Besluit van 11 december 2000, houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie en andere besluiten in verband met onder meer de overgang van het personeel van de Organisatie Informatie- en communicatietechnologie OOV naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 24 augustus 2000, nr. EA2000/U78308, directoraat-generaal Openbare Orde en Veiligheid, directie Politie, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid;

Gelet op artikel 50, eerste lid, en 53d, eerste lid, van de Politiewet 1993, artikel 9, zesde lid, eerste en tweede volzin, van de LSOP-wet en artikel 125, eerste lid, onderdeel i, van de Ambtenarenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 28 september 2000, nr. W.04.00.0391/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 4 december 2000, nr. EA2000/U97289, directoraat-generaal Openbare Orde en Veiligheid, directie Politie, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit algemene rechtspositie politie1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

2. Aan onderdeel d wordt na «Politiewet 1993» toegevoegd:, waarbij voor de toepassing van dit besluit de ambtenaar, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdelen a tot en met e, van de LSOP-wet, werkzaam bij het LSOP en de ambtenaar werkzaam bij ITO, worden gelijkgesteld met ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Politiewet 1993.

3. Onderdeel f komt te luiden:

f. ITO: de Organisatie Informatie- en communicatietechnologie OOV;

4. In onderdeel h wordt de zinsnede «, de bijzondere ambtenaar van politie en de ambtenaar, werkzaam bij het LSOP» vervangen door: en de bijzondere ambtenaar van politie.

5. In onderdeel k, ten 2°, wordt na «Korps landelijke politiediensten» ingevoegd: of bij ITO.

6. In onderdeel m wordt de zinsnede «het Korps landelijke politiediensten, dan wel bij het LSOP» vervangen door: bij het Korps landelijke politiediensten, bij het LSOP dan wel bij ITO.

7. De onderdelen na onderdeel q komen te luiden als volgt:

r. passende arbeid: arbeid als bedoeld in artikel 30 van de Ziektewet;

s. gangbare arbeid: arbeid als bedoeld in artikel 18, vijfde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

t. plaats van tewerkstelling:

1. het gebouw, gebouwencomplex of terrein dat de ambtenaar voor de normale uitoefening van zijn ambt is aangewezen;

2. de aangewezen aanlegplaats van het vaartuig dat de ambtenaar voor de normale uitoefening van zijn taak gebruikt of

3. bij gebrek aan een aanwijzing, bedoeld in het eerste en tweede onderdeel, het gebouw, gebouwencomplex, of terrein, waar de ambtenaar gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht, het gebouwencomplex waar hij kantoor houdt, dan wel de aanlegplaats waar hij gewoonlijk het vaartuig aanlegt;

u. hoofdplaats van tewerkstelling: de plaats van tewerkstelling, bedoeld in artikel 10, tweede lid;

v. werkgebied:

1. indien het betreft een ambtenaar die werkzaam is bij een regionaal politiekorps: de desbetreffende regio, het door het bevoegd gezag aangewezen gedeelte van die regio waarin de plaats van tewerkstelling van die ambtenaar is gelegen, dan wel een plaats van tewerkstelling waarover dit bevoegd gezag het medebeheer uitoefent, indien deze plaats van tewerkstelling is gelegen buiten de regio;

2. indien het betreft een ambtenaar die werkzaam is bij het Korps landelijke politiediensten, of een bijzondere ambtenaar van politie: Nederland dan wel het door het bevoegd gezag aangewezen gedeelte van Nederland waarin de plaats van tewerkstelling is gelegen of

3. indien het betreft een ambtenaar, werkzaam bij het LSOP of bij ITO: het door het bevoegd gezag aangewezen gedeelte van Nederland waarin de plaats van tewerkstelling is gelegen;

w. beroepsziekte: een ziekte, welke in overwegende mate haar oorzaak vindt in de aard van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden, waaronder deze moesten worden verricht, en die niet aan zijn schuld of onvoorzichtigheid is te wijten;

x. dienstongeval: een ongeval, welk in overwegende mate zijn oorzaak vindt in de aard van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden, waaronder deze moesten worden verricht, en dat niet aan zijn schuld of onvoorzichtigheid is te wijten.

B

In artikel 4, eerste lid, vervalt de zinsnede «of van een ambtenaar, werkzaam bij het LSOP, ».

C

Artikel 4a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt telkens «of bij het LSOP» vervangen door: , bij het LSOP of bij ITO.

2. In het tweede lid wordt na «LSOP» ingevoegd: , ITO.

D

Artikel 8, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef vervalt de zinsnede «dan wel als ambtenaar werkzaam bij het LSOP».

2. In onderdeel d wordt na «binnen het LSOP» ingevoegd: of ITO.

E

In artikel 8a, tweede lid, wordt na de zinsnede «bij het LSOP» ingevoegd: of ITO.

F

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt de zinsnede «dan wel de ambtenaar, werkzaam bij het LSOP».

2. In het vijfde lid wordt «, de ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie en de ambtenaren, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de LSOP-wet» vervangen door: en de overige ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie.

G

In artikel 10 worden de laatste twee leden vernummerd tot vierde en vijfde lid.

H

In artikel 13a, zesde lid, wordt «dan wel het LSOP» vervangen door: , het LSOP dan wel ITO.

I

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt de zinsnede «21, zesde lid, en 22, zesde lid» vervangen door: dan wel door een bond, vereniging of centrale waarmee ingevolge artikel 22, 22a of 22b overleg wordt gepleegd.

2. In het vierde lid wordt de zinsnede «artikel 44, vierde en zevende lid, van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994» vervangen door: artikel 18, eerste en tweede lid, van de Wet op de ondernemingsraden.

3. Het zesde lid, eerste volzin, komt als volgt te luiden:

Tenzij zwaarwegende belangen van de dienst zich daartegen verzetten, wordt buitengewoon verlof met behoud van volle bezoldiging verleend voor het bijwonen van vergaderingen van de commissies, bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, 12, eerste lid, 21, eerste lid, 22, eerste lid, 22a, eerste lid en 22b, eerste lid, alsmede voor vergaderingen van de werkgroepen, bedoeld in artikel 18 van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994.

J

In artikel 35a wordt de zinsnede «en 22a, eerste lid» vervangen door: 22a, eerste lid, en 22b, eerste lid.

K

In artikel 47, eerste lid, vervalt het aanhalingsteken achter het woord «periode».

L

In artikel 58, eerste lid, wordt de zinsnede «, de bijzondere ambtenaar van politie of de ambtenaar, werkzaam bij het LSOP» vervangen door: en de bijzondere ambtenaar van politie.

M

Artikel 62, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d wordt «Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie» vervangen door: LSOP.

2. Onderdeel e wordt verletterd tot onderdeel f.

3. Na onderdeel d wordt een nieuw onderdeel e ingevoegd, luidende:

e. bij ITO, mits de detachering op aanvraag van of in overeenstemming met de algemeen directeur van de organisatie plaatsvindt;

N

In artikel 67, eerste lid, wordt telkens «of het LSOP» vervangen door: , het LSOP of ITO.

O

Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «dan wel aan het LSOP» vervangen door: , het LSOP dan wel aan ITO.

2. In het derde lid wordt telkens «dan wel het LSOP» vervangen door: , het LSOP dan wel ITO.

P

Artikel 71 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt na «binnen het LSOP» telkens ingevoegd: of ITO.

2. In het derde lid, tweede volzin, vervalt het woord «om», en wordt «dan wel de directie van het LSOP» vervangen door: , de directie van het LSOP dan wel de algemeen directeur van ITO.

3. In het vierde lid wordt «dan wel het LSOP» vervangen door: , het LSOP dan wel ITO.

Q

Artikel 77 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt «dan wel aan de directie van het LSOP» vervangen door: , aan de directie van het LSOP dan wel aan de algemeen directeur van ITO.

2. In het vierde lid, tweede volzin, wordt «of bij het Korps landelijke politiediensten» vervangen door: , bij het Korps landelijke politiediensten of bij ITO.

R

In artikel 84, tweede lid, tweede volzin, wordt na «regionaal politiekorps» ingevoegd: of bij ITO.

S

In artikel 88, eerste lid, vervalt de zinsnede «of de ambtenaar, werkzaam bij het LSOP».

T

Artikel 89 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid vervalt de zinsnede «dan wel de ambtenaar, werkzaam bij het LSOP».

2. In het vierde lid wordt «Aan de aspirant die gedurende de basisopleiding en de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, dan wel de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve of andere taken ten dienste van de politie, of de ambtenaar werkzaam bij het LSOP» vervangen door: Aan de adspirant die gedurende de basisopleiding en aan de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak dan wel de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve of andere taken ten dienste van de politie.

U

Artikel 90 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de zinsnede «of aan de ambtenaar, werkzaam bij het LSOP'».

2. In het derde lid vervalt de zinsnede «, of de ambtenaar, werkzaam bij het LSOP».

3. In het zesde lid wordt de zinsnede «onder j» vervangen door: onder i.

4. Het eerste negende lid wordt vernummerd tot elfde lid.

5. In het tiende lid wordt de zinsnede «of het LSOP» vervangen door: , het LSOP of ITO.

V

Artikel 91 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zesde lid wordt «, of bij het LSOP» vervangen door: , bij het LSOP of bij ITO.

2. Na het zevende lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Een ontslagverlening op grond van het eerste lid kan betrekking hebben op een gedeelte van de tijd waarvoor de ambtenaar is aangesteld.

W

In artikel 93 wordt de zinsnede «artikel 125e, vierde lid, van de Ambtenarenwet» vervangen door: artikel 125e, tweede lid, van de Ambtenarenwet.

X

Artikel 95 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «of bij het Korps landelijke politiediensten of bij het LSOP» vervangen door: bij het Korps landelijke politiediensten, bij het LSOP of bij ITO.

2. In het derde lid, onderdelen a en c, wordt de zinsnede «of bij hetKorps landelijke politiediensten» telkens vervangen door: , bij het Korps landelijke politiediensten of bij ITO.

Y

Artikel 97 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «1 januari 1998, , tenzij» vervangen door: 1 januari 1998, tenzij.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede «1 januari 1998, , tenzij» vervangen door: 1 januari 1998, tenzij.

3. In het derde lid, onderdeel e, vervalt het woord «wordt».

4. In het derde lid, onderdeel f, wordt de zinsnede «artikel 16, tweede lid, ,» vervangen door: artikel 16, tweede lid,.

Z

Artikel 98, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «het tweede lid» vervangen door: het tweede en tiende lid.

2. In het tweede lid, onderdeel d, vervalt het woord «wordt».

ARTIKEL II

Het Besluit bezoldiging politie2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan onderdeel d wordt na «Politiewet 1993» toegevoegd:, waarbij voor de toepassing van dit besluit de ambtenaar, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdelen a tot en met e, van de LSOP-wet, werkzaam bij het LSOP en de ambtenaar werkzaam bij ITO, worden gelijkgesteld met ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Politiewet 1993.

2. Onderdeel f komt te luiden:

f. ITO: de Organisatie Informatie- en communicatietechnologie OOV;

3. In onderdeel h wordt «, de bijzondere ambtenaar van politie en de ambtenaar, werkzaam bij het LSOP» vervangen door: en de bijzondere ambtenaar van politie.

4. In onderdeel i, ten 2°, wordt na «Korps landelijke politiediensten» ingevoegd: of bij ITO.

5. Het tweede onderdeel v tot en met onderdeel nn worden verletterd tot onderdelen w tot en met oo.

6. In onderdeel y wordt de zinsnede «en niet aan zijn schuld» vervangen door: en die niet aan zijn schuld.

7. In onderdeel z wordt de zinsnede «en niet aan zijn schuld» vervangen door: en dat niet aan zijn schuld.

B

In artikel 18, tweede lid, wordt de zinsnede «de Commissie Korps Landelijke Politiediensten, de Commissie LSOP of de Commissie Bijzondere Ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 14, 21 onderscheidenlijk 22» vervangen door: de Commissie Korps landelijke politiediensten, de Commissie bijzondere ambtenaren van politie, de Commissie LSOP of de Commissie ITO, bedoeld in de artikelen 12, 21, 22, 22a onderscheidenlijk 22b.

C

Artikel 27, vierde en vijfde lid, komt als volgt te luiden:

  • 4. Overwerk kan niet worden opgedragen boven een door het bevoegd gezag of een door deze aangewezen ambtenaar, vast te stellen aantal uren per jaar.

  • 5. Het opdragen van overwerk mag niet tot gevolg hebben dat de ambtenaar per periode van vier weken minder dan vier vrije dagen en per kalenderjaar minder dan dertien vrije zondagen, waarvan elf aansluitend aan een vrije dag, geniet.

D

In artikel 39, eerste lid, aanhef, wordt de zinsnede «onderdeel f» vervangen door: onderdeel e.

ARTIKEL III

Het Besluit overleg en medezeggenschap politie 19943 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen e tot en met o worden verletterd in onderdelen f tot en met p.

2. Na onderdeel d wordt een nieuw onderdeel e ingevoegd, luidende:

e. ITO: de Organisatie Informatie- en communicatietechnologie OOV;

3. In onderdeel f wordt de zinsnede «onderdeel f» vervangen door: onderdeel h.

4. In onderdeel g, ten 2°, wordt na de zinsnede «Korps landelijke politiediensten» ingevoegd: of bij ITO.

5. De onderdelen i en j vervallen.

6. De onderdelen k tot en met p worden verletterd in onderdelen i tot en met n.

7. Onderdeel i komt als volgt te luiden:

i. Centrale: een centrale van overheidspersoneel als bedoeld in artikel 1 van de Regeling overleg Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid;

8. Aan het slot van onderdeel n wordt de punt vervangen door een puntkomma.

9. Na onderdeel n wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

o. Commissie ITO: de Commissie voor georganiseerd overleg in politie-ambtenarenzaken ten behoeve van de ambtenaren van ITO, bedoeld in artikel 22b.

B

In artikel 2, vijfde lid, wordt de zinsnede «tot de Centrale Commissie van een Centrale» vervangen door: van een Centrale tot de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

C

Artikel 3, tweede lid, komt als volgt te luiden:

  • 2. Het eerste lid blijft buiten toepassing met betrekking tot regelingen, bedoeld in artikel 1 van de Regeling overleg Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

D

Na artikel 22a wordt een nieuwe afdeling ingevoegd, luidende:

AFDELING 4B. HET OVERLEG MET DE COMMISSIE ITO

Artikel 22b
  • 1. Er is een Commissie ITO.

  • 2. Over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van de ambtenaar, met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd, die uitsluitend de ambtenaren van ITO betreffen en bovendien niet ontleend zijn aan noch vergelijkbaar zijn met een aangelegenheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt niet beslist dan nadat daarover door of namens Onze Minister overleg is gepleegd met de Commissie ITO.

  • 3. Het tweede lid blijft buiten toepassing:

    a. met betrekking tot bij of krachtens de wet gegeven regels over aangelegenheden waarover overleg is gepleegd met de Commissie indien die regels onverkort van toepassing zijn op de ambtenaar;

    b. indien Onze Minister overleg met de Commissie wenselijk acht of de voorzitter van het overleg met de Commissie ITO dan wel één van de leden van de Commissie ITO aan Onze Minister kenbaar maakt dat overleg te wensen.

  • 4. Het in het derde lid, onder b, bedoelde overleg met de Commissie vindt eerst plaats nadat zij het standpunt van de Commissie ITO terzake in afschrift heeft ontvangen.

  • 5. Een voorstel strekkende tot invoering of wijziging van een regeling met rechten of verplichtingen van individuele ambtenaren, die een uitwerking is van een voorstel waarover in het in artikel 2, eerste lid, bedoelde overleg overeenstemming is bereikt, wordt slechts ten uitvoer gebracht indien daarover overeenstemming bestaat met de Commissie ITO.

  • 6. Het overleg met de Commissie ITO vindt plaats overeenkomstig de artikelen 12 tot en met 20, met dien verstande dat:

    a. voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder:

    1e. regionaal politiekorps: ITO;

    2e. Regionale Commissie: de Commissie ITO;

    3e. korpsbeheerder: Onze Minister;

    b. Onze Minister de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van het overleg met de Commissie ITO aanwijst.

E

Aan artikel 24 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Deze afdeling is van overeenkomstige toepassing op geschillen inzake aangelegenheden als bedoeld in artikel 22b, met dien verstande dat onder de Commissie wordt verstaan: de Commissie ITO.

F

In artikel 28, vierde lid, onderdeel b, wordt de zinsnede «of de Commissie LSOP» vervangen door: , de Commissie LSOP of de Commissie ITO.

G

Hoofdstuk III vervalt.

H

De artikelen 62 en 63 vervallen.

ARTIKEL IV

Artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit geneeskundige verzorging politie 19944 komt als volgt te luiden:

a. degene wiens rechtspositie is geregeld op grond van artikel 50, eerste lid, respectievelijk artikel 53d, eerste lid, van de Politiewet 1993 dan wel op grond van artikel 9, zesde lid, van de LSOP-wet;.

ARTIKEL V

Artikel 1 van het Besluit vergoeding dienstreizen politie5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, ten 2°, wordt na de zinsnede «Korps landelijke politiediensten» toegevoegd: dan wel bij de Organisatie Informatie- en communicatietechnologie OOV.

2. In onderdeel d wordt de zinsnede «artikel 1, eerste lid, onder r» vervangen door: artikel 1, eerste lid, onder t.

ARTIKEL VI

Artikel 1 van het Besluit vergoeding verplaatsingskosten politie6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden de onderdelen c tot en met o verletterd in onderdelen d tot en met p.

2. Na onderdeel b wordt een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende:

c. ITO: de Organisatie Informatie- en communicatietechnologie OOV;

3. In het eerste lid, onderdeel d, ten 2°, wordt na de zinsnede «Korps landelijke politiediensten» toegevoegd: of bij ITO.

4. In het eerste lid, onderdeel f, wordt «artikel 1, eerste lid, onder r» vervangen door: artikel 1, eerste lid, onder t.

5. In het eerste lid, onderdeel g, wordt «artikel 1, eerste lid, onder t» vervangen door: artikel 1, eerste lid, onder v.

6. In het eerste lid, onderdeel p, wordt na de zinsnede «bij het LSOP» ingevoegd: , bij ITO.

7. In het eerste lid, onderdeel p, onder 2e, wordt na «het LSOP» ingevoegd: , ITO.

8. In het tweede lid wordt «het eerste lid, onderdeel l» vervangen door: het eerste lid, onderdeel m.

ARTIKEL VII

In artikel 1, onderdeel d, van het Besluit suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector politie7 wordt de zinsnede «onderdeel f» vervangen door: onderdeel e.

ARTIKEL VIII

De tekst van het Besluit algemene rechtspositie politie en de tekst van het Besluit bezoldiging politie worden in het Staatsblad geplaatst.

ARTIKEL IX

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2000, met dien verstande dat artikel III, onderdelen B, C, G en H, terugwerkt tot en met 5 mei 1997.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 11 december 2000

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Uitgegeven de eenentwintigste december 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

De Organisatie Informatie- en communicatietechnologie OOV (ITO) verricht werkzaamheden op het gebied van de informatiehuishouding van de politie. Oorspronkelijk was ITO een onderdeel van het Korps landelijke politiediensten (KLPD) en viel dientengevolge onder het Ministerie van Justitie. Met ingang van 1 januari 1998 is ITO een agentschap geworden ressorterend onder de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het personeel van ITO werd tot 1 januari 2000 vanuit het KLPD gedetacheerd bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met de inwerkingtreding van de Wet van 22 december 1999 tot wijziging van de Politiewet 1993 en de Wet politieregisters in verband met de overdracht van het beheer van het Korps landelijke politiediensten aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Stb. 575) per 1 januari 2000, is het personeel van ITO formeel onder de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties komen te vallen. Bij deze wet is artikel 53d in de Politiewet 1993 opgenomen, krachtens welk artikel de rechtspositieregelingen van de politie van overeenkomstige toepassing zijn verklaard op de bij ITO werkzame ambtenaren. Artikel 53d, eerste lid, tweede volzin, biedt de mogelijkheid bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aanvullende bepalingen te geven, hetgeen in het onderhavige besluit is gedaan. In verband met deze overdracht per 1 januari 2000 hebben de wijzigingen die betrekking hebben op ITO tot en met die datum terugwerkende kracht gekregen.

Van de gelegenheid is gebruikt gemaakt in het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) en het Besluit bezoldiging politie (Bbp) de definitiebepaling van de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken van de politie uit te breiden. De ambtenaar, werkzaam bij het LSOP en de ambtenaar werkzaam bij het ITO, worden voor de toepassing van het Barp en het Bbp gelijkgesteld met de ambtenaar, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Politiewet 1993 en vallen daarmee tevens onder het begrip ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken van de politie». Hiermee wordt voorkomen, dat in de verschillende bepalingen in het Barp en het Bbp die betrekking hebben op de ambtenaar werkzaam bij het LSOP, de ambtenaar werkzaam bij ITO en de ambtenaar, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Politiewet 1993, lange opsommingen worden opgenomen.

Het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994 wordt bij het onderhavige besluit gewijzigd in verband met het inmiddels van toepassing zijn van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) bij de overheid en de veranderingen in de wijze waarop het arbeidsvoorwaardenoverleg inmiddels wordt gevoerd.

Op grond van de Wet van 13 april 1995, houdende regeling van de medezeggenschap van het overheidspersoneel in de Wet op de ondernemingsraden (Stb. 231), is sinds 5 mei 1995 de WOR ook van toepassing op overheidspersoneel.

In die wet is tevens bepaald dat dienstcommissies ophouden te bestaan op de datum waarop een overheidsondernemer voor een of meerdere organisatieonderdelen een ondernemingsraad heeft ingesteld, maar uiterlijk twee jaar na inwerkingtreding van de wet. Met ingang van 5 mei 1997 bestaan er dus geen dienstcommissies meer, zodat per die datum de in het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994 vervatte bepalingen omtrent dienstcommissies kunnen komen te vervallen. Bij het onderhavige besluit worden die bepalingen met terugwerkende kracht tot en met 5 mei 1997 vervallen verklaard, onder meer door het laten vervallen van Hoofdstuk III van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994.

Overigens is van de gelegenheid gebruik gemaakt omissies in een aantal besluiten te herstellen. Dit betreft met name het herstel van onjuiste verlettering en vernummering, van verkeerde verwijzingen en van onjuist geplaatste leestekens. Tegen de terugwerkende kracht van deze wijzigingen tot en met 1 januari 2000 bestaat geen bezwaar, omdat het wijzigingen van technisch-juridische aard betreft.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries


XNoot
1

Stb. 1994, 214, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 december 2000, Stb. 558.

XNoot
2

Stb. 1994, 215, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 december 2000, Stb. 558.

XNoot
3

Stb. 1994, 216, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 januari 2000, Stb. 37.

XNoot
4

Stb. 1994, 338, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 december 2000, Stb. 558.

XNoot
5

Stb. 1994, 217, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 januari 2000, Stb. 37.

XNoot
6

Stb. 1994, 218, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 januari 2000, Stb. 37.

XNoot
7

Stb. 1996, 359, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 28 juli 2000, Stb. 364.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 9 januari 2001, nr. 6.

Naar boven