Besluit van 28 januari 2000, houdende wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden Waz

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, van 17 december 1999, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/WV/99/80529;

Gelet op artikel 3, vierde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;

De Raad van State gehoord (advies van 30 december 1999, nr. W12.99.0624IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, van 24 januari 2000, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/WV/99/82803;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Na artikel 2 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden Waz1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a. Politieke ambtsdragers

  • 1. Niet verzekerd zijn ministers, staatssecretarissen, leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, en leden van het Europese Parlement.

  • 2. Niet verzekerd zijn voorts politieke ambtsdragers die als gevolg van wijzigingen in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers die tot stand komen na het tijdstip van inwerkingtreding van het besluit waarmee dit artikel is ingevoerd, hun verzekering tegen langdurige arbeidsongeschiktheid rechtstreeks aan die wet ontlenen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 28 januari 2000

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de derde februari 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 1998 is de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) in werking getreden. Deze wet geeft bescherming tegen inkomensderving als gevolg van langdurige arbeidsongeschiktheid. Met ingang van genoemde datum is de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) ingetrokken.

Bij de vormgeving van de WAZ gold als randvoorwaarde dat iedereen die onder de AAW verzekerd was, ook na het intrekken van de AAW een wettelijke verzekering tegen het risico van langdurige arbeidsongeschiktheid had. Voor werknemers en ambtenaren is dit de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Voor alle overige categorieën personen met inkomen uit arbeid niet in dienstbetrekking werd de WAZ van toepassing. Concreet betekent dit dat voor de WAZ, naast zelfstandigen en meewerkende echtgenoten, ook beroepsbeoefenaren verzekerd zijn. Beroepsbeoefenaren zijn in de WAZ gedefinieerd als personen, jonger dan 65 jaar, die anders dan uit dienstbetrekking inkomsten uit tegenwoordige arbeid genieten dan wel anders dan in dienstbetrekking arbeid verrichten ten behoeve van een lichaam waarin zij een aanmerkelijk belang hebben.

Op deze wijze is verzekerd dat voor alle personen met inkomsten uit arbeid een wettelijke verzekering tegen het risico van langdurige arbeidsongeschiktheid van toepassing is, hetzij de WAO, hetzij de WAZ.

Het bleek echter dat voor een zeer specifieke groep beroepsbeoefenaren, namelijk ministers, staatssecretarissen en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, twee wettelijke regelingen tegen het risico van langdurige arbeidsongeschiktheid van toepassing waren, namelijk zowel de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (APPA) als de WAZ.

Een tweede groep zeer specifieke beroepsbeoefenaren bestond uit de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en leden van het Europese Parlement. Op deze personen zijn onderscheidenlijk de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer en de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement van toepassing.

In de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer is bepaald dat de APPA van overeenkomstige toepassing is. Voor de toepassing van de APPA wordt de voorzitter van de Eerste Kamer gelijkgesteld met een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement is geregeld dat de leden in geval van arbeidsongeschiktheid aanspraak hebben op uitkering op de voet van de bepalingen van de APPA zoals deze met betrekking tot leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal gelden. Daarnaast was op deze tweede groep personen eveneens de WAZ van toepassing.

De APPA geeft bij volledige arbeidsongeschiktheid recht op een uitkering ter hoogte van 70% van de berekeningsgrondslag. Politieke ambtsdragers hadden als beroepsbeoefenaren bij langdurige arbeidsongeschiktheid tevens recht op een WAZ-uitkering. De uitkering op grond van de APPA werd echter zodanig geanticumuleerd dat deze uitkering tezamen met de WAZ-uitkering niet meer bedroeg dan 100% van de berekeningsgrondslag. Zoals gezegd gold voor genoemde personen dat naast de WAZ-uitkering ook bij wet was voorzien in een andere uitkering bij langdurige arbeidsongeschiktheid, hetzij op grond van de APPA, hetzij dat de APPA van overeenkomstige toepassing is verklaard, hetzij op de voet van de bepalingen van de APPA.

Deze combinatie van wettelijke regelingen tegen het risico van langdurige arbeidsongeschiktheid wordt niet wenselijk geacht. De bescherming die de APPA, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer en de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement bieden aan, onderscheidenlijk, ministers, staatssecretarissen, leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en leden van het Europese Parlement, is toereikend.

Artikel 3, vierde lid, van de WAZ maakt het mogelijk dat bij algemene maatregel van bestuur uitbreiding, dan wel beperking wordt gegeven aan de kring van WAZ-verzekerden. De desbetreffende algemene maatregel van bestuur, het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden Waz, wordt nu gewijzigd. Deze wijziging strekt er toe om ministers, staatssecretarissen, leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en leden van het Europese Parlement niet langer WAZ-verzekerd te laten zijn.

Bij de totstandkoming van het besluit is de vraag gerezen of ook niet enkele andere ambtsdragers dan die thans in artikel 2a van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden Waz worden genoemd, op een gelijksoortige wijze moeten worden uitgezonderd van de kring van WAZ-verzekerden. Daarbij ging het om de Nationale ombudsman en de substituut-Nationale ombudsman, leden van de Raad van State, leden van de Algemene Rekenkamer, commissarissen van de Koning en burgemeesters. Deze ambtsdragers behoeven evenwel niet te worden uitgezonderd, aangezien zij zijn aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn en derhalve in publiekrechtelijke dienstbetrekking staan. Als zodanig vallen zij niet binnen de in artikel 5, onderdeel a, van de WAZ gegeven begripsbepaling van beroepsbeoefenaar en behoren zij niet tot de kring der WAZ-verzekerden.

Tevens rees de vraag of gedeputeerden en wethouders uitgezonderd dienen te worden van de kring van de WAZ-verzekerden. Zij zijn immers op grond van provinciale c.q. gemeentelijke verordeningen verzekerd tegen langdurige arbeidsongeschiktheid. Ten aanzien van deze politieke ambtsdragers geldt echter dat zij hun verzekering tegen langdurige arbeidsongeschiktheid niet rechtstreeks aan de APPA ontlenen. De APPA strekt er slechts toe de mogelijkheid te bieden dat langs de weg van een verordening aanspraken kunnen worden geregeld voor deze politieke ambtsdragers. Met dit besluit is er voor gekozen slechts die politieke ambtsdragers uit te sluiten van de WAZ-verzekering die hun aanspraken op een arbeidsongeschiktheidsuitkering rechtstreeks aan een formele wet ontlenen en derhalve laatstgenoemde politieke ambtsdragers pas uit te sluiten van de kring van WAZ-verzekerden op het moment dat zij rechtstreeks in de APPA zelf worden aangewezen als APPA-verzekerde. Een daartoe strekkende bepaling is in artikel I (artikel 2a, tweede lid) van dit besluit opgenomen. Tevens worden andere politieke ambtsdragers, die op enig moment rechtstreeks op grond van de APPA verzekerd worden tegen langdurige arbeidsongeschiktheid, uitgezonderd van de kring der WAZ-verzekerden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Stb. 1997, 797.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 14 maart 2000, nr. 52.

Naar boven