Besluit van 18 december 2000 tot inwerkingtreding van de regeling durfkapitaal in de Wet inkomstenbelasting 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 14 december 2000, WDB 00/931;

Gelet op artikel XIX, tweede lid, van de Wet van 14 december 2000, Stb. 569, houdende wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan 2001);

Hebben goedgevonden en verstaan;

ARTIKEL I

Artikel I, onderdelen R, S en T, van de Wet van 14 december 2000, Stb. 569, houdende wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan 2001) treden in werking met ingang van 1 januari 2001.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 december 2000

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

Uitgegeven de zevenentwintigste december 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

In artikel I, onderdelen R, S en T, van de Wet van 14 december 2000, Stb. 569, houdende wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan 2001) wordt een regeling durfkapitaal ingevoegd in de Wet inkomstenbelasting 2001. De inwerkingtreding van deze onderdelen is voorzien bij een Koninklijk Besluit.

Zoals is aangegeven in paragraaf 8 van het algemene deel van de memorie van toelichting op het Belastingplan 2001 is de reden voor de inwerkingtreding bij Koninklijk Besluit gelegen in het feit dat nog bezien zou worden of de regeling durfkapitaal zou moeten worden gemeld bij en goedgekeurd door de Europese Commissie. Nader onderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat de regeling durfkapitaal geen steunmaatregel is in de zin van artikel 87 van het EG-Verdrag. Het betreft hier een generieke regeling nu iedere startende onderneming er voordeel bij kan hebben. Dit betekent dat de regeling durfkapitaal niet aangemeld hoeft te worden bij de Europese Commissie, noch door haar hoeft te worden goedgekeurd, zoals ook reeds is gemeld in de nota naar aanleiding van het verslag, kamerstukken II 2000–2001, 27 431, nr. 7, blz. 64. De genoemde onderdelen kunnen daarom gelijktijdig met de Wet inkomstenbelasting 2001 in werking treden.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven