Besluit van 11 december 2000, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet bevordering eigenwoningbezit

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 7 december 2000, nr. MJZ2000147454;

Gelet op artikel 65, eerste lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet bevordering eigenwoningbezit treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 11 december 2000

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

Uitgegeven de eenentwintigste december 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit voorziet in de inwerkingtreding van de Wet bevordering eigenwoningbezit op 1 januari 2001. Daarmee treedt ook op die datum in werking de wet van 11 december 2000 (Stb. 576), houdende wijziging van de Wet bevordering eigenwoningbezit. In artikel II van die wijzigingswet is immers bepaald dat zij in werking treedt op het tijdstip dat de Wet bevordering eigenwoningbezit in werking treedt.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

Naar boven