Besluit van 8 november 2000, houdende wijziging van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 1 september 2000, nr. AB/PSW/2000/32687, directie Arbeidsvoorwaarden en Beroepskwaliteit, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 29, zesde lid, en 33, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs; de artikelen 29, zesde lid, en 33, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra; de artikelen 38a, 149, zesde lid, en 153, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs; artikel 4a van de Experimentenwet onderwijs en de artikelen 4.1.2, tweede lid, en 4.3.2, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 14 september 2000, nr. W05.00 0407/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, van 3 november 2000, nr. AB/PSW/2000/39288, directie Arbeidsvoorwaarden en Beroepskwaliteit, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel¹ worden de volgende wijzigingen aangebracht:

In artikel 9 wordt de volgende wijziging aangebracht:

Het tweede lid wordt vervangen door een nieuw tweede lid luidend:

2. «Bij de berekening van het effect, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt gerekend met het tarief van de voor de op één na laagste inkomenscategorie geldende tariefschijf van de tarieftabel in artikel 53a van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, vermeerderd met het heffingspercentage ingevolge artikel 10 van de Wet financiering volksverzekeringen».

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

^histnoot

's Gravenhage, 8 november 2000

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L. J. Brinkhorst

Uitgegeven de achtentwintigste november 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

De berekening van het drempelbedrag in de zin van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel (ZVOO-regeling) is ingevolge artikel 9, tweede lid, van de ZVOO-regeling gebaseerd op de laagste tariefschijf voor het tarief van de inkomstenbelasting en de premies volksverzekeringen. Met ingang van 1 januari 1999 is de laagste tariefschijf echter in twee tarieven geknipt.

Sinds 1 januari 2000 is de indeling als volgt:

Inkomen na aftrek van de belastingvrije som	tarief
< f 15 255	33,90%
f 15 255 – f 48 994	37,95%
f 48 994 – f 107 756	50%
> f 107 746	60%

De tariefschijf van 0 tot en met f 15 255 kent, als tegemoetkoming aan degenen met een inkomen tot en met f 15 255, een lager belastingpercentage dan de tariefgroep van f 15 255 tot f 48994 (nl. 4,5% i.p.v. 8,55%; het premiepercentage bedraagt 29,4%). In de praktijk wordt sinds 1 januari 1999 over vier tariefschijven gesproken. De tariefschijf waarmee bij de bepaling van de ZVOO-drempel voordien rekening werd gehouden is sinds 1 januari 1999 derhalve de tweede tariefschijf geworden.

Dit heeft geleid tot onderhavige technische aanpassing van de ZVOO-regeling, op grond waarvan de tekst van artikel 9, tweede lid, van de ZVOO met de nieuwe indeling in overeenstemming wordt gebracht.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L. J. Brinkhorst

---

1 Stb. 1997, 357, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 6 december 1999, Stb. 528.

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.