Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele technische
aanpassingen aan te brengen in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op
de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs en die wetten aan
te passen in verband met het van toepassing worden van de Werkloosheidswet
op het overheids- en onderwijspersoneel;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op het primair onderwijs1 wordt gewijzigd als
volgt:
A
In de artikelen 128, 166, negende lid, 170, vijfde lid, 171, zevende lid,
en 175, vierde lid, wordt «uitkeringen krachtens het Besluit Werkloosheid
onderwijs- en onderzoekpersoneel» telkens vervangen door: werkloosheidsuitkeringen.
B
Het opschrift van artikel 129 wordt vervangen door:
Artikel 129. Grondslag vergoeding nascholing
C
In artikel 133 wordt «het bevoegd gezag van een bijzondere school
of van een openbare nevenvestiging ten aanzien waarvan artikel 85, tweede
lid, toepassing heeft gevonden en» vervangen door: het bevoegd gezag
van een niet door de gemeente in stand gehouden school.
D
In artikel 134, zesde lid, wordt in de aanhef de zinsnede «Indien
in de periode tussen 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het jaar waarover
de vergoeding plaatsvindt, en 1 maart daaropvolgend, het aantal leerlingen
is toegenomen met een bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel
69, vastgesteld aantal,» vervangen door: Indien op 1 maart van het jaar
waarover de vergoeding plaatsvindt, het aantal leerlingen met ten minste een
bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 69, vastgesteld
aantal is toegenomen ten opzichte van het aantal leerlingen, zoals dat luidt
na de verhoging overeenkomstig het vierde lid onder b,.
ARTIKEL II
De Wet op de expertisecentra2 wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 98, eerste lid onderdeel e, wordt «het eerste lid, onderdelen
a, b en c, van dat artikel» vervangen door: het eerste lid, onderdelen
a tot en met e, van dat artikel.
B
In de artikelen 123, 153, negende lid, 156, vijfde lid, 157, zevende lid,
en 161, vierde lid, wordt «uitkeringen krachtens het Besluit Werkloosheid
onderwijs- en onderzoekpersoneel» telkens vervangen door: werkloosheidsuitkeringen.
C
In artikel 127 wordt «het bevoegd gezag van een bijzondere school»
vervangen door: het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand
gehouden school.
D
In artikel 171, vierde lid, wordt «artikel 186, vierde lid, van
de Wet op het primair onderwijs» vervangen door: artikel 186, vijfde
lid, van de Wet op het primair onderwijs.
ARTIKEL III
In de Wet op het voortgezet onderwijs3 worden de volgende
wijzigingen aangebracht:
A
In de artikelen 118b, negende lid, 118f, vijfde lid, 238, 268, negende
lid, 271, vijfde lid, 272, zevende lid, en 276, vierde lid, van de Wet op
het voortgezet onderwijs, wordt «uitkeringen krachtens het Besluit Werkloosheid
onderwijs- en onderzoekpersoneel» telkens vervangen door: werkloosheidsuitkeringen.
B
In artikel 215, eerste lid onderdeel e, wordt «het eerste lid, onderdelen
a, b en c, van dat artikel» vervangen door: het eerste lid, onderdelen
a tot en met e, van dat artikel.
C
In artikel 242 wordt «het bevoegd gezag van een bijzondere school»
vervangen door: het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand
gehouden school.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
XNoot
1Stb. 1998, 495, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 november 2000,
Stb. 496.
XNoot
2Stb. 1998, 496, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 november 2000,
Stb. 496.
XNoot
3Stb. 1998, 512, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 november 2000,
Stb. 496.
XHistnoot
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 1999/2000, 2000/2001, 27 266.
Handelingen II 2000/2001, blz. 785.
Kamerstukken I 2000/2001, 27 266 (56).
Handelingen I 2000/2001, blz. 96.