vaar-/rusttijd)10 lid 2 BVBB/23.05 ROSR  
W445a– 1 uur 7/8
W445b– 2 uren 7/8
W445c– 3 uren 7/8
W445d– 4 uren 7/8
      
Continuvaart
   als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)8 BVBB/23.06 ROSR  
W450a– 1 uur 7/8
W450b– 2 uren 7/8
W450c– 3 uren 7/8
W450d– 4 uren 7/8
      
Minimumbemanning
   als gezagvoerend schipper varen terwijl of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat, tijdens de vaart de minimumbemanning zich voortdurend aan boord bevindt, bij het ontbreken van15 lid 1 BVBB/23.01 ROSR  
W455a– 1 bemanningslid 7/8
W455b– 2 bemanningsleden 7/8
      
Bescheiden
   als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de schipper in het bezit is van een Rijnschipperspatent, een vaarbewijs, dan wel een bewijs van bekwaamheid voor de binnenvaart   
W460a– binnenvaart18 onderdeel a BVBB/23.04 lid 5.1 ROSR7/8
W460b– zeescheepvaart op binnenwateren29 onderdeel b BVBB/20.03 ivm 23.04 lid 5.1 ROSR7/8
      
W465 als gezagvoerend schipper/bemanningslid varen terwijl of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat het betrokken bemanningslid niet in het bezit is van een dienstboekje24 lid 1 BVBB/23.04 lid 1 ROSR7/8
      
W470 als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat een vaartijdenboek aan boord van het schip aanwezig is25 BVBB/23.08 ROSR7/8
      
   als gezagvoerend schipper het vaartijdenboek niet dan wel niet op de juiste wijze bijhouden of als werkgever hier voor geen zorg hebben gedragen, over een periode van:27 lid 1, 2 en 3 BVBB/23.08 ROSR  
W475a– 1 dag 7/8
W475b– 2 dagen 7/8
W475c– 3 dagen 7/8
      
   als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat het vorige ongeldige vaartijdenboek aan boord wordt bewaard, gedurende een periode27 lid 4 BVBB/23.08 lid 3 ROSR  
W480a– van 1 week voorafgaande aan de ingebruikname van het nieuwe vaartijdenboek 7/8
      
   als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de registraties van de tachograaf in chronologische volgorde aan boord worden bewaard, gedurende een periode11 BVBB/23.08 lid 5 ROSR  
W485a– van 1 week na de laatste aantekening 7/8
      
Afdeling C. Milieu
      
Nummers H 002–H 106: Wet milieubeheer (Wm), Plaatselijke verordening (Pl.V.) en Model Afvalstoffenverordening (MAV)
      
Huishoudelijke afvalstoffen
H002 huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aanbieden, terwijl men geen gebruiker van het perceel isPl.V.8
      
H003 de voorgeschreven categorieën huishoudelijke afvalstoffen niet afzonderlijk ter inzameling aanbiedenPl.V.8
      
H004 huishoudelijke afvalstoffen anders aanbieden dan via het aangewezen inzamelmiddelPl.V. 8
      
H005 het inzamelmiddel voor andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen gebruiken, dan waarvoor het bestemd isPl.V. 8
      
H006 huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven plaatsen en wijzen aanbiedenPl.V.8
      
H007 afvalstoffen via het voor dat perceel toegewezen inzamelmiddel aanbieden, terwijl men niet de gebruiker van dat perceel isPl.V. 8
      
H008 via een inzamelvoorziening op wijkniveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening bestemd isPl.V. 8
      
H009 huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aanbiedenPl.V. 8
      
H010 via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor het brengdepot bestemd isPl.V. 8
      
H011 huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via brengdepot op lokaal of regionaal niveau aanbiedenPl.V. 8
      
H012 categorieën huishoudelijke afvalstoffen, die zonder inzamelmiddel moeten worden aangeboden, niet op de voorgeschreven wijzen ter inzameling aanbiedenPl.V. 8
      
H013 huishoudelijke afvalstoffen op andere dan de vastgestelde dagen en tijden ter inzameling aanbiedenPl.V. 8
      
H014 andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst aanbiedenPl.V.8
      
H015 niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden, de door B en W aangewezen categorieën van afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffenPl.V. 8
      
H016 afvalstoffen die ter inzameling gereed staan doorzoeken en verspreidenPl.V. 8
      
H017 andere afvalstoffen dan straatafval achterlaten in daartoe van gemeentewege geplaatste of voorgeschreven bakkenPl.V.8
      
H018 afvalstoffen op of in de bodem te brengen of te houden, te verbranden, te bewaren, over te laden of anderszins te bewerken, te verwerken of te vernietigen28.1 MAV8
      
H019 afvalstoffen op een zodanige plaats opslaan of opgeslagen houden dat deze vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar zijn29.1 MAV8
      
H020 afvalstoffen zodanig te vervoeren dat de weg kan worden verontreinigd of het milieu kan worden beïnvloed30 MAV8
      
H096 als particulier afval, vuilnis of andere stoffen of voorwerpen buiten een daarvoor bestemde verzamelplaats op of in de bodem plaatsen, storten, werpen, uitgieten, laten vallen, laten lopen of houden, hetgeenPl.V.  
H096a– verontreiniging, beschadiging of onvoldoende afwatering van een weg tot gevolg heeft 8
H096b– aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu 8
      
Autowrakken
H106 een autowrak aanwezig hebben op een voor het publiek zichtbare plaats (verdachte is verplicht het voertuig bij een legale verwerker af te leveren)10.17 lid 1 Wm8
      
Nummers H 161–H 176: Vuurwerkbesluit (Vb)
      
   vuurwerk voorhanden hebben dat niet voldoet aan de gestelde eisen (uitgezonderd handel)3 Vb  
H161a– strijkers 1 t/m 100 stuks 8
H161b– strijkers 101 t/m 300 stuks 8
      
H166 vuurwerk is niet voorzien van de aanduiding: bestemd voor particulier gebruik (uitgezonderd handel)4 Vb8
      
H171 vuurwerk afsteken buiten de toegestane tijden (31–12 10.00 uur tot 01–01 02.00 uur)12 lid 1 Vb8
      
H176 vuurwerk voorhanden hebben op een publiek toegankelijke plaats (uitgezonderd handel)13 lid 1 Vb8
      
Nummers H 200–H 205: Geluidshinder
      
H200 rumoer of burengerucht verwekken waardoor de nachtrust kan worden verstoord431 WvSr8
      
H205 als particulier met toestellen of geluidsapparaten dan wel op andere wijze handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt, of toelaten dat deze handelingen worden verrichtPl.V.8
      
Nummers H 300–H 330: Plaatselijke verordeningen (Pl.V.)
      
H300 zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op voor publiek toegankelijke parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken dan wel in/tussen aanplantingen, bloemperken, heester- of struikgewassen, die op of aan de weg liggenPl.V. 8
      
H305 zonder daartoe bevoegd te zijn schade toebrengen aan bomen, heesters, bloemen of grasperken in een park, een bos of op andere dergelijke plaatsenPl.V. 8
      
H310 met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrookPl.V.1/2/3/4/6
      
H311 met een voertuig rijden (crossen) door een park/ plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrookPl.V. 1/2/3/4/6
      
H315 roken in bos, duin dan wel andere dergelijke gebieden op tijd en plaats waarop dit niet is toegestaanPl.V. 8
      
   het is verboden in de openlucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebbenPl.V.  
H320a– het afbranden van slootkanten, bermen en/of talud 8
H320b– overige situaties 8
      
   als eigenaar of houder van een hond er niet voor zorgen dat deze zich niet van uitwerpselen ontdoetPl.V.  
H325a– op een weggedeelte (mede) bestemd voor voetgangers 8
H325b– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide 8
H325c– op een andere dan door burgemeester en wethouders aangewezen plaats 8
      
H330 met een pleziervaartuig varen in/door rietkragen, biezen of ander opstaand gewas dan wel een pleziervaartuig daar afmerenPl.V.8
      
Nummer H 425: Jachtwet (JW)
      
H425 niet verhinderen dat de hond die onder zijn toezicht staat wild zoekt, bemachtigt dan wel doodt op grond waar hij niet bevoegd is te jagen25 JW8
      
Nummer H 710: Wet op de openluchtrecreatie (WodO)
      
H710 voor recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden, buiten kampeerterreinen waarvoor een vergunning, vrijstelling of ontheffing is verleend15 lid 1 WodO8
      
Afdeling D. Wetboek van Strafrecht
      
Nummers D 515–D 537: Wetboek van Strafrecht (WvSR)
      
D515 door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse naam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats, adres waarop hij in de basisad-ministratie persoonsgegevens als ingezetene staat ingeschreven, of woon- of verblijfplaats opgeven435, onder 4 WvSr8
      
D530 zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevinden453 lid 1 WvSr8
      
   zonder daartoe gerechtigd te zijn zich bevinden:460 WvSr  
D535i– op grond die bezaaid, bepoot of beplant is, of ter bezaaiing, bepoting of beplanting is gereedgemaakt 1/2/3/4/5/6/8
D535j– gedurende de maanden mei tot en met oktober op enig wei- of hooiland 1/2/3/4/5/6/8
      
D537 zonder daartoe gerechtigd te zijn zich te bevinden op eens anders grond, waarvan de toegang hem op voor hem blijkbare wijze verboden is461 WvSr1/2/3/4/5/6/8
      
Afdeling E. Bijzondere wetten
      
Nummers E 105–E 146: Wet personenvervoer (Wpv), Besluit personenvervoer (Bpv), Spoorwegenwet (SW) en Algemeen Reglement Vervoer (ARV)
      
   een bus of een auto gebruiken:   
E105a– voor personenvervoer, terwijl daarin niet aanwezig is het geldig keuringsbewijs159 lid 1 sub b BPV8
E105b– voor ander vervoer dan waartoe de bus of de auto blijkens het keuringsbewijs mag worden gebruikt160 lid 2 BPV8
      
E110aeen bus besturen zonder in het bezit te zijn van een niet ouder dan vijf jaar zijnde geneeskundige verklaring157 lid 1 BPV8
E110been taxi besturen zonder in het bezit te zijn van een niet ouder dan vijf jaar zijnde geneeskundige verklaring157 lid 1 BPV8
      
   als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door het verhinderen of belemmeren van32 WPV jo. 61a BPV  
E120a– de bediening en het gebruik van voorzieningen 8
E120b– de bediening en het gebruik van een vervoermiddel 8
E120c– de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder 8
      
   als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door voorzieningen te gebruiken32 WPV jo. 61b BPV  
E121a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn 8
E121b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
      
   als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door een vervoermiddel te gebruiken32 WPV jo. 61b BPV  
E122a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar is 8
E122b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
      
E123 als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door stoffen of voorwerpen uit een vervoermiddel te werpen32 WPV jo. 61c BPV8
      
   als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich32 WPV jo. 61d BPV  
E124a– in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden 8
E124b– onder kennelijke invloed van verdovende middelen te bevinden 8
      
E125aals reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een vervoermiddel, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan.32 WPV jo. 61i BPV8
E125bals reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een station, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan. 32 WPV jo. 61i BPV8
      
E126 als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich te bevinden op een, gedeelte van een, station of halte op een tijdstip dat deze gesloten dan wel niet toegankelijk is32 WPV jo. 61j BPV8
      
E127 als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich op een station of halte te begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg32 WPV jo. 61k BPV8
      
E128 als reiziger niet opvolgen van de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang, die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt33 WPV8
      
   de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door het verhinderen of belemmeren van5 lid 1 jo. 5 lid 2a ARV  
E130a– de bediening en het gebruik van voorzieningen 8
E130b– de bediening en het gebruik van een trein 8
E130c– de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder 8
      
   de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door voorzieningen te gebruiken5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV  
E131a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn 8
E131b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
      
   de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door een trein te gebruiken5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV  
E132a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar is 8
E132b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
      
   de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich5 lid 1 jo. 5 lid 2d ARV  
E134a– in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden 8
E134b– onder kennelijke invloed van verdovende middelen te bevinden 8
      
E135 de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een station, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan. 5 lid 1 jo. 5 lid 2i ARV8
      
E136 de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich te bevinden op een, gedeelte van een, station op een tijdstip dat deze gesloten dan wel niet toegankelijk is5 lid 1 jo. 5 lid 2j ARV8
      
E137 de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich op een station te begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg5 lid 1 jo. 5 lid 2k ARV8
      
E138 het niet opvolgen van de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang, die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt7 ARV1/2/3/4/5/6/8
      
E145 op of langs de spoorweg rijden of lopen43 SW12/3/4/5/6
      
E146 paarden, vee of andere dieren op of langs de spoorweg te drijven of te laten lopen44 SW8
      
Nummer E 161: Reglement op de Raccordementen (R.Rac)
      
   bij een overweg, die niet in een voor het verkeer openstaande weg is gelegen,   
E161a– deze opgaan, terwijl men niet direct kan doorgaan en de overweg niet geheel vrij kan maken12 lid 2 R.Rac1/2/3/4/5/6
E161b– een railvoertuig niet voor laten gaan en daarbij de overweg niet geheel vrij laten12 lid 3 R.Rac1/2/3/4/5/6
E161c– deze opgaan, indien een verkeerslicht rood licht of rood knipperlicht toont, dan wel een stopteken dat bestaat uit een bord F10 van Bijlage I van het RVV 1990, een rode lamp of een rode vlag, wordt getoond12 lid 4 R.Rac1/2/3/4/5/6
      
Nummer E 320: Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
      
E320a– niet voldoen aan vordering van toezichthouder34 lid 1, onderdeel a WAHV8
E320b– onjuiste gegevens opgeven, na vordering van toezichthouder34 lid 1, onderdeel b WAHV8
E320c– niet voldoen aan de vordering van de officier van justitie het rijbewijs op een bepaalde tijd en aangewezen plaats in te leveren34 lid 1, onderdeel c WAHV8
      
Nummers E 630–E 670: Visserijwet 1963 (ViW 1963), Besluit verbod gebruik van levende aasvis (BLVA), Reglement voor de Binnenvisserij 1985 (RB), Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985 (RMGT), Reglement zee- en kustvisserij 1977 (RZK) en Beschikking visserij visserijzone zeegebied en kustwateren (BVVZK)
      
Kustvisserij
      
Documenten
   de kustvisserij uitoefenen zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende op het visrecht van dat water, met7 lid 1 ViW 1963  
E630a– meer dan twee hengels  8
      
   de kustvisserij uitoefenen of plegen uit te oefenen en niet op eerste vordering van een opsporingsambtenaar ter inzage afgeven:55 lid 1 sub b ViW 1963  
E632a– de vergunning (bij meer dan twee hengels) 8
E632b– de vergunning (bij overige toegestane vistuigen) 8
      
Binnenvisserij     
      
Documenten
   de binnenvisserij uitoefenen zonder een geldige sportvisakte te kunnen tonen, met:10 lid 1 jo 10 lid 2 sub a ViW 1963  
E640a– één of twee hengel(s) 8
E640b– één peur 8
      
   de binnenvisserij uitoefenen zonder een geldige grote visakte te kunnen tonen, met:10 lid 1 jo 10 lid 2 sub b ViW 1963  
E642a– meer dan twee hengels 8
E642b– andere toegestane vistuigen 8
      
   de binnenvisserij uitoefenen zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende op het visrecht van dat water, met:21 lid 1 ViW 1963  
E644a– één of twee hengel(s) 8
E644b– één peur 8
E644c– meer dan twee hengels 8
E644d– andere toegestane vistuigen 8
      
   de binnenvisserij uitoefenen of plegen uit te oefenen en niet op eerste vordering van een opsporingsambtenaar ter inzage afgeven:55 lid 1 sub b ViW 1963  
E646a– de sportvisakte en/of de vergunning (bij één of twee hengel(s)) 8
E646b– de sportvisakte, de grote visakte en/of de vergunning (bij één peur of bij meer dan twee hengels) 8
E646c– de grote visakte en/of de vergunning (bij andere toegestane vistuigen) 8
      
Vistuigen
   vissen met een toegestaan vistuig dat niet aan de vereiste voorwaarden voldoet, bij4 RB  
E650a– 1 of 2 toegestane vistuigen 8
      
Gesloten tijden (visserij)
   vissen in de periode van 1 april tot en met 31 mei met:   
E652a– een hengel geaasd met in die periode verboden aas6 lid 1 a RB8
E652b– een staand net6 lid 1 e RB8
      
E654 vissen tijdens de door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vastgestelde periode, in een door hem aangewezen water6 lid 3 RB8
      
E656 vissen tussen twee uur na zonsondergang en één uur voor zonsopgang7 RB8
      
IJsselmeer
E658ade in het IJsselmeer gevangen baars en snoekbaars, niet onmiddellijk in het water terugzetten, met dien verstande dat elke visser de hoeveelheid van 30 stuks baars en 5 stuks snoekbaars mag behouden8 lid 2 RB8
      
Stuw/vispassage
E660 vissen in de Neder-Rijn, de Maas, de Lek of de Overijsselsche Vecht binnen een afstand van 75 m stroomafwaarts van een stuw, in een bij een stuw aangebrachte vispassage of binnen een straal van 25 m voor de bovenmond van deze vispassage9 RB8
      
Voorhanden hebben
E662aeen vistuig voorhanden hebben op of in de nabijheid van enig binnenwater terwijl het gebruik van dat vistuig in het betrokken water of op dat moment verboden is10 lid 1 RB8
      
   het voorhanden hebben op of in de nabijheid van enig binnenwater, terwijl men niet bevoegd (akte) of gerechtigd (vergunning) is in dat water te vissen, van   
E662b– één of twee hengel(s) 8
E662c– één peur of meer dan twee hengels 8
E662d– een ander toegestaan vistuig 8
      
Levend aas
E664 bij het vissen in kust- of binnenwater levende vis als aas gebruiken2c lid 2 ViW 1963 jo 2 BVLA8
      
Minimummaten en gesloten tijden (vis)
E666 ondermaatse vis niet onmiddellijk nadat deze is opgehaald weer in het zelfde water terugzetten1 RMGT8
      
E668 vis niet onmiddellijk nadat deze is opgehaald tijdens de voor die vissoort geldende de gesloten tijd, weer in het zelfde water terugzetten2 RMGT8
      
E670 gerookte aal kleiner dan 25 cm in voorraad hebben, vervoeren, te koop aanbieden, vervreemden, afleveren, bewerken of verwerken4 RMGT8
      
Nummers 801–E 836: Vreemdelingenwet (VrW) en Vreemdelingenbesluit (VB)
      
E801 als vreemdeling die Nederland in- of uitreist zich niet begeven langs een doorlaatpost, binnen de tijd dat deze is opengesteld, en zich niet aldaar vervoegen bij een ambtenaar, belast met de grensbewaking22 lid 1 VB8
      
   als gezagvoerder van een Nederland binnengevaren zeeschip gedurende de tijd dat zijn schip zich in Nederland bevindt niet voldoen aan de verplichting:   
E807a– het exemplaar van de bemanningslijst hetwelk hem na controle door de ambtenaar, belast met de grensbewaking wederom ter hand is gesteld, onder zijn berusting te houden en desgevraagd onverwijld ter inzage te doen verstrekken aan een ambtenaar, belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen29 sub a VB8
E807b– onverwijld aan een ambtenaar, belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen, kennis te geven van elke aanmonstering van een vreemdeling of van elke uit een oogpunt van grensbewaking of vreemdelingentoezicht van belang zijnde afwezigheid van een vreemdeling die tot zijn bemanning behoort29 sub b VB8
E807c– tijdig van het voornemen tot afmonstering van een vreemdeling die lid is van de bemanning van zijn schip kennis te geven aan een met de grensbewaking of met het vreemdelingentoezicht belaste ambtenaar29 sub c VB8
      
   als vreemdeling niet op vordering van de korpschef van de gemeente waar hij woon- of verblijfplaats heeft, binnen de in de vordering aangegeven tijd   
E817a– de gevraagde gegevens te verstrekken58 lid 1 VB8
E817b– de gevraagde gegevens in persoon te verstrekken58 lid 2 VB8
      
E820 als vreemdeling wiens verblijf in Nederland niet of niet langer is toegestaan ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet, niet onverwijld van zijn aanwezigheid melding doen aan de korpschef van de gemeente waar hij verblijft59 VB jo. 44 VrW8
      
   als vreemdeling desgevraagd aan een ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen, niet alle gegevens verstrekken en niet alle in zijn bezit zijnde bescheiden vertonen welke kunnen dienen ter vaststelling van:   
E823a– zijn identiteit, nationaliteit, burgerlijke staat, beroep alsmede zijn tegenwoordige en vroegere woon- en verblijfplaats met adres64 sub a VB8
E823b– de datum, de plaats en de wijze van zijn binnenkomst in Nederland of in het Beneluxgebied64 sub b VB8
E823c– het doel en de duur van zijn voorgenomen verblijf in Nederland64 sub c VB8
E823d– de middelen waarover hij met het oog op zijn verblijf in Nederland kan beschikken of de beschikking kan krijgen64 sub d VB8
      
E825 als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 8 van de Vreemdelingenwet is toegestaan in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf langer dan drie maanden, zich niet binnen drie dagen na zijn binnenkomst in Nederland in persoon meldt bij de korpschef van de gemeente waar hij verblijft66 VB8
      
E827 als vreemdeling te zijner identificatie op vordering van een ambtenaar, belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen, niet een goedgelijkende pasfoto ter beschikking stellen of vingerafdrukken van zich laten nemen indien daartoe in het belang van het toezicht op vreemdelingen gegronde reden bestaat65 VB8
      
E830 als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 8 van de Vreemdelingenwet is toegestaan in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden, zich niet, voor zover zulks is voorgeschreven door de Minister van Justitie, binnen drie dagen na binnenkomst in Nederland in persoon meldt bij de korpschef van de gemeente waar hij verblijft67 VB8
      
E832 als vreemdeling die houder is van een visum of een document voor grensoverschrijding waarin door de daartoe bevoegde autoriteit een aantekening is gesteld omtrent aanmelding bij een vreemdelingendienst in Nederland, zich niet binnen twee dagen na binnenkomst in Nederland in persoon aanmeldt bij de korpschef van de in deze aantekening vermelde gemeente68 VB8
      
E834 als vreemdeling die naar Nederland is gekomen om als zeeman werk te zoeken aan boord van een zeeschip, zich niet binnen twee dagen na binnenkomst in Nederland in persoon aanmeldt bij de korpschef van de gemeente waar hij werk zoekt69 VB8
      
   niet voldoen aan de verplichting tot wekelijkse aanmelding bij de korpschef van de gemeente van verblijf, behoudens door deze verleende ontheffing   
E836a– als vreemdeling wier uitzetting is gelast, in afwachting van de feitelijke mogelijkheid tot verwijdering70 lid 1a VB8
E836b– als vreemdeling aan wie het krachtens één der bepalingen van de artikelen 8–10 van de Wet niet is toegestaan in Nederland te verblijven, hangende de beslissing op een door hem ingediend verzoek om het verlenen, of het verlengen van de geldigheidsduur, van een vergunning tot verblijf, om het verlenen van een vergunning tot vestiging of om toelating als vluchteling70 lid 1b VB8
      
Afdeling F. Overige overtredingen
      
Nummers F 105–F 245: Plaatselijke verordeningen (Pl.V.)
      
F105 als houder van een horecabedrijf, dit voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven, buiten de vastgestelde openingstijdenPl.V. 8
      
   op of aan de wegPl.V  
F120a– te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair 8
F120b– zodanig op te houden waardoor voor weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt 8
      
F121aop de weg (binnen een door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied) alcoholhoudende drank nuttigenPl.V.8
F121bop de weg (binnen een door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied) aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebbenPl.V. 8
      
   zonder redelijk doel   
F125a– zich in een portiek of poort op te houden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggenPl.V. 8
F125b– zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen zich daar te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimtePl.V.8
      
   (in of op) een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke ruimtePl.V.  
F130a– zich zonder redelijk doel en op een voor andere hinderlijke wijze op te houden 8
F130b– te verontreinigen 8
F130c– voor een ander doel te bezigen dan waarvoor de ruimte bestemd is 8
      
F135 met een fiets of bromfiets bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trektPl.V. 3/4/8
      
F140azich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip op te houden met de kennelijke bedoeling deze persoon of een daarin bevindende persoon te bespiedenPl.V. 8
F140been persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker bespiedenPl.V.8
      
   als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopenPl.V.  
F145a– op een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd 8
F145b– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of andere door burgemeester en wethouders aangewezen plaats 8
      
F155 als rechthebbende er niet voor zorgen dat zodanige maatregelen worden getroffen dat het vee/pluimvee in een aan een weg liggend weiland of terrein, die weg niet kan bereikenPl.V. 8
      
F160 ontplofbare stoffen of voorwerpen van klasse 1, in hoeveelheden als bedoeld in artikel 1 van bijlage 2, Hoofdstuk 2 van het Reglement vervoer over land van gevaarlijke stoffen, alsmede gevaarlijke stoffen als bedoeld in dat artikel met een transporteenheid vervoeren over andere wegen of weggedeelten dan die, welke door burgemeester en wethouders zijn aangewezen en zijn aangeduid met borden model K 14 van Bijlage I van het RVV 1990Pl.V. 8
      
   de weg niet (doen) reinigen na een verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamhedenPl.V. 
F180a– terstond, bij gevaar voor de verkeersveiligheid of bij gevaar voor beschadiging van het wegdek 8
F180b– in overige gevallen, (iedere dag) na het beëindigen van de werkzaamheden 8
      
F185 binnen de bebouwde kom buiten een daarvoor bestemde inrichting/plaats op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te doenPl.V.8
      
F190 een geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, waar dit niet is toegestaan, te koop aanbieden of verhandelenPl.V.8
      
F195 een defect voertuig op een weg parkeren, langer dan de vastgestelde termijnPl.V. 1/2/6/8
      
F205 een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig op een aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde termijn te doen of laten staanPl.V. 1/2/6/8
      
F210 een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren met als doel handelsreclame te makenPl.V. 1/2/6/8
      
F235 met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaanPl.V.7/8
      
F240 als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervindenPl.V. 8
      
F245 zonder redelijk doel aan, op, of in een vaartuig in openbaar water vasthouden, klimmen, te begeven of te bevindenPl.V. 8
      
Afdeling G. Misdrijven
      
Nummer G 100: Boek 2 Wetboek van Strafrecht (WvSR)
      
G100 Goederen uit een winkel/vanaf een benzinestation wegnemen/toe-eigenen waarde van het ontvreemde goed:310/312 WvSr  
G100a– t/m f 100,- 8
G100bmeer dan f 100,- en t/m f 250,- 8
      
Nummers G 300–G 305: Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994)
      
G300 als bestuurder van een motorvoertuig rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is:   
G300 – 235 t/m 350 μg/l (adem)8 lid 2 sub a WVW 19941/2
      
G301 – 0,54 t/m 0,80‰ (bloed)8 lid 2 sub b WVW 19941/2
      
G302 als bestuurder van een bromfiets rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is:   
G302 – 235 t/m 435 μg/l (adem)8 lid 2 sub a WVW 19943
      
G303 – 0,54 t/m 1,00 ‰(bloed)8 lid 2 sub b WVW 19943
      
G304 als bestuurder van een fiets rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is:   
G304 – 235 μg/l en hoger (adem)8 lid 2 sub a WVW 19944
      
G305 – 0,54‰ en hoger (bloed)8 lid 2 sub b WVW 19944

* Zoals dit komt te luiden indien het koninklijk besluit van 30 augustus 1999, houdende wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, in verband met het toekennen van verkeersregelende bevoegdheden aan verkeersregelaars (Stb. 1999, 395) in werking treedt.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 2000.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 21 februari 2000

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de vierentwintigste februari 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit strekt tot wijziging van het Transactiebesluit 1994 en de daarbij behorende bijlage. Het Transactiebesluit 1994 regelt de transactiebevoegdheid die op grond van artikel 74c Wetboek van Strafrecht aan opsporingsambtenaren kan worden verleend. De wijzigingen van het besluit zelf zijn in hoofdzaak technisch van aard.

De wijziging van artikel 1 (artikel I, onderdeel A) betreft een verduidelijking van de bedoelde ambtenaren.

De wijziging van artikel 2 (artikel I, onderdeel B) houdt verband met de integratie (per 1 januari 2000) van de Spoorwegpolitie in het Korps landelijke politiediensten (KLPD). Daarmee zijn de opsporingsambtenaren van de Spoorwegpolitie gewone opsporingsambtenaren in de zin van artikel 141, aanhef en onder b, Wetboek van Strafvordering, geworden, met een algemene opsporingsbevoegdheid. Zij vallen nu dus onder artikel 2, tweede lid, van het Transactiebesluit 1994, zodat onderdeel e van artikel 2, vijfde lid, kan worden geschrapt.

De wijziging van de artikelen 10 en 14 (onderdelen C en D) vloeien voort uit de veranderde positie van het Korps landelijke politiediensten na de beheersovergang van de Minister van Justitie naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (zie de wet van 22 december 1999 tot wijziging van de Politiewet 1993 en de Wet politieregisters in verband met de overdracht van het beheer van het Korps landelijke politiediensten aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Stb. 575)). Hierbij is zo veel mogelijk aangesloten bij de in genoemde wet neergelegde uitgangspunten van het beheer van het KLPD. Dit betekent wat betreft de periodieke rapportage aan het OM over de wijze waarop de ambtenaren van het KLPD hun transactiebevoegdheid hebben uitgeoefend (art. 10, derde lid, oud Transactiebesluit 1994), dat het hoofd van het landelijk parket van het OM is aangewezen als degene aan wie moet worden gerapporteerd (in lijn met de door genoemde wet ingevoegde artikelen 38c en 41a van de Politiewet 1993). Deze taak van het hoofd van het landelijk parket staat overigens los van het door het OM uitgeoefende gezag over de opsporingsambtenaren van het KLPD; dit blijft berusten bij de hoofdofficier van justitie van het betrokken arrondissement (zie in dit verband de artikelen 4 en 5 Transactiebesluit 1994). Wat betreft de financiële verantwoording (artikel 14 Transactiebesluit 1994) wordt het KLPD op dezelfde wijze behandeld als de regionale politiekorpsen en dient het voortaan dus jaarlijks door tussenkomst van de korpsbeheerder aan de Minister van Justitie te rapporteren.

Artikel II strekt ertoe in de bijlage van het Transactiebesluit 1994 een aantal technische en inhoudelijke wijzigingen aan te brengen. Dit betreft enkele nieuwe feiten en enkele aanpassingen van bestaande feitsomschrijvingen. Bij deze nota van toelichting is een bijlage gevoegd met een opsomming van alle wijzigingen van de bijlage, vergezeld van een beknopte toelichting. Voor de goede orde zij opgemerkt dat de tarieven van de politietransactie, zoals bepaald bij richtlijnen van het openbaar ministerie, géén wijziging ondergaan.

Dit besluit treedt op 1 maart 2000 in werking. Op dezelfde dag treedt nòg een wijziging van het Transactiebesluit 1994 in werking, namelijk het Besluit van tot wijziging van het Transactiebesluit 1994 in verband met de centrale inning van transactiegelden. Laatstgenoemd besluit zou aanvankelijk reeds op 1 november 1999 in werking treden. Na de laatste tests van de betrokken systemen is echter besloten om deze datum met het oog op een zorgvuldige implementatie enkele maanden op te schuiven.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Bijlage bij de nota van toelichting

Wijziging van de bijlage van het Transactiebesluit 1994

FEIT:TOELICHTING:
  
AlgemeenTen aanzien van nieuw opgenomen feiten geldt steeds dat het veel voorkomende eenvoudige feiten betreft, die gemakkelijk te bewijzen zijn en waarvoor de besluitvorming met betrekking tot de afdoening in de praktijk is gestandaardiseerd.
  
AlgemeenDe artikelvermelding bij feiten gebaseerd op het model-APV van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is komen te vervallen, omdat de artikelnummering van de model-APV veelal niet wordt overgenomen in de plaatselijke verordeningen. Volstaan is met de verwijzing: Pl.V. (= Plaatselijke Verordeningen).
  
AlgemeenIn de categorie-indeling B wordt onder 3 de snorfietser toegevoegd. Met de wijzigingen van het RVV 1990 zijn speciaal voor die categorie voertuigen bedoelde bepalingen opgenomen (bijvoorbeeld de maximumsnelheid van 25 km/u en verlichtingsvoorschriften).
  
K 145 bAan de omschrijving zijn toegevoegd na «massa» de woorden: en/of begeleiding. Door het niet voldoen aan voorwaarden met betrekking tot begeleiding kunnen zich zeer verkeersgevaarlijke situaties voordoen. Tevens kan het niet voldoen aan particuliere begeleiding financieel interessant zijn voor de transporteur.
  
K 160 a-b,K 160Nieuwe feiten betreffende het als bestuurder, die in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift, de gegeven bevelen niet opvolgen. Een onderscheid wordt gemaakt tussen het al dan niet besturen in het kader van beroepsgoederenvervoer. Indien sprake is van beroepsgoederenvervoer wordt een ander tarief gehanteerd, dat meer in verhouding staat tot het mogelijke voordeel dat de vervoerder met deze overtreding kan hebben. In verband hiermee is feitnr. K 160 komen te vervallen.
  
R 630 bNieuw feit betreffende het niet opvolgen van aanwijzingen gegeven door bevoegde verkeersregelaar (art. 82 lid 1 jo. Bijlage II RVV 1990). Dit feit geldt pas zodra het koninklijk besluit van 30 augustus 1999, houdende wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, in verband met het toekennen van verkeersregelende bevoegdheden aan verkeersregelaars (Stb. 1999, 395), in werking is getreden.
  
H 096 a-bDit feit, betreffende het als particulier buiten een daarvoor bestemde verzamelplaats (afval)stoffen op of in de bodem plaatsen, is opnieuw opgenomen.
  
H 320 aAan de omschrijving zijn toegevoegd na «slootkanten» de woorden: bermen en/of talud. Het aanleggen van vuur op bermen en talud brengt veel schade met zich.
  
E 105 aHet artikel waarop dit feit is gebaseerd, is gewijzigd in: artikel 159 lid 1 onder b van het Besluit personenvervoer; artikel 162 van dat besluit is per 1 januari 1995 (Stb. 1994, 450) vervallen.
  
E 105 bHet artikel waarop dit feit is gebaseerd, is gewijzigd in: artikel 160 lid 2 van het Besluit personenvervoer; artikel 162 van dat besluit is per 1 januari 1995 (Stb. 1994, 450) vervallen.
  
E 320 aIn verband met wijziging van artikel 34 lid 1 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Stb. 1997, 510) is de omschrijving gewijzigd in: niet voldoen aan vordering van een toezichthouder.
  
E 320 bIn verband met wijziging van artikel 34 lid 1 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Stb. 1997, 510) is de omschrijving gewijzigd in: onjuiste gegevens opgeven, na vordering van een toezichthouder
  
E 630 aE 632 aGezien de tekst van artikel 7 lid 1 van de Visserijwet 1963 en het Besluit beperking vrije visserij
 kustwateren is in beide feitomschrijvingen geschrapt de zinsnede: «of indien het rijk de rechthebbende is met meer dan één peur of meer dan één spieringtuig».
  
E 827Nieuw feit betreffende de identificatie van vreemdelingen in het belang van het toezicht op vreemdelingen.
  
W 024, W 025W 154, W400Met de komst van de Algemene wet bestuursrecht zijn de bepalingen voor deze feitnummers
W 405(5 feiten) uit de strafrechtelijke sfeer gehaald. Daarom zijn deze feitnummers verwijderd.
  
W 430a-dDoor wijzigingen in de waterwetgeving is het feit omschreven in deze feitcodes niet meer aan een strafbaar feit te relateren en daarom verwijderd.

XNoot
1

Stb. 1994, 390, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 februari 2000, Stb. 95.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven