Besluit van 14 december 2000 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 14 december 2000 tot wijziging van de Mediawet en van het Wetboek van Strafrecht, alsmede intrekking van de Wet op de filmvertoningen (Stb. 586)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 december 2000, kenmerk DJB/APJB-2137644, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, dr. F. van der Ploeg;

Gelet op artikel IV van de Wet van 14 december 2000 tot wijziging van de Mediawet en van het Wetboek van Strafrecht, alsmede intrekking van de Wet op de filmvertoningen (Stb. 586);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 14 december 2000 tot wijziging van de Mediawet en van het Wetboek van Strafrecht, alsmede intrekking van de Wet op de filmvertoningen (Stb. 586) treedt in werking met ingang van 22 februari 2001.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 14 december 2000

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. M. Vliegenthart

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

F. van der Ploeg

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de zevenentwintigste december 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven