Besluit van 11 oktober 2000, houdende wijziging van het Asbest-verwijderingsbesluit (sloop van tuinbouwkassen met asbestbevattende voegkit)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 6 juli 2000, nr. MJZ2000078519, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 7 van richtlijn nr. 87/217/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 maart 1987, inzake voorkoming en vermindering van verontreiniging van het milieu door asbest (PbEG L 85) en op de artikelen 8, achtste lid, juncto 8, tweede lid, onderdelen d en h, 110 en 120 van de Woningwet;

De Raad van State gehoord (advies van 17 augustus 2000, nr. W08.00.0281/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 3 oktober 2000, nr. MJZ2000115770, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

A

Het Asbest-verwijderingsbesluit1 wordt gewijzigd als volgt.

Na artikel 3a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3b

In de bouwverordening wordt voorts bepaald dat in afwijking van artikel 3 ten aanzien van het in het kader van beroep of bedrijf slopen van een tuinbouwkas, voor zover dat slopen betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit:

a. de bij ministeriële regeling gegeven voorschriften worden toegepast;

b. de houder van de sloopvergunning een afschrift van die vergunning ter hand stelt aan degene die het slopen van een tuinbouwkas uitvoert;

c. de houder van de sloopvergunning, indien een rapport als bedoeld in artikel 2, onder h, is opgesteld, een afschrift van dat rapport dan wel van het schriftelijk stuk waarmee naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is aangetoond waar zich asbest in de tuinbouwkas bevindt, ter hand stelt aan degene die het slopen van die kas uitvoert, en

d. de houder van de sloopvergunning zorgdraagt voor de afvoer van het verwijderde, met asbestbevattende voegkit verontreinigde sloopmateriaal binnen een door burgemeester en wethouders in de sloopvergunning gestelde termijn.

B

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. Voor zover redelijkerwijs uitvoerbaar, eerst het in het bouwwerk aanwezige asbest wordt verwijderd, voordat het bouwwerk wordt gesloopt, met uitzondering van het slopen van een tuinbouwkas, voor zover dat slopen betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit.

2. Onderdeel c komt te luiden:

c. Het gestelde onder b niet van toepassing is, indien een mededeling als bedoeld in artikel 2, onderdeel b of c, is gedaan, of in een geval als bedoeld in artikel 3a of 3b.

3. Na onderdeel c wordt, onder verlettering van de onderdelen d tot en met g tot e tot en met h, een onderdeel ingevoegd, luidende:

d. Indien werkzaamheden als bedoeld in artikel 3a of 3b worden verricht, die werkzaamheden zodanig worden verricht dat verontreiniging van het milieu met asbest wordt voorkomen.

4. Onderdeel e (nieuw), komt te luiden:

e. Verwijderd asbest en met asbest verontreinigd afval onmiddellijk worden verzameld en in afgesloten niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal worden opgeslagen, met uitzondering van met asbestbevattende voegkit verontreinigde roeden en verontreinigd glas die bij het slopen van een tuinbouwkas vrijkomen.

5. In de onderdelen f (nieuw) en g (nieuw) wordt de zinsnede «als bedoeld onder d» telkens vervangen door: als bedoeld onder e.

6. In onderdeel h (nieuw) wordt de zinsnede «als bedoeld onder d, e of f» vervangen door: als bedoeld onder e, f of g.

C

In artikel 9 wordt de zinsnede «de artikelen 2, 3 en 4» vervangen door: de artikelen 2, 3, 3b en 4.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 11 oktober 2000

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

Uitgegeven de zesentwintigste oktober 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

1. Doel van het besluit

Bij brief, gedateerd 15 december 1998, heeft de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, de eindrapporten «Evaluatie milieubeleid voor asbest» en «Asbest in puin en puingranulaat» aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden. Daarbij is aangekondigd dat het Asbest-verwijderingsbesluit naar aanleiding van deze rapporten op diverse onderdelen zal worden aangepast, welke aanpassing naar verwachting begin 2001 in het Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Het maximaal toelaatbare risiconiveau (MTR) voor asbest in de lucht bedraagt honderdduizend vezelequivalenten per kubieke meter (jaargemiddelde). De streefwaarde (SW) bedraagt duizend vezelequivalenten per kubieke meter (jaargemiddelde). Algemeen NMP3-beleid ten aanzien van stoffen is gericht op ALARA (as low as reasonably achievable) en het bereiken van de streefwaarde vóór 2010.

In opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is begin dit jaar een onderzoek door TNO afgerond, waaruit blijkt dat de risico's van blootstelling aan asbest bij het slopen van tuinbouwkassen, voor zover dat slopen betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit, verwaarloosbaar zijn. De asbestconcentraties in de lucht, die in het kader van het onderzoek van TNO gemeten zijn, bevinden zich in de buurt van de streefwaarde. Naar aanleiding van de resultaten van dat onderzoek heeft LTO Nederland in de vorm van een instructie een veiligheids- en gezondheidsplan opgesteld voor de sloop van dit soort tuinbouwkassen. Dit veiligheids- en gezondheidsplan zal bij ministeriële regeling worden overgenomen als voorwaarde waar bij het slopen van tuinbouwkassen, voor zover dat slopen betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit, ten minste aan moet worden voldaan.

Op basis van het TNO-onderzoek en het veiligheids- en gezondheidsplan kan worden gesteld dat de sloop van tuinbouwkassen, voor zover dat betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit, is te beschouwen als routinematige asbestverwijderingswerkzaamheden met een beheersbaar risico. Hierdoor bestaat er geen noodzaak te verplichten dat de sloop van dit soort kassen moet worden opgedragen aan een deskundig asbestverwijderingsbedrijf. Met het opheffen van deze verplichting kan niet worden gewacht tot de inwerkingtreding van de naar aanleiding van de Evaluatie milieubeleid voor asbest voorgenomen integrale herziening van het Asbest-verwijderingsbesluit. Immers, in dat geval wordt de tuinbouwsector langer dan strikt noodzakelijk hogere lasten opgelegd. Reden waarom, vooruitlopend op die integrale herziening van het Asbest-verwijderingsbesluit, het onderhavige wijzigingsbesluit dat voorziet in die opheffing, in procedure is gebracht.

In het Asbest-verwijderingsbesluit is reeds voor bepaalde andere asbestbevattende materialen de verplichting deze te laten verwijderen door een deskundig asbestverwijderingsbedrijf buiten toepassing verklaard. Het betreft gevallen waarin uit objectief, representatief en betrouwbaar onderzoek is gebleken dat het om werkzaamheden gaat waarbij uit het oogpunt van arbeidsomstandigheden en milieu een relatief beheersbaar risico van blootstelling aan asbest bestaat. Het gaat hierbij om:

a. de verwijdering van bepaalde materialen uit bouwwerken door particulieren,

b. het geheel of gedeeltelijk uit elkaar nemen van asbestbevattende waterleidingbuizen, gasleidingbuizen of rioolleidingbuizen en van de bij water-, gas- of rioolleidingbuizen behorende asbestbevattende mantelbuizen, voor zover deze deel uitmaken van een ondergronds water-, gas- of rioolleidingnet,

c. als één geheel verwijderen van:

1°. verwarmingstoestellen waarin zich asbest bevindt,

2°. asbestbevattende warmteblokken van verwarmingstoestellen die een nominale belasting kleiner dan of gelijk aan een bovenwaarde van 130 kilowatt hebben, of

3°. onder verwarmingstoestellen geklemde, asbestbevattende platen waarin de asbestvezels hechtgebonden zijn,

d. geheel of gedeeltelijk verwijderen van asbestbevattende pakkingen met uitzondering van het:

1°. geheel of gedeeltelijk verwijderen van asbestbevattende pakkingen uit verwarmingstoestellen die een nominale belasting groter dan een bovenwaarde van 2250 kilowatt hebben, of

2°. in het kader van het verwijderen van verwarmingstoestellen geheel of gedeeltelijk verwijderen van asbestbevattende pakkingen die zich tussen ketelleden bevinden, of

e. geheel of gedeeltelijk verwijderen van asbestbevattende rem- en frictiematerialen.

Onder meer in artikel 8 van het Asbest-verwijderingsbesluit is aangegeven aan welke voorschriften in deze gevallen moet worden voldaan.

Met het buiten toepassing verklaren van de verplichting om het slopen van tuinbouwkassen, voor zover dat slopen betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit, op te dragen aan een deskundig asbestverwijderingsbedrijf, wordt aangesloten bij het bestaande beleid ten aanzien van het buiten toepassing verklaren van bepaalde voorschriften van dat besluit. Dat beleid past binnen artikel 7 van Richtlijn nr. 87/217/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 maart 1987 inzake voorkoming en vermindering van verontreiniging van het milieu door asbest (PbEG L 85).

In deze richtlijn zijn maatregelen opgenomen om de emissie van asbest in de lucht, lozingen van asbest in het aquatische milieu en emissie van asbesthoudende afvalstoffen zoveel mogelijk aan de bron te verminderen en te voorkomen. Het tweede onderdeel van dat artikel heeft betrekking op de sloop van asbestbevattende gebouwen, constructies en installaties en het verwijderen van asbest of asbestbevattende onderdelen daaruit.

2. Aanpak sloop van tuinbouwkassen, voor zover betrekking hebbend op het verwijderen van asbestbevattende voegkit

Het in paragraaf 1 bedoelde veiligheids- en gezondheidsplan bevat een procedure voor de sloop van tuinbouwkassen, voor zover dat slopen betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit. Belangrijke elementen in deze procedure zijn:

1. Voordat de sloop start, moet door burgemeester en wethouders een sloopvergunning zijn verleend.

2. Bij de aanvraag om een sloopvergunning moet een door een deskundig asbestinventarisatiebedrijf opgesteld rapport van een volledige asbestinventarisatie worden overgelegd of andere gegevens waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate blijkt waar het asbest zich in de te slopen kas bevindt. In tuinbouwkassen kunnen, naast asbestbevattende voegkit, ook andere asbestbevattende materialen voorkomen. Te denken valt aan asbestcementplaten, die zijn aangebracht tegen de onderzijde van de kas en deels kunnen zijn ingegraven, asbestbevattend isolatiemateriaal in en rond verwarmingsinstallaties en asbestbevattend materiaal in aanbouwen van de te slopen kas, zoals opslagruimten en koelcellen.

3. De sloop van tuinbouwkassen, voor zover dat slopen betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit, hoeft niet opgedragen te worden aan een deskundig asbestverwijderingsbedrijf. Het verwijderen van eventuele andere aanwezige asbestbevattende materialen moet echter wel door een deskundig asbestverwijderingsbedrijf plaatsvinden. Dit laatste geldt niet, wanneer in het Asbest-verwijderingsbesluit is bepaald dat deze verplichting buiten toepassing blijft.

4. Het bedrijf dat de sloop uitvoert, moet kunnen aantonen dat zijn werknemers een opleiding hebben gevolgd waarin zij onder meer zijn gewezen op de risico's van het werken met asbest.

5. De directie van het bedrijf dat de sloop uitvoert, is verantwoordelijk voor de werkzaamheden die op het terrein plaatsvinden. Op elk sloopproject moet een functionaris aanwezig zijn die op de hoogte is van alle te nemen veiligheidsmaatregelen, ervoor zorgt dat de werknemers deze maatregelen daadwerkelijk uitvoeren en aanspreekpunt is voor handhavers.

6. Het bedrijf dat de sloop uitvoert, moet in het bezit zijn van een veiligheids- en gezondheidsplan, waarin de bepalingen van het door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, goedgekeurde veiligheids- en gezondheidsplan van LTO Nederland zijn verwerkt.

7. Er wordt, voordat de sloop start, een gronddoek aangebracht om verontreiniging van de grond met asbest, afkomstig van de asbestbevattende kit, te voorkomen.

8. Elke kas wordt handmatig gedemonteerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van machines, zoals trekkers en stellingen. Hierbij moeten de geldende arbo-voorschriften, bijvoorbeeld met betrekking tot valgevaar, in acht worden genomen.

9. Bij het demonteren van een kas wordt het glas in de roede gesneden en uitgebogen. De roeden worden uitgeschoven of losgehakt.

10. Het verwijderde glas wordt direct in een daartoe bestemde glasbak gedeponeerd. Deze glasbak moet zijn voorzien van de aanduiding dat die bak asbestafval bevat.

De roeden worden gereedgemaakt voor verwerking (inkorten), verzameld in een container met het opschrift asbestbevattend afval.

11. Het aangebrachte gronddoek wordt zorgvuldig dichtgevouwen, verpakt in daarvoor bestemd speciaal plastic en zo snel mogelijk afgevoerd naar een asbeststortplaats.

12. Het in de glasbak verzamelde glas wordt afgevoerd naar een bedrijf voor glasrecycling en gesmolten in een oven tot herbruikbaar glas. De container met de roeden wordt naar een metaalsmelter gebracht om daar tot herbruikbaar metaal te worden gesmolten.

13. Na de asbestverwijderingswerkzaamheden mag de sloop van de kas worden voltooid en dient het asbestvrije sloopmateriaal te worden afgevoerd overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften.

3. Verhouding met andere regelgeving

Arbeidsomstandighedenbesluit

Behalve het Asbest-verwijderingsbesluit bevat ook het Arbeidsomstandighedenbesluit voorschriften voor de sloop van tuinbouwkassen met asbestbevattende voegkit. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, is voornemens om op basis van het in paragraaf 1 genoemde onderzoek van TNO en het veiligheids- en gezondheidsplan van LTO Nederland voor de sloop van tuinbouwkassen, voor zover die sloop betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit, vrijstelling te verlenen van enkele voorschriften van dat besluit.

Regeling asbestwegen Wms

De voormalige asbestfabriek in de gemeente Goor heeft in de periode van 1945 tot eind zeventiger jaren asbestbevattend afval ter beschikking gesteld aan omwonenden, die met dat afval wegen, paden en erven in de omgeving hebben verhard. In het ergste geval is op een asbestbevattende weg een maandgemiddelde aan asbestconcentratie van achttienduizend vezelequivalenten per kubieke meter gemeten. Omdat het in 1997 aannemelijk is geworden dat als gevolg van het regelmatig gebruik van asbestbevattende wegen bij ten minste één persoon mesothelioom (long- en buikvlieskanker die uitsluitend met blootstelling aan asbest in verband wordt gebracht) is opgetreden, is de Regeling asbestwegen Wms opgesteld. Deze spoedregeling, die uiterlijk begin 2001 zal worden vervangen door het Besluit asbestwegen Wms, bevat een verplichting voor eigenaren van asbestbevattende wegen tot het nemen van maatregelen ter voorkoming van blootstelling van weggebruikers aan asbest. De blootstelling aan asbest, die optreedt bij gebruik van asbestbevattende wegen, is in het ergste geval veel hoger dan de blootstelling die optreedt bij de sloop van tuinbouwkassen, voor zover dat slopen betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit. Reden waarom het nemen van maatregelen ten aanzien van asbestbevattende wegen verplicht is gesteld. Het gebruik van tuinbouwkassen met asbestbevattende voegkit levert op zichzelf, in tegenstelling tot asbestbevattende wegen, geen risico's op voor mens en milieu. Alleen bij het ongecontroleerd slopen van die kassen is er sprake van onaanvaardbare risico's voor mens en milieu.

4. Handhaving

Het onderhavige besluit zal, gelet op het uitgevoerde onderzoek en de naar aanleiding daarvan door LTO opgestelde instructie en het terzake met LTO gevoerde overleg, leiden tot vergroting van het draagvlak voor de naleving van de voorschriften van het Asbest-verwijderingsbesluit. Daarbij komt dat op grond van het Arbeidsomstandighedenbesluit de uitvoerder van asbestverwijderingswerkzaamheden verplicht is deze vooraf te melden aan het districtshoofd van de Arbeidsinspectie. Deze meldingsplicht biedt voldoende mogelijkheden voor een adequaat toezicht op de naleving van de voorschriften. Afspraken tussen de Arbeidsinspectie, de Inspectie Milieuhygiëne en de gemeenten over taakverdeling, samenwerking en strategie bij de handhaving van het Asbest-verwijderingsbesluit zijn vastgelegd in de «Uitvoerings- en handhavingsbundel Asbest-verwijderingsbesluit», die medio 1996 is uitgebracht. Deze publicatie kan worden besteld bij het Distributiecentrum VROM onder distributienummer 20 303. De Arbeidsinspectie richt zich met name op het toezicht op de naleving van de verplichtingen die werkgevers en werknemers hebben ingevolge de Arbeidsomstandighedenwet. De Inspectie Milieuhygiëne richt zich, voor zover het toezicht op de naleving niet aan de gemeenten is opgedragen, op het toezicht op de naleving van de voorschriften die zijn gericht op de bescherming van het milieu. Op grond van artikel 100 van de Woningwet is aan gemeenten het toezicht op de naleving opgedragen van de bij of krachtens die wet gegeven voorschriften, waaronder de voorschriften van het onderhavige besluit, waarmee de bouwverordening in overeenstemming moet worden gebracht.

Overtreding van de door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gegeven voorschriften die bij het verwijderen van asbestbevattende voegkit uit tuinbouwkassen in het kader van het slopen van die kassen in acht moeten worden genomen (artikel 3b, onderdeel a), is, nu die voorschriften zijn gebaseerd op artikel 120 van de Woningwet, ingevolge artikel 110, tweede lid, van die wet aangemerkt als een economisch delict in de zin van de Wet op de economische delicten.

Overtreding van de overige op tuinbouwkassen met asbestbevattende voegkit betrekking hebbende voorschriften van dit besluit zijn aan te merken als een overtreding als bedoeld in artikel 110, eerste lid, van de Woningwet.

5. Lastenvermindering

Het onderhavige besluit leidt, mede doordat bij het slopen van tuinbouwkassen, voor zover dat slopen betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit, geen deskundig (asbestverwijderings)bedrijf behoeft te worden ingeschakeld, tot vermindering van lasten voor opdrachtgevers tot het slopen van zodanige kassen. De sloop van een tuinbouwkas met asbestbevattende voegkit kost, indien een deskundig asbestverwijderingsbedrijf moet worden ingeschakeld, circa f 30,= per m2, terwijl de sloop van zo'n tuinbouwkas volgens de regeling van het onderhavige besluit f 10,= tot f 15,= per m2 kost. In Nederland gaat het om circa duizend tuinbouwbedrijven, waarop het onderhavige besluit van toepassing zal zijn.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Dit onderdeel voorziet erin dat bij het slopen van tuinbouwkassen, voor zover dat slopen betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit, andere regels gelden dan die van artikel 3. Dit betekent onder meer dat bij dat slopen geen deskundig asbestverwijderingsbedrijf behoeft te worden ingeschakeld.

In dat geval zullen de door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer bij regeling gegeven voorschriften, die zijn afgeleid van het door LTO Nederland opgestelde veiligheids- en gezondheidsplan voor de sloop van tuinbouwkassen, voor zover dat slopen betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit, moeten worden toegepast.

Onderdeel B

Dit onderdeel voorziet in een aantal wijzigingen van artikel 4 van het Asbest-verwijderingsbesluit. In de eerste plaats is geregeld dat het voorschrift dat bij het slopen van een bouwwerk, waarin asbest voorkomt, eerst het asbest selectief ten opzichte van andere materialen moet worden verwijderd, buiten toepassing blijft bij het slopen van tuinbouwkassen, voor zover dat slopen betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit. In het veiligheids- en gezondheidsplan is namelijk voorzien in een specifieke regeling ter zake, die in de door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gegeven voorschriften is overgenomen.

Verder is geregeld dat ook bij het slopen van tuinbouwkassen, voor zover dat slopen betrekking heeft op het verwijderen van asbestbevattende voegkit, geen gebruik behoeft te worden gemaakt van de beste bestaande technieken voor het verwijderen van asbest. In de door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gegeven voorschriften, die op dit punt zijn afgeleid van het door LTO Nederland opgestelde veiligheids- en gezondheidsplan is namelijk voorzien in een specifieke regeling voor het verwijderen van asbestbevattende voegkit uit te slopen tuinbouwkassen.

Daarnaast is geregeld dat de bij het verwijderen van asbestbevattende voegkit uit een te slopen tuinbouwkas vrijkomende met asbestbevattende voegkit verontreinigd glas en met asbest verontreinigde roeden niet behoeven te worden verzameld en opgeslagen in niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal. Reden hiervoor is dat in het veiligheids- en gezondheidsplan hiervoor een specifieke regeling is getroffen, die in de door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gegeven regeling is overgenomen.

Onderdeel C

Dit onderdeel voorziet in het aanmerken van een overtreding van artikel 3b, waaronder ook begrepen de krachtens dat artikel bij ministeriële regeling gegeven voorschriften, als een strafbaar feit, zijnde een economisch delict als bedoeld in de Wet op de economische delicten.

Artikel II

Nu de voorschriften van het onderhavige besluit zijn gebaseerd op de Woningwet, geldt voor dit wijzigingsbesluit geen voorhangtijd, zoals het geval zou zijn geweest indien de voorschriften op de Wet milieugevaarlijke stoffen zouden zijn gebaseerd. In dat laatste geval zou op grond van artikel 61 van die wet een periode van ten minste vier weken in acht moeten zijn genomen na de bekendmaking van het besluit in het Staatsblad voordat het in werking mag treden.

De in het onderhavige besluit vervatte versoepeling van eisen bij het slopen van tuinbouwkassen, voor zover dat slopen betrekking heeft op het verwijderen van asbest, wordt, gelet op de laatste volzin van artikel 8, negende lid, van de Woningwet, direct bij de inwerkingtreding van dit besluit effectief. Dat laat onverlet dat gemeenten op grond van de eerste volzin van artikel 8, negende lid, van de Woningwet gehouden zijn hun bouwverordening met de voorschriften van dit besluit in overeenstemming te brengen.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk


XNoot
1

Stb. 1993, 290, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 10 september 1999, Stb. 435.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 14 november 2000, nr. 221.

Naar boven