Besluit van 13 december 2000, houdende de overdracht van de verbindingsbeveiliging bevorderende taak voor zover deze was opgedragen aan het Nationaal Bureau voor Verbindingsbeveiliging, van het ministerie van Buitenlandse Zaken naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken d.d. 11 december 2000, nr. 00M396916;

Gelet op artikel 44, eerste lid, van de Grondwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De taak inhoudende het bevorderen van de beveiliging van verbindingen voor zover deze was opgedragen aan het Nationaal Bureau voor Verbindingsbeveiliging, wordt overgebracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 2

Binnen het kader van zijn wettelijke taak wordt de Binnenlandse Veiligheidsdienst belast met het uitvoeren van de in artikel 1 bedoelde taak.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, en Onze Ministers van Buitenlandse Zaken en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 13 december 2000

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

Uitgegeven de zevenentwintigste december 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Het onderhouden van veilige verbindingen was van oudsher een zaak die van bijzonder belang was voor de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Defensie. Daardoor valt te verklaren dat het voor de gehele rijksdienst bevorderen van veilige verbindingen een taak werd die in beheersmatige zin bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken werd ondergebracht en dat de financiering daarvan grotendeels door het Ministerie van Defensie werd gedragen. Met de opkomst van ICT werd het gebruik van veilige verbindingen voor alle delen van de rijksdienst waar met staatsgeheimen of andere kwetsbare informatie wordt gewerkt een zaak van toenemend belang. Het ligt daarom in de rede het bevorderen van de veiligheid van verbindingen als taak onder te brengen bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De onder dit ministerie ressorterende Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) heeft immers de wettelijke taak in algemene zin de beveiliging van staatsgeheimen en andere kwetsbare informatie te bevorderen. Het bevorderen van de veiligheid van verbindingen die voor het verzenden van deze informatie worden gebruikt, behoort daarvan een integraal deel uit te maken. Overigens kan worden opgemerkt dat een en ander onverlet laat de wettelijke taak van de Militaire Inlichtingendienst inzake de beveiliging van gegevens betreffende de krijgsmacht waarvan de geheimhouding is geboden.

De taak inhoudende het bevorderen van de beveiliging van verbindingen voor zover deze was opgedragen aan het onder het Ministerie van Buitenlandse Zaken ressorterende Nationaal Bureau voor Verbindingsbeveiliging (NBV) wordt daarom overgedragen aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De onder dit ministerie ressorterende BVD zal deze taak en alle daaruit direct en indirect voortvloeiende werkzaamheden binnen het kader van zijn wettelijke taak gaan uitvoeren. Met de taak zal, met inachtneming van de daarvoor geldende regels, ook het personeel, materieel en de financiële middelen van het NBV overgaan naar de BVD.

De Ministeriële Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten heeft op 14 juli 1999 ingestemd met de overdracht van de bovenbedoelde taak. Dit besluit werd vervolgens overgenomen door de ministerraad. De feitelijke overdracht is met instemming van de ministerraad voorbereid door een stuurgroep onder leiding van de secretaris-generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties waarvan voorts deel uitmaakten de secretarissen-generaal van de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Defensie, alsmede de coördinator van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Inmiddels zijn de onder leiding van deze stuurgroep uitgevoerde werkzaamheden zover gevorderd dat de feitelijke overdracht per 1 januari 2001 kan plaatsvinden. De ondernemingsraden van Buitenlandse Zaken en van de BVD hebben met de overdracht ingestemd.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

Naar boven