Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatsblad 2000, 68 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatsblad 2000, 68 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 8 oktober 1999, nr. TRCJZ/1999/1053, Directie Juridische Zaken;
Gelet op richtlijn nr. 98/95/EG van de Raad van de Europese Unie van 14 december 1998 (PbEG 1999, L 25) houdende wijziging, in het kader van de consolidatie van de interne markt en ten aanzien van genetisch gemodificeerde plantenrassen en plantgenetische hulpbronnen, van de richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG, 66/403/EEG, 69/208/EEG, 70/457/EEG en 70/458/EEG betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, zaaizaad van groenvoedergewassen, zaaigranen, pootaardappelen, zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen en groentezaad, en betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen en de artikelen 18, eerste lid, onderdeel b, 81, derde lid, 84, 87, eerste lid en 91, vierde lid, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet;
De Raad van State gehoord (advies van 11 januari 2000, No. W11.99 0510//V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 2 februari 2000, nr. TRCJZ/2000/814, Directie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Aansluitingsbesluit N.A.K.B.1 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Bloemisterij- en Boomkwekerijgewassen gevestigd te 's-Gravenhage, hierna te noemen «NAKB»» vervangen door: de Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw, gevestigd te Roelofarendsveen.
2. In het tweede lid, onderdeel a, vervalt de zinsnede «, waaronder de aardbei».
3. Onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel h door een puntkomma, worden, vier onderdelen toegevoegd, luidende:
i. prei, sjalot, ui, knoflook (Allium L.), kervel (Anthriscus cerefolium (L.) Hoffm.), selderij (Apium Graveolens L.), asperge (Asparagus officinalis L.), kroot, rode biet, snijbiet (Beta vulgaris L.), Chinese kool (Brassica rapa L.), meiraap, bladmosterd (Brassica juncea (L.) Czern, et Coss.), koolraap (Brassica napa L.), bloemkool, boerenkool, broccoli, koolrabi, rode kool, savooiekool, spruitkool, witte kool (Brassica oleracea L.), paprika, peper (Capsicum annuum L.), andijvie (Chichorium endivia L), groenlof, roodlof, witlof (Chichorium intybus L.), watermeloen (Citrullus lanatus (Thunb.) Matsum. et Nakai), meloen (Cucumis melo L.), augurk, komkommer (Cucumis sativus L.), courgette (Cucurbita pepo L.), pompoen (Cucurbita maxima Duchesne), kardoen (Cynara cardundulus L.), wortel (Daucus carota L.), venkel (Foenicum vulgare Mill.), sla (Lactuca sativa L.), tuinkers (Lepidium sativum L.), tomaat (Lycopersicon lycopersicum (L.) Karsten ex Farwell), pastinaak (Pastinaca sativa L.), peterselie (Petroselinum crispum (Mill.) Nyman ex A. W. Hill), pronkboon (Phaseolus coccineus L.), boon (Phaseolus vulgaris L.), doperwt, peul (Pisum sativum L.), postelein (Portulaca oleracea L.), radijs, ramenas (Raphanus sativus), rabarber (Rheum rhabarbarum L.), schorseneer (Scorzonera hispanica L.), aubergine (Solanum melongena L.), spinazie (Spinacia oleracea L.), veldsla (Valerianella locusta (L.) Laterrade), tuinboon (Vicia faba L.), suikermaïs (Zea mays L.);
j. Cichorei voor de industrie (Cichorium intybus L.);
k. alle specerijgewassen, geneeskrachtige en aromatische kruiden;
l. aardbei (Fragaria L.). .
Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:
1. Dit besluit wordt aangehaald als: Aansluitingsbesluit Naktuinbouw. .
Het Aansluitingsbesluit N.A.K.G. wordt ingetrokken.
Het Besluit verhandeling teeltmateriaal landbouwgewassen2 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Een wijziging van de EEG-richtlijnen gaat voor de toepassing van artikel 2, tweede lid, gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven. .
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Het bedrijfsmatig in het verkeer brengen» vervangen door: Het bezit met het oog op verkoop, het aanbieden voor verkoop, het bedrijfsmatig in het verkeer brengen.
2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «, en» vervangen door een puntkomma.
3. Onder vervanging van de punt aan het einde van het tweede lid, onderdeel c, door «, en», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. indien het een genetisch gemodificeerd organisme betreft, als zodanig in de verkoopcatalogus wordt vermeld. .
Aan artikel 2 worden na het vierde lid de volgende leden toegevoegd, luidende:
5. Het eerste lid is niet van toepassing indien teeltmateriaal wordt geleverd aan verleners van diensten voor de productie van landbouwgrondstoffen voor industriële doeleinden of voor vermeerdering van teeltmateriaal voor dat doel, voor zover de verlener van diensten geen rechten op het geleverde teeltmateriaal verwerft.
6. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor de toepassing van het vijfde lid. .
In artikel 4, eerste lid, wordt voor «bedrijfsmatig in het verkeer brengt» ingevoegd: bezit met het oog op verkoop, aanbiedt voor verkoop,.
Het Besluit verhandeling teeltmateriaal bloemisterij- en boomkwekerijgewassen3 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 komt te luiden:
1. In dit besluit wordt verstaan onder:
a. Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
b. Naktuinbouw: Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw te Roelofarendsveen;
c. Naktuinbouw-document: schriftelijk bewijsstuk, ingericht overeenkomstig een door Onze Minister vastgesteld model, waarin wordt aangegeven dat het betrokken teeltmateriaal door de Naktuinbouw is goedgekeurd dan wel met toestemming van de Naktuinbouw in het verkeer gebracht en verder verhandeld mag worden;
d. EEG-richtlijnen:
1e. richtlijn nr. 66/404/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PbEG L 125);
2e. richtlijn nr. 70/458/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 september 1970 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PbEG L 225);
3e. richtlijn nr. 71/161/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 30 maart 1971 betreffende de normen voor de uitwendige kwaliteit van bosbouwkundig teeltmateriaal dat binnen de Gemeenschap in de handel wordt gebracht (PbEG L 87);
4e. richtlijn nr. 92/33/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 april 1992 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PbEG L 157);
5e. richtlijn nr. 92/34/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 april 1992 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PbEG L 157);
6e. richtlijn nr. 98/56/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen (PbEG L 226);
e. derde land: gebied waarop het EG-verdrag niet van toepassing is of een gebied waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte niet van toepassing is.
2. Een wijziging van de EEG-richtlijnen gaat voor de toepassing van artikel 2, tweede lid, gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven. .
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ««Aansluitingsbesluit NAKB» (Stb. 1967, 216)» vervangen door: Aansluitingsbesluit Naktuinbouw.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet indien dat materiaal:
a. voor zover in Nederland voortgebracht, voldoet aan de eisen gesteld bij door Onze Minister goedgekeurde voorschriften van de Naktuinbouw met betrekking tot de gezondheid, rasechtheid, raszuiverheid, uitwendige kwaliteit, kiemkracht en andere hoedanigheden, sortering, classificering, etikettering en verpakking en ten bewijze daarvan wordt begeleid door een geldig Naktuinbouw-document dan wel de verpakking is voorzien van een voorgeschreven etiket of aanduiding;
b. voor zover voortgebracht of in het verkeer gebracht in een andere lid-staat van de Europese Unie dan wel voorgebracht in een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, voldoet aan de bij of krachtens de EEG-richtlijnen gestelde eisen en ten bewijze daarvan wordt begeleid door een officieel document of de verpakking is voorzien van een bij of krachtens de EEG-richtlijnen voorgeschreven etiket of aanduiding, dan wel voldoet aan in die staat geldende gelijkwaardige voorschriften ten aanzien van in onderdeel a genoemde kenmerken;
c. voor zover ingevoerd vanuit een derde land, door de Naktuinbouw vrij is bevonden van tekortkomingen waardoor het niet zou voldoen aan de in onderdeel a genoemde eisen en wordt begeleid door een officieel document of de verpakking is voorzien van een bij of krachtens de EEG-richtlijnen voorgeschreven etiket of aanduiding. .
3. In het derde lid wordt «NAKB» vervangen door: Naktuinbouw.
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Het bedrijfsmatig in het verkeer brengen» vervangen door: Het bezit met het oog op verkoop, het aanbieden voor verkoop, het bedrijfsmatig in het verkeer brengen.
2. Onder vervanging van de punt aan het einde van het tweede lid, onderdeel c, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. indien het een genetisch gemodificeerd organisme betreft, als zodanig in de verkoopcatalogus wordt vermeld.
Na artikel 2, derde lid, worden de volgende leden toegevoegd, luidende:
4. Het eerste lid is niet van toepassing indien teeltmateriaal als bedoeld in artikel 1, onderdeel i en j, van het Aansluitingsbesluit Naktuinbouw, wordt geleverd aan verleners van diensten voor de productie van landbouwgrondstoffen voor industriële doeleinden of voor vermeerdering van zaaizaad voor dat doel, voor zover de verlener van diensten geen rechten op het geleverde teeltmateriaal verwerft.
5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor de toepassing van het vierde lid. .
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Hij die teeltmateriaal van de in het Aansluitingsbesluit Naktuinbouw genoemde gewassen bezit met het oog op verkoop, aanbiedt voor verkoop, bedrijfsmatig in het verkeer brengt, verder verhandelt, invoert, uitvoert en ten uitvoer aanbiedt alsmede deze handelingen daarmee doet verrichten dient een volledige administratie ten aanzien van deze handelingen met teeltmateriaal bij te houden.
2. Het derde lid vervalt.
3. Na het tweede lid worden twee leden toegevoegd, luidende:
3. Hij die zaden van de in het Aansluitingsbesluit Naktuinbouw genoemde gewassen bezit met het oog op verkoop, aanbiedt voor verkoop, bedrijfsmatig in het verkeer brengt, verder verhandelt, invoert, uitvoert en ter uitvoer aanbiedt alsmede deze handelingen daarmee doet verrichten, neemt van elk van de te verhandelen partij monsters volgens aanwijzingen gesteld bij door Onze Minister goedgekeurde voorschriften van de Naktuinbouw, bewaart deze monsters tenminste gedurende een periode van twee jaar ordelijk en behoorlijk en houdt de monsters ter beschikking van de Naktuinbouw.
4. Van elk monster staat door een blijvende aanduiding, geplaatst op of aan de verpakking, steeds vast van welke partij het is getrokken. Indien het een mengpartij betreft dan is eveneens aangegeven uit welke partijen en in welke verhouding de mengpartij is samengesteld.
Artikel 9 komt te luiden:
Het Besluit verhandeling teeltmateriaal Groente- en Bloemgewassen wordt ingetrokken.
Het Besluit Categorieën Teeltmateriaal4 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel A, onder b, wordt «en» vervangen door een puntkomma.
2. De punt aan het einde van onderdeel A, onder c, wordt vervangen door: , en.
3. Na onderdeel A, onder c, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. is aangeboden in de hiervoor bestemde verpakkingen.
4. In onderdeel C wordt «landbouwerwt, veldboon en olievlas» vervangen door «landbouwerwt en veldboon» en wordt «vezelvlas» vervangen door: vlas.
5. Onder vernummering van de onderdelen D, E en F tot de onderdelen E, F en G wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:
D. PREBASISPOOTGOED: knollen van aardappel die:
a. zijn voortgebracht volgens de regels voor de stelselmatige instandhouding met betrekking tot het ras en de gezondheidstoestand;
b. vooral zijn bestemd voor de voortbrenging van basispootgoed;
c. zijn goedgekeurd door de N.A.K. als prebasispootgoed en ten bewijze daarvan zijn gewaarmerkt, en
d. zijn aangeboden in de hiervoor bestemde verpakkingen. .
Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a, wordt na «prebasiszaad» toegevoegd: onderscheidenlijk prebasispootgoed.
2. Onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel c, door een puntkomma, worden de volgende onderdelen toegevoegd, luidende:
d. niet bewerkt teeltmateriaal dat in de handel wordt gebracht met het oog op de bewerking, voor zover de identiteit van dit zaad wordt gewaarborgd en het is goedgekeurd door de N.A.K. en ten bewijze daarvan is gewaarmerkt;
e. kleine hoeveelheden teeltmateriaal voor wetenschappelijke of kweekdoeleinden. .
In artikel 3, eerste lid, wordt «Basiszaad» vervangen door: Prebasiszaad, onderscheidenlijk basiszaad,.
In artikel 1 van het Besluit registratie groenterassen5 wordt de zinsnede «artikel 1, tweede lid, van het Aansluitingsbesluit N.A.K.-G. (Stb. 1967, 219)» vervangen door: artikel 1, tweede lid, onderdeel i, van het Aansluitingsbesluit Naktuinbouw.
De tekst van het Aansluitingsbesluit Naktuinbouw en het Besluit verhandeling teeltmateriaal tuinbouwgewassen, zoals deze luidt met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding als bedoeld in artikel IX, onderdeel D, wordt in het Staatsblad geplaatst.
1. De artikelen I, II, III, onderdeel A, IV, onderdelen A, B en E tot en met H, V, VII en VIII, treden in werking met ingang van de dag na de uitgifte van het Staatsblad waarin zij worden geplaatst.
2. De artikelen III, onderdeel B en D, IV, onderdeel C en VI treden in werking met ingang van 1 februari 2000. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 februari 2000, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst.
3. De artikelen III, onderdeel C en IV, onderdeel D, treden in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
G. H. Faber
Uitgegeven de vijftiende februari 2000
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
Het onderhavige besluit strekt tot wijziging van diverse besluiten op basis van de Zaaizaad- en Plantgoedwet. Deze besluiten behoeven wijziging vanuit twee verschillende overwegingen. In de eerste plaats behoeft een aantal besluiten wijziging in verband met de fusie tussen de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Bloemisterij- en Boomkwekerijgewassen (hierna NAKB) en de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Groente- en Bloemzaden (hierna: NAKG). In de tweede plaats wordt een aantal besluiten gewijzigd ter implementatie van richtlijn nr. 98/95/EG van de Raad van de Europese Unie van 14 december 1998 houdende wijziging, in het kader van de consolidatie van de interne markt en ten aanzien van genetisch gemodificeerde plantenrassen en plantgenetische hulpbronnen, van de richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG, 66/403/EEG, 69/208/EEG, 70/457/EEG en 70/458/EEG, betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, zaaizaad van groenvoedergewassen, zaaigranen, pootaardappelen, zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen en groentezaad, en betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen (PbEG 1999, L 25) (hierna: richtlijn nr. 98/95/EG).
Hieronder wordt nader op deze twee onderwerpen ingegaan.
Ingevolge artikel 87 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet kan bij algemene maatregel van bestuur ten aanzien van een cultuurgewas worden bepaald dat het bedrijfsmatig voortbrengen, bewaren, bewerken, anders dan voor gebruik in eigen bedrijf, en het bedrijfsmatig in het verkeer brengen, verder verhandelen, invoeren, uitvoeren en ten uitvoer aanbieden van teeltmateriaal dan wel het bedrijfsmatig doen verrichten van deze handelingen uitsluitend is toegestaan aan degene die is aangesloten bij een privaatrechtelijke keuringsinstelling als bedoeld in dat artikel. Aan dit artikel is onder meer invulling gegeven met het Aansluitingsbesluit N.A.K.B. en het Aansluitingsbesluit N.A.K.G..
De NAKB en de NAKG zijn met ingang van 1 januari 2000 gefuseerd waarbij de NAKB de verkrijgende rechtspersoon is en de NAKG de verdwijnende rechtspersoon. Met de fusie zijn de statuten van de NAKB gewijzigd waardoor deze organisatie de naam Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (hierna: Naktuinbouw) heeft. Ingevolge de fusie tussen de NAKB en de NAKG wordt het Aansluitingsbesluit N.A.K.B. aangepast, en vervalt het Aansluitingsbesluit N.A.K.G.. De citeertitel «Aansluitingsbesluit NAKB» wordt gewijzigd in«Aansluitingsbesluit Naktuinbouw». Ook wordt het Besluit verhandeling teeltmateriaal bloemisterij- en boomkwekerijgewassen aan de nieuwe situatie aangepast, waardoor het Besluit verhandeling teeltmateriaal Groente- en Bloemzaden kan worden ingetrokken. In de citeertitel van dit besluit wordt «bloemisterij- en boomkwekerijgewassen» vervangen door tuinbouwgewassen. Tot slot is het Besluit registratie groenterassen gewijzigd. Als gevolg van de fusie tussen de NAKB en de NAKG, zal ook een aantal regelingen op basis van de Zaaizaaden Plantgoedwet, alsmede de reglementen van de NAKB en de NAKG worden aangepast.
3. Implementatie van richtlijn nr. 98/95/EG
Richtlijn nr. 98/95/EG strekt tot wijziging van een aantal richtlijnen met betrekking tot het in de handel brengen van plantaardig uitgangsmateriaal.
Richtlijn nr. 98/95/EG heeft tot doel de richtlijnen, die in de jaren '60 tot stand zijn gekomen en sindsdien niet ingrijpend zijn gewijzigd, aan te passen aan de interne markt teneinde de bestaande of potentiële handelsbelemmeringen weg te nemen die het vrije verkeer van zaaizaad en pootgoed in de EU kunnen hinderen. Naast het schrappen van de meeste mogelijkheden in de richtlijnen om nationaal van de richtlijnen afwijkende voorschriften vast te stellen en het moderniseren van een aantal technische en procedurele voorschriften, bevatten de richtlijnen een aantal inhoudelijke wijzigingen. De belangrijkste punten hierbij zijn:
– de reikwijdte van de richtlijnen wordt gewijzigd door het opnemen van een definitie van het «in de handel brengen»;
– voorschriften over de toelating tot het verkeer van rassen die zijn verkregen met behulp van genetische modificatie;
– de mogelijkheid wordt opgenomen om teeltmateriaal in het verkeer te brengen met het oog op de instandhouding van genetische bronnen.
Als gevolg van richtlijn nr. 98/95/EG wordt het Besluit verhandeling teeltmateriaal landbouwgewassen gewijzigd. Het Besluit verhandeling teeltmateriaal bloemisterij- en boomkwekerijgewassen wordt, in het kader van de fusie tussen de NAKG en de NAKB, uitgebreid met elementen uit het Besluit verhandeling teeltmateriaal Groente- en Bloemgewassen. As gevolg van deze aanpassing wordt de citeertitel gewijzigd in «Besluit verhandeling teeltmateriaal tuinbouwgewassen». Het Besluit verhandeling teeltmateriaal boomkwekerij- en bloemisterijgewassen wordt eveneens gewijzigd in het kader van richtlijn nr. 98/95/EG. Tenslotte wordt ook het Besluit Categorieën Teeltmateriaal gewijzigd. In de bijlage bij deze nota van toelichting is aangegeven welke onderdelen van richtlijn nr. 98/95/EG in het onderhavige besluit zijn geïmplementeerd.
Naast de bovengenoemde besluiten, moeten ook een aantal regelingen op basis van de Zaaizaad- en Plantgoedwet worden aangepast. Het betreft hier een aantal regelingen die betrekking hebben op het verkeer van rassen. In deze regelingen worden de onderdelen van richtlijn nr. 98/95/EG geïmplementeerd, waarin wordt voorgeschreven dat genetisch gemodificeerde organismen alleen tot het verkeer mogen worden toegelaten indien is voldaan aan de in dit kader door de Minister van VROM opgestelde regelgelgeving over de toelating van genetisch gemodificeerde organismen tot het milieu en door door de Minister van VWS opgestelde regelgeving op het gebied van de voedselveiligheid. Deze twee toetsen kunnen worden vervangen door een nog op te stellen verordening op basis van richtlijn nr. 98/95/EG.
Tot slot wordt ook een gedeelte van richtlijn nr. 98/95/EG geïmplementeerd in de reglementen van de NAK en de Naktuinbouw. Het betreft hier technische bepalingen, die aangeven aan welke eisen teeltmateriaal moet voldoen, alvorens goedgekeurd te kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn bepalingen met betrekking tot de aanduidingen op de verpakkingen (onder andere met betrekking tot de genetisch gemodificeerde organismen), de etiketten en certificaten en de mengsels.
Over het onderhavige besluit is commentaar ontvangen van de NAK, de NAKB, de NAKG, de Nederlandse Vereniging voor Zaaizaad en Plantgoed (hierna: NVZP), CIOPORA-Nederland , LTO-Nederland en de Nederlandse Aardappel Organisatie.
De reacties geven aan op hoofdlijnen in te kunnen stemmen met het besluit. De redactionele opmerkingen zijn, waar mogelijk, verwerkt. De NAK heeft geadviseerd de in artikel III, onderdeel C bedoelde ministeriële regeling niet facultatief, maar verplicht te maken. Op dit moment is niet duidelijk of, en zo ja, op welke termijn uitvoeringsvoorschriften op dit punt door de Commissie van de Europese Gemeenschappen zullen worden vastgesteld. Ook is niet duidelijk wat de inhoud van de uitvoeringsvoorschriften zal zijn. Daarom is gekozen het advies van de NAK op dit punt niet te volgen.
De NVZP merkt op dat niet duidelijk is hoe de verhouding tussen het onderhavige besluit en de door de Commissie van de Europese Gemeenschappen op te stellen regeling voor de beproeving van teeltmateriaal. Deze regeling zal, op basis van artikel 86 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet, door de betreffende keuringsinstelling nader worden uitgewerkt.
De Nederlandse Aardappel Organisatie geeft aan bezwaar te hebben tegen de implementatie van het begrip «in de handel brengen» van richtlijn nr. 98/95/EG en met name de mogelijkheid om niet aan kwaliteitseisen te hoeven voldoen indien er sprake is van de productie van landbouwgrondstoffen voor industriële doeleinden. De Nederlandse Aardappel Organisatie meent dat met de gekozen vorm van implementatie een onduidelijke situatie veroorzaakt. Op dit moment is nog niet duidelijk wat de inhoud van de uitvoeringsvoorschriften van het begrip «in de handel brengen» zal zijn. Echter, om op het moment dat deze uitvoeringsvoorschriften van de Commissie van de Europese Gemeenschappen tot stand komen, te kunnen voorzien in tijdige implementatie, is hiervoor al op dit moment een basis in het Besluit verhandeling teeltmateriaal landbouwgewassen opgenomen.
In artikel I, onderdeel A, wordt artikel 1 van het Aansluitingsbesluit N.A.K.G. ingevoegd in het Aansluitingsbesluit N.A.K.B.. Als gevolg hiervan kan het Aansluitingsbesluit N.A.K.G. vervallen (artikel II). De citeertitel «Aansluitingsbesluit N.A.K.B.» wordt vervangen door «Aansluitingsbesluit Naktuinbouw». In het Besluit registratie groenterassen wordt in plaats van naar het Aansluitingsbesluit N.A.K.G., nu verwezen naar het Aansluitingsbesluit Naktuinbouw (artikel VII).
Artikel III, onderdeel B, C en D en artikel IV onderdeel B, C, D en F
In deze artikelen wordt een belangrijke wijziging van richtlijn nr. 98/95/EG geïmplementeerd. Het betreft de definitie van in de handel brengen, die in alle te wijzigen richtlijnen op eenzelfde manier wordt opgenomen. De reikwijdte van de richtlijnen is bepaald door het begrip «in de handel brengen». Deze definitie sluit grotendeels aan bij de in de Zaaizaad- en Plantgoedwet gebruikte term «in het verkeer brengen».
De nieuwe definitie van het «in de handel brengen» leidt tot een tweetal aanpassingen in het Besluit verhandeling teeltmateriaal landbouwgewassen en het Besluit verhandeling teeltmateriaal tuinbouwgewassen. Deze aanpassingen betekenen enerzijds een uitbreiding van de reikwijdte van het de beide besluiten, en anderzijds een beperking van de reikwijdte.
De reikwijdte van deze besluiten werd bepaald door de in artikel 2 van deze besluiten genoemde begrippen «het bedrijfsmatig in het verkeer brengen, verder verhandelen, invoeren, uitvoeren en ten uitvoer aanbieden». In vergelijking met de definitie van «in de handel brengen» van de richtlijnen, ontbreekt in deze opsomming de fase voordat teeltmateriaal in het verkeer wordt gebracht. Deze fase wordt in de richtlijn omschreven met de begrippen «het bezit met het oog op de verkoop, het aanbieden voor verkoop». Deze begrippen zijn toegevoegd aan de artikelen 2 en 4 van het Besluit verhandeling teeltmateriaal landbouwgewassen en aan de artikelen 2 en 4 van het Besluit verhandeling teeltmateriaal tuinbouwgewassen. Hiermee wordt bereikt dat, overeenkomstig de definitie in de richtlijnen, de controle wordt uitgebreid tot de fase, voorafgaand aan de feitelijke verhandeling van teeltmateriaal. Voor de vraag wanneer er sprake is van «bezit met het oog op verkoop», is in beginsel de intentie van de bezitter van het teeltmateriaal doorslaggevend. In praktische zin kan worden gesteld dat van bezit met het oog op verkoop sprake is op het moment dat teeltmateriaal ter keuring en certificering aan de betrokken keuringsdienst wordt aangeboden. In de praktijk zal deze wijziging geen verzwaring van de taken van de keuringsdiensten met zich meebrengen.
Als gevolg van de nieuwe definitie van «in de handel brengen» wordt daarnaast in het Besluit verhandeling teeltmateriaal landbouwgewassen en het Besluit verhandeling teeltmateriaal tuinbouwgewassen een uitzondering opgenomen voor de groep telers die ingevolge de definitie van «in de handel brengen» van richtlijn nr. 98/95/EG, niet aan de kwaliteitseisen hoeven te voldoen.
In richtlijn nr. 98/95/EG wordt de mogelijkheid aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen geboden om voor de uitzondering op het begrip «in de handel brengen», de bepaling met betrekking tot de productie van landbouwgrondstoffen voor industriële doeleinden, nog nadere voorschriften te stellen. Deze voorschriften kunnen bij voorbeeld betrekking hebben op de voorwaarden om van deze mogelijkheid gebruik te maken, dan wel op de invulling van het begrip «industriële doeleinden». Gelet op het feit dat deze nadere voorschriften nog niet tot stand zijn gekomen, treden de onderhavige artikelen nog niet in werking. Gekozen is voor een inwerkingtreding op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip (zie artikel IX, derde lid). Op basis van artikel III, onderdeel C en artikel IV, onderdeel D, kunnen nadere uitvoeringsvoorschriften worden vastgesteld. Met deze uitvoeringsvoorschriften zal worden aangesloten bij de nadere voorschriften die op basis van richtlijn nr. 98/95/EG door de Europese Commissie kunnen worden opgesteld. Het tijdstip van inwerkingtreding van de onderhavige artikelen van het besluit zal gelijk zijn met de inwerkingtreding van de ministeriële regeling, die kan worden opgesteld ter implementatie van de nadere voorschriften van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Artikel III, onderdeel B en artikel IV, onderdeel C
In deze bepalingen wordt de basis gegeven voor de implementatie van die bepalingen van richtlijn nr. 98/95/EG, waarin voorschriften worden gegeven over de verkoopcatalogus. De voorschriften hebben betrekking op de vermelding in de verkoopcatalogus indien een ras is verkregen met behulp van genetische modificatie. Aangezien nog niet eerder voorschriften over de verkoopcatalogus waren opgenomen, wordt hieromtrent in het Besluit verhandeling teeltmateriaal landbouwgewassen en het Besluit verhandeling teeltmateriaal tuinbouwgewassen hierover een bepaling opgenomen. Deze bepaling houdt in dat, indien teeltmateriaal van een bepaald ras genetisch gemodificeerd is, dit in de verkoopcatalogus wordt vermeld. De aanduiding die hierbij moet worden gehanteerd, alsmede de uitwerking van het begrip verkoopcatalogus kan in de reglementen van de betrokken keuringsinstelling worden uitgewerkt.
Artikel IV, onderdeel A, B en E tot en met H, en artikel V
Deze artikelen worden gewijzigd in verband met de fusie tussen de NAKB en de NAKG. In artikel IV, onderdeel A, wordt de tekst van het Besluit verhandeling teeltmateriaal bloemisterij- en boomkwekerijgewassen samengevoegd met de tekst van het Besluit verhandeling teeltmateriaal Groente- en Bloemgewassen. In de definitiebepalingen wordt, overeenkomstig artikel 1 van het Besluit verhandeling teeltmateriaal Groente- en Bloemgewassen een definitie gegeven van EEG-richtlijnen. Aan deze definitie, afkomstig uit het Besluit verhandeling teeltmateriaal Groente- en Bloemgewassen, is een aantal richtlijnen toegevoegd dat geldt voor de bloemisterij- en de boomkwekerijgewassen. In artikel IV, onderdeel F, wordt artikel 4, derde en vierde lid, van het Besluit verhandeling teeltmateriaal Groente- en Bloemgewassen overgenomen in het Besluit verhandeling teeltmateriaal tuinbouwgewassen. Reden hiervoor is dat voor de NAKG een aantal bepalingen was opgenomen met betrekking tot monsterneming, dat in het Besluit verhandeling teeltmateriaal bloemisterij- en boomkwekerijgewassen niet voorkwam. Het is wenselijk deze bepalingen ook voor de Naktuinbouw te laten gelden. Voorts wordt de tekst van het besluit op een aantal redactionele punten aangepast, onder andere de citeertitel, die komt te luiden Besluit verhandeling teeltmateriaal tuinbouwgewassen. Als gevolg van bovengenoemde aanpassingen kan het Besluit verhandeling teeltmateriaal Groente- en Bloemgewassen vervallen (artikel V).
In richtlijn nr. 98/95/EG wordt een wijziging aangebracht in de categorieën teeltmateriaal van landbouwgewassen die in het handeslverkeer mogen worden gebracht. Deze wijziging is geïmplementeerd door aan artikel VI, onderdeel B, een tweetal categorieën toe te voegen. De mogelijkheid om passende hoeveelheden teeltmateriaal voor andere onderzoeks- en beproevingsdoeleinden, voor zover het gaat om zaad van een ras waarvoor in de betrokken lidstaten een aanvraag tot opneming op de rassenlijst is ingediend, in de handel te brengen is, evenals in de huidige situatie, geïmplementeerd in reglementen van de NAK en de Naktuinbouw. Deze reglementen zijn voor dit onderwerp zijn gebaseerd op artikel 86 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet.
In richtlijn nr. 98/95/EG wordt ook een aantal technische zaken met betrekking tot de generaties teeltmateriaal van landbouwgewassen, die verhandeld mogen worden, gewijzigd. Dit betreft met name de voorschriften die aan het zogenoemde prebasiszaad worden gesteld. Dit is zaad dat bestemd is voor de productie van basiszaad. Richtlijn nr. 66/403/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PbEG L 125) bood de lid-staten de keuze prebasispootgoed al dan niet in de handel toe te staan. Prebasispootgoed is pootgoed, twee generaties voorafgaand aan gecertificeerd pootgoed. De mogelijkheid prebasispootgoed in de handel te brengen, is niet opgenomen in het Besluit Categorieën Teeltmateriaal. Als gevolg van richtlijn nr. 98/95/EG moet nu in alle lid-staten prebasispootgoed tot de handel worden toegelaten. Deze mogelijkheid is vergelijkbaar met de reeds bestaande mogelijkheid prebasiszaad in de handel te brengen. Deze wijzigingen hebben geleid tot een aantal aanpassingen in het Besluit Categorieën Teeltmateriaal.
De NAKB en de NAKG zijn met ingang van 1 januari 2000 gefuseerd. De bepalingen die betrekking hebben op de fusie treden daarom in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het onderhavige besluit. De implementatietermijn van richtlijn nr. 98/95/EG eindigt op 1 februari 2000. Op deze datum treden de bepalingen die zijn opgenomen als gevolg van richtlijn nr. 98/95/EG in werking. Op deze datum zal ook een aantal regelingen worden gewijzigd ter uitvoering van richtlijn nr. 98/95/EG. Ook zullen op deze datum de reglementen van de betrokken keuringsinstellingen zijn aangepast.
De vrijstelling voor de levering van teeltmateriaal aan verleners van diensten voor de productie van landbouwgrondstoffen voor industriële doeleinden, zal bij koninklijk besluit in werking treden in verband met een aantal uitvoeringsvoorschriften die de Commissie moet vaststellen. Het is onzeker of deze uitvoeringsvoorschriften voor 1 februari 2000 tot stand komen. Dit is de reden om te kiezen voor een inwerkingtreding van deze artikelen bij een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
G. H. Faber
Richtlijn nr. 98/95/EG | Besluit |
---|---|
Artikel 1 | |
(1) en (2) | artikel III, onderdeel C |
(3) | Keuringsreglement NAK |
(4) en (5) | artikel VI, onderdeel B |
(6) | behoeft geen implementatie |
(7) | artikel VI, onderdeel B |
(8) en (9) | behoeft geen implementatie |
(10) | Keuringsreglement NAK |
(11), (12) en (13) | behoeft geen implementatie |
(14) | Keuringsreglement NAK |
(15), (16) en (17) | behoeft geen implementatie |
(18) en (19) | artikel VI, onderdeel A en Keuringsreglement NAK |
(20), (21), (22) en (23) | Keuringsreglement NAK |
(24) | behoeft geen implementatie |
(25) | Keuringsreglement NAK |
Artikel 2 | |
(1) en (2) | artikel III, onderdeel C |
(3), (4) en (5) | Keuringsreglement NAK |
(6) | behoeft geen implementatie |
(7) en (8) | Keuringsreglement NAK |
(9) en (10) | artikel VI, onderdeel B, Keuringsreglement NAK |
(11) | behoeft geen implementatie |
(12) | Artikel VI, onderdeel B, Keuringsreglement NAK |
(13), (14) en (15) | behoeft geen implementatie |
(16) | Keuringsreglement NAK |
(17) | behoeft geen implementatie |
(18), (19) en (20) | Keuringsreglement NAK |
(21) en (22) | behoeft geen implementatie |
(23) en (24) | artikel VI, onderdeel A |
(25), (26), (27) en (28) | Keuringsreglement NAK |
(29) | behoeft geen implementatie |
(30), (31) en (32) | Keuringsreglement NAK |
Artikel 3 | |
(1) en (2) | artikel III, onderdeel C |
(3) | behoeft geen implementatie |
(4) en (5) | Keuringsreglement NAK |
(6) en (7) | artikel VI, onderdeel B |
(8), (9) en (10) | behoeft geen implementatie |
(11) | artikel VI, onderdeel B en Keuringsreglement NAK |
(12), (13), (14), (15) en (16) | behoeft geen implementatie |
(17), (18) en (19) | Keuringsreglement NAK |
(20), (21) en (22) | behoeft geen implementatie |
(23) en (24) | artikel VI, onderdeel A, Keuringsreglement NAK |
(25), (26), (27) en (28) | Keuringsreglement NAK |
(29) | behoeft geen implementatie |
Artikel 4 | |
(1) en (2) | artikel III, onderdeel C |
(3) en (4) | artikel VI, onderdeel A |
(5) | artikel VI, onderdeel B |
(6) | behoeft geen implementatie |
(7) en (8) | Keuringsreglement NAK |
(9), (10) en (11) | behoeft geen implementatie |
(12) | Keuringsreglement NAK |
(13) | behoeft geen implementatie |
(14) en (15) | artikel VI, onderdeel A |
(16), (17) en (18) | behoeft geen implementatie |
(19), (20) en (21) | Keuringsreglement NAK |
(22) | behoeft geen implementatie |
Artikel 5 | |
(1) en (2) | artikel III, onderdeel C |
(3) | behoeft geen implementatie |
(4) en (5) | Keuringsreglement NAK |
(6) en (7) | artikel VI, onderdeel B, Keuringsreglement NAK |
(8) | behoeft geen implementatie |
(9) | artikel VI, onderdeel B, Keuringsreglement NAK |
(10), (11) en (12) | behoeft geen implementatie |
(13) | Keuringsreglement NAK |
(14), (15) en (16) | behoeft geen implementatie |
(17) | artikel VI, onderdeel A |
(18), (19), (20) en (21) | Keuringsreglement NAK |
(22) | behoeft geen implementatie |
Artikel 6 | |
(1) | Artikel 3a Regeling inrichting rassenlijst landbouwgewassen |
(2) | behoeft geen implementatie |
(3) en (4) | Artikel 3a Regeling inrichting rassenlijst landbouwgewassen |
(5) | artikel III, onderdeel B, artikel 6 Regeling inrichting rassenlijst landbouwgewassen en Keuringsreglement NAK |
(6), (7), (8), (9), (10), (11), (12), (13), (14), (15), (16), (17), (18) en (19) | behoeft geen implementatie |
Artikel 7 | |
(1) en (2) | artikel IV, onderdeel D |
(3) | behoeft geen implementatie |
(4) | artikel 4 Regeling toelating groenterassen 1973, artikel 1a Regeling verkeer rassen met communautair kwekersrecht |
(5) | behoeft geen implementatie |
(6) en (7) | artikel 4 Regeling toelating groenterassen 1973, artikel 1a Regeling verkeer rassen met communautair kwekersrecht |
(8) | artikel IV, onderdeel C |
(9), (10), (11), (12), (13), (14), (15), (16), (17) en (18) | behoeft geen implementatie |
(19), (20), (21) en (22) | Keuringsreglement Naktuinbouw |
(23) | behoeft geen implementatie |
(24), (25) en (26) | Keuringsreglement Naktuinbouw |
(27) en (28) | behoeft geen implementatie |
(29) | Keuringsreglement Naktuinbouw |
(30) | behoeft geen implementatie |
(31), (32), (33), (34), (35) en (36) | Keuringsreglement Naktuinbouw |
(37), (38), (39) en (40) | behoeft geen implementatie |
Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.
Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 14 maart 2000, nr. 52.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2000-68.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.