Besluit van 14 december 2000 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990 en van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 (wijziging van de verzekeringspositie van niet in Nederland wonende sporters)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 11 oktober 2000, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/GSV/00/67218, gedaan mede namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op de artikelen 3, vierde en vijfde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 3, vierde en vijfde lid, van de Ziektewet, 3, vierde en vijfde lid, van de Werkloosheidswet, 6, derde lid, van de Algemene Ouderdomswet, 13, derde lid, van de Algemene nabestaandenwet, 6, derde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet en artikel 5, derde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

De Raad van State gehoord (advies van 3 november 2000, No. W12.00.0478/IV;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 11 december 2000, uitgebracht mede namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I. Wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990

Artikel 13 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 19901 wordt als volgt gewijzigd:

a. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

b. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt met artiest gelijkgesteld degene, die als beroep een tak van sport beoefent.

Artikel II. Wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999

Artikel 19 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 19992 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift van het artikel komt te luiden:

Musici, artiesten en sporters.

b. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

c. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt met artiest gelijkgesteld degene, die als beroep een tak van sport beoefent.

Artikel III. Inwerkingtredingsbepaling

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 14 december 2000

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de achtentwintigste december 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Personen die in Nederland beroepsmatig een bepaalde tak van sport uitoefenen zijn verzekerd voor de werknemersverzekeringen (de Werkloosheidswet, de Ziektewet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering) wanneer zij die werkzaamheden verrichten in een dienstbetrekking in de zin van die verzekeringen. Als ingezetenen van Nederland zijn zij tevens verzekerd voor de volksverzekeringen (de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet, de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten).

Beroepssporters die in het buitenland wonen en in Nederland werken kunnen – als het gaat om het vaststellen van de verzekeringspositie van deze personen – worden onderscheiden in twee groepen.

Enerzijds zijn dat degenen op wie Verordening (EEG) nr.1408/71 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale- zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PbEG 1971, L149) zoals laatstelijk bijgewerkt bij Verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 december 1996 tot wijziging en bijwerking van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (PbEG 1997, L28) ( verder te noemen: Verordening (EEG) nr. 1408/71) dan wel een verdrag inzake sociale zekerheid dat Nederland met een of meer andere landen heeft gesloten, van toepassing is.

Anderzijds zijn dat personen die onderdaan zijn van landen buiten de Europese Unie waarmee Nederland geen verdrag inzake sociale zekerheid heeft gesloten.

Wanneer men onder de personele werkingssfeer valt van Verordening (EEG) nr. 1408/71 dan wel van een bi- of multilateraal sociaal zekerheidsverdrag, dan is de socialezekerheidswetgeving van toepassing van het land waar de werkzaamheden worden verricht. De in Nederland werkende buitenlandse beroepssporter is met andere woorden onderworpen aan de Nederlandse socialeverzekeringswetgeving. Indien echter de dienstbetrekking met de in het buitenland gevestigde werkgever gedurende de periode dat de betreffende sporter in Nederland werkt blijft gehandhaafd, en deze werknemer door zijn werkgever naar Nederland is gedetacheerd, dan kan hij onderworpen blijven aan de socialeverzekeringswetgeving van de woonstaat.

Op degenen die niet onder de personele werkingssfeer vallen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 noch van een van de bi- of multilaterale verdragen inzake sociale zekerheid waarbij Nederland een van de verdragsluitende partijen is, zal in beginsel het Nederlandse wettelijke socialeverzekeringsstelsel van toepassing zijn.

Volgens artikel 4 van de Wet op de loonbelasting 1964 kan bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat als (fictieve) dienstbetrekking wordt beschouwd de arbeidsverhouding van degene die als musicus of anderszins als artiest optreedt, dan wel als beroep een tak van sport beoefent. Ten aanzien van artiesten is van deze bevoegdheid gebruik gemaakt in artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965. Voor sporters is dit jaar in het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 een bepaling opgenomen op grond waarvan de arbeidsverhouding van de beroepssporter dient te worden aangemerkt als een fictieve dienstbetrekking.

Deze wijziging van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 houdt in dat in beginsel alle sporters die een tak van sport als beroep uitoefenen, onderworpen zijn aan de loonbelasting. Voorzover niet in echte dienstbetrekking worden zowel de in Nederland wonende als de niet in Nederland wonende sporters geacht een fictieve dienstbetrekking te zijn aangegaan. Ten aanzien van de niet in Nederland wonende sporter is het van belang dat in de meeste door Nederland gesloten belastingverdragen het heffingsrecht, conform artikel 17 van het OESO-modelverdrag, wordt toegewezen aan de staat waarin de buitenlandse sporters hun persoonlijke werkzaamheden als zodanig verrichten.

Bij de wet van 24 mei 2000, houdende wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, de Wet op de loonbelasting 1964 en de Invorderingswet 1990 (maatregelen aangaande buitenlandse sporter (Stb. 227) is in de Wet op de loonbelasting 1964 opgenomen dat niet in Nederland wonende sporters die in Nederland op grond van een overeenkomst van korte duur een tak van sport als beroep beoefenen, onderworpen zijn aan loonbelasting tegen een vast tarief van 20%. Ten behoeve van uniforme heffing bij grensoverschrijdende evenementen kan dit percentage voor bepaalde categorieën sporters tijdelijk worden verlaagd tot minimaal 15% (artikel 26c, eerste en tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964).

In aansluiting hierop is in dit besluit geregeld om beroepssporters die in het buitenland wonen en hier in Nederland voor korte duur arbeid verrichten, gedurende die beperkte periode niet als werknemer aan te merken voor de werknemersverzekeringen en niet als verzekerde te beschouwen voor de volksverzekeringen. Daartoe wordt het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990 (hierna: KB 402) en het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 (hierna: KB 746) gewijzigd.

In dit verband is aansluiting gezocht bij de zogenaamde musici- en artiestenbepaling die zowel in KB 402 (artikel 13) als in KB 746 (artikel 19) is opgenomen. Daarin is geregeld dat niet als werknemer in de zin van de werknemersverzekeringen respectievelijk niet als verzekerd op grond van de volksverzekeringen wordt beschouwd de persoon die niet in Nederland woont en die ter zake van als musicus of anderszins als artiest in dienstbetrekking verrichte arbeid aan de loonbelasting is onderworpen, indien die arbeid voor korte duur in Nederland wordt verricht. Voor de toepassing van deze artikelen wordt de beroepssporter gelijkgesteld met artiest.

In de nota van toelichting bij het besluit van 25 mei 2000, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (Stb. 228) is ten aanzien van deze beroepssporters aangegeven dat vooruitlopend op de aanpassing van de regelgeving van de sociale zekerheid het geen bezwaar zal ontmoeten dat er vanaf de inwerkingtreding van dat besluit (1 juni 2000) ook geen premies volksverzekeringen en werknemersverzekeringen worden geheven.

Nu het onderhavige wijzigingsbesluit met ingang van 1 januari 2001 in werking treedt, betekent dit dat de verzekeringsplicht van deze beroepssporter met ingang van die datum en niet met ingang van 1 juni 2000 wordt beëindigd.

Artikelsgewijs

Artikel I. Wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990 (KB 402)

Aan artikel 13 van KB 402 wordt een lid toegevoegd. Met artiest wordt, voor de toepassing van dit artikel, gelijkgesteld degene die als beroep een tak van sport beoefent. Langs de weg van de gelijkstelling wordt bereikt dat ook de niet in Nederland wonende sporter die in dienstbetrekking arbeid voor korte duur verricht en daarbij onderworpen is aan de loonbelasting, niet als werknemer in de zin van de werknemersverzekeringen wordt beschouwd. Het gaat hierbij om arbeid voor korte duur. De betrokken sporter is dan niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen en er bestaat er derhalve ook geen premieplicht werknemersverzekeringen.

Artikel II. Wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 (KB 746)

Aan artikel 19 van KB 746 wordt een lid toegevoegd. Met artiest wordt, voor de toepassing van dit artikel, gelijkgesteld degene die als beroep een tak van sport beoefent. Langs de weg van de gelijkstelling wordt bereikt dat ook de niet in Nederland wonende sporter die in dienstbetrekking arbeid voor korte duur verricht en daarbij onderworpen is aan de loonbelasting, niet verzekerd is op grond van de volksverzekeringen. Is dit het geval, dan bestaat er geen premieplicht volksverzekeringen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Stb. 1998, 402, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 december 1999, Stb. 597.

XNoot
2

Stb. 1998, 746, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 12 februari 2000, Stb. 103.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven