Besluit van 29 november 2000, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enige onderdelen van artikel I van de Wet van 30 maart 2000 tot wijziging van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Stb. 2000, 154) en van enige onderdelen van artikel I van het Besluit van 8 juli 2000 tot wijziging van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Stb. 2000, 300)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid van 15 november 2000, nummer BPR2000/U96218;

Gelet op artikel III, eerste lid, van de Wet van 30 maart 2000 tot wijziging van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Stb. 2000, 154) en artikel III, eerste lid, van het Besluit van 8 juli 2000 tot wijziging van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Stb. 2000, 300);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Artikel I, onderdeel I, eerste en tweede lid, en onderdelen J en N, van de Wet van 30 maart 2000 tot wijziging van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Stb. 2000, 154) treedt in werking met ingang van 1 februari 2001.

Artikel 2

Artikel I, onderdelen B, tweede lid, C, eerste lid, F, H tot en met J, de in onderdeel Q opgenomen paragraaf 8 en onderdelen S en W van het Besluit van 8 juli 2000 tot wijziging van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Stb. 2000, 300) treedt in werking met ingang van 1 februari 2001.

Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid is belast met de invoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 29 november 2000

Beatrix

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R. H. L. M. van Boxtel

Uitgegeven de twaalfde december 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven