Besluit van 19 september 2000, houdende wijziging van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 3 maart 2000, nr. DGRLD/JBZ/L00.210140, Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie;

Gelet op de artikelen 1.2, tweede lid, 2.2, derde lid, 2.3, tweede, vijfde en zesde lid, 2.4, tweede, derde en vierde lid, 2.5, vierde lid, 2.7, vierde lid, 2.9, eerste en derde lid, 5.11 en 5.16 van de Wet luchtvaart;

De Raad van State gehoord (advies van 28 april 2000, nr. W09.00.0096/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 5 september 2000, nr. DGRLD/DLB/ L 00.420131, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid komt onderdeel i te vervallen.

2. In het eerste lid wordt onder verlettering van de onderdelen «e tot en met h» tot f tot en met i een nieuw onderdeel e ingevoegd, luidende:

e. CFEL: bewijs van bevoegdheid voor boordwerktuigkundige (Cockpit Flight Engineer Licence);

3. In het eerste lid wordt na het onderdeel ij de aanduiding «2» vervangen door de aanduiding «z»;

4. In het eerste lid, onderdeel al, worden de woorden «synthetische vlieginstructeur» vervangen door: instructeur STD;

5. In het eerste lid wordt onder verlettering van de onderdelen ak tot en met au tot al tot en met av een nieuw onderdeel ak ingevoegd, luidende:

ak. R.T.L.: Regeling Toezicht Luchtvaart;

6. In het eerste lid, onderdeel av, worden na het woord «luchtvaartuig» ingevoegd de woorden: niet zijnde een TMG,;

7. In het tweede lid wordt het cijfer «3» gewijzigd in: 4.

B

Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, onderdeel c, 2, worden na de woorden «vluchten tegen vergoeding» ingevoegd de woorden: , niet zijnde verkeersvluchten,;

2. In het eerste lid, onderdeel e, en in het tweede lid in de tabel wordt «FEL» vervangen door: CFEL;

3. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. De bevoegdheden die voortvloeien uit een bewijs van bevoegdheid zijn steeds beperkt tot die typen of klassen luchtvaartuigen of tot die werkzaamheden waarvoor een bijzondere bevoegdverklaring is afgegeven.

C

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, onderdeel c, sub 2, wordt na «bevoegdverklaring» toegevoegd: in een RPL.;

2. Na het tweede lid, onderdeel i, wordt vóór het woord «SFI» ingevoegd de aanduiding j.;

3. In het tweede lid, onderdeel j, wordt de zinsnede na de woorden «multi-pilot luchtvaartuig;» op een nieuwe regel geplaatst en voorafgegaan door de aanduiding k.

4. In het derde lid wordt «onderdeel a tot en met g, i en j» vervangen door: de onderdelen a tot en met g en i tot en met k.

D

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

  • 1. Onze Minister stelt bijzondere bevoegdverklaringen naar type, klasse of werkzaamheden vast en de duur waarvoor zij worden afgegeven.

  • 2. Onze Minister kan beperkingen vaststellen waaronder bijzondere bevoegdverklaringen worden afgegeven.

E

In artikel 6, eerste lid, onderdeel e. wordt «FEL» vervangen door: CFEL.

F

In artikel 7, eerste lid, wordt «onderdeel d» vervangen door: onderdeel c en d.

G

In artikel 8, derde lid, wordt «onderdeel g» vervangen door: onderdeel h.

H

Artikel 10, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. Indien een document anders dan wegens verlies is vernieuwd, kan Onze Minister de houder opdragen het oorspronkelijke document binnen een week na de datum van verzending van het nieuwe document aan Onze Minister te zenden.

I

Artikel 13 wordt gewijzigd als volgt:

Onder vernummering van het tweede tot derde lid, wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Onze Minister stelt de tarieven vast, volgens welke de kosten, bedoeld in artikel 2.9, derde lid, van de wet worden vergoed.

J

In artikel 20, tweede lid, wordt onderdeel «g» vervangen door: onderdeel h.

K

Artikel 24, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Indien een bewijs van bevoegdheid anders dan wegens verlies is vernieuwd, kan Onze Minister de houder opdragen het oorspronkelijke bewijs binnen een week na de datum van verzending van het nieuwe bewijs aan Onze Minister te zenden.

L

Artikel 25 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid komt als volgt te luiden:

  • 2. Het examen voor een bewijs van bevoegdheid als bedoeld in artikel 17, onderdeel a, c of d, wordt onderscheiden in:

    a. een algemeen examen, en

    b. een examen voor een bevoegdverklaring.

2. Na het tweede lid worden twee nieuwe leden ingevoegd, luidende:

  • 3. Het examen voor een bewijs van bevoegdheid als bedoeld in artikel 17, onderdeel b, bestaat uit een algemeen examen.

  • 4. Onze Minister kan nadere regels stellen met betrekking tot de in het eerste lid, tweede en derde lid genoemde examens.

M

Artikel 30 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid komt onderdeel i te vervallen.

2. Een nieuw derde lid wordt toegevoegd, dat komt te luiden:

  • 3. Onze Minister stelt de tarieven vast, volgens welke de kosten, als bedoeld in artikel 2.3, zesde lid, onderdeel h en artikel 2.4, derde lid, onderdeel g, van de wet worden vergoed.

N

Artikel 31 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, aanhef en onderdeel a, wordt «FEL» vervangen door: CFEL.

2. In het derde lid, onderdeel a, komt het opschrift boven de derde kolom te luiden: 50 jaar of ouder.

3. In het derde lid, onderdeel a, vervalt de vierde kolom.

O

Artikel 32 komt te luiden:

Artikel 32

  • 1. Ten behoeve van de beslissing op bezwaar tegen een beschikking met betrekking tot een medische verklaring kan Onze Minister advies inwinnen bij een door Onze Minister ingestelde Adviescommissie.

  • 2. Bij elke volgende keuring wordt rekening gehouden met het advies van de Adviescommissie.

P

Artikel 38, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel b komt te luiden:

b. aan een houder van een vliegbewijs B2 als bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel a, onder 5, van de R.T.L., een CPL wordt afgegeven in de categorie vliegtuigen met de aantekening, dat de houder bevoegd is tot het optreden als eerste bestuurder tijdens verkeersvluchten op multi-pilot vliegtuigen met een maximum startmassa van niet meer dan 20 000 kg., indien hij in het bezit is van een bijzondere bevoegdverklaring voor een multi-pilot vliegtuigtype;

2. Onderdeel d komt te luiden:

d. aan een houder van een vliegbewijs B3 als bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel a, onderdeel 4, van de R.T.L., een CPL wordt afgegeven in de categorie vliegtuigen met de aantekening, dat de houder bevoegd is tot het optreden als eerste bestuurder tijdens verkeersvluchten op multi-pilot vliegtuigen met een maximum startmassa van niet meer dan 5 700 kg., indien hij in het bezit is van een bijzondere bevoegdverklaring voor een multi-pilot vliegtuigtype met een maximum startmassa van niet meer dan 5 700 kg;

3. Onderdeel m, onder 1, 2°, komt te luiden:

2°. in plaats van de bevoegdverklaring motorzweefvliegen als bedoeld in artikel 16, onderdeel b, onderdeel 4, van de R.T.L. en de bevoegdverklaring vliegonderricht als bedoeld in artikel 16, onderdeel b, onderdeel 3 van de R.T.L. met de bevoegdheid B of C, bedoeld in artikel 19, vierde lid van de R.T.L.: voor de categorie vliegtuigen met de bijzondere bevoegdverklaring TMG en de algemene bevoegdverklaring RFI voor diens geldige bijzondere bevoegdverklaringen,

Q

Artikel 39, vijfde lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. «De geneeskundigen» wordt vervangen door: De geneeskundige instanties en de geneeskundigen.

2. In de laatste volzin komen de woorden «hoofdstuk 4 van» te vervallen.

R

Artikel 40 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid vervalt de zinsnede «als bedoeld in artikel 39 van de R.T.L.».

2. In het eerste lid worden na de zinsnede «op grond van artikel 12, eerste lid,» ingevoegd de woorden: en artikel 16.

3. In het tweede lid vervalt de zinsnede «als bedoeld in artikel 39 van de R.T.L.».

4. In het tweede lid worden na de zinsnede «op grond van artikel 12, eerste lid,» ingevoegd de woorden: en artikel 16.

S

Artikel 41 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het vierde lid wordt «FEL» vervangen door: CFEL.

2. Onder vernummering van het vijfde lid tot zesde lid wordt een nieuw vijfde lid ingevoegd, luidende:

5. Het eerste tot en met vierde lid is van overeenkomstige toepassing op een algemene bevoegdverklaring, voor zover het verzoek tot afgifte van die bevoegdverklaring tezamen met het verzoek als bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid wordt ingediend.

3. In het zesde lid wordt «artikel 38, tweede lid» vervangen door: artikel 38, eerste lid.

ARTIKEL II

Het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart berust mede op artikel 2.5, vierde lid, van de Wet luchtvaart.

ARTIKEL III

  • 1. Artikel I, onderdeel A, onder 1, 3, 4, 5 en 7, onderdeel B, onder 3, onderdelen F, H, I, J, K, L, M, O, Q, en onderdeel S, onder 2, van dit besluit treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2. Artikel I, onderdeel B, onder 1, onderdeel C, onder 1 tot en met 3, onderdelen D, G, P, en onderdeel R, onder 1 en 2, van dit besluit treden voor de categorie vliegtuigen in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werken terug tot en met 1 oktober 1999.

  • 3. Voor de overige categorieën luchtvaartuigen treden de in het tweede lid genoemde artikelen en onderdelen van dit besluit in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen, onderdelen, bewijzen van bevoegdheid algemene of bijzondere bevoegdverklaringen verschillend kan worden vastgesteld.

  • 4. Artikel I, onderdeel A, onder 2 en 6, onderdeel B, onder 2, onderdeel C, onder 4, onderdeel E, onderdeel N, onderdeel R onder 3 en 4, en onderdeel S, onder 1 en 3, van dit besluit treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen, onderdelen, bewijzen van bevoegdheid, algemene of bijzondere bevoegdverklaringen verschillend kan worden vastgesteld.

  • 5. Artikel II van dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 1999.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 19 september 2000

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Uitgegeven de negentiende oktober 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit strekt ertoe een aantal correcties aan te brengen op het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart, dat deels met ingang van 1 oktober 1999 in werking is getreden. Daarnaast is een aantal vernummeringen in de tekst van het besluit niet opgenomen, hetgeen alsnog is hersteld.

Artikelsgewijs

D

In dit artikel is geregeld dat de Minister bijzondere bevoegdverklaringen naar type, klasse of werkzaamheden moet vaststellen. Daarnaast kan het voorkomen dat een bijzondere bevoegdverklaring gekoppeld wordt aan een bepaalde hoedanigheid van de piloot, zoals bijvoorbeeld co-piloot. Om die reden is de bevoegdheid geboden aan de Minister om hierover regels te stellen.

G

Het gaat hier om een onjuiste verwijzing naar de wet, waarin de grondslag is opgenomen voor het vaststellen van tarieven. In dit onderdeel wordt dit vormgebrek hersteld. Aan deze bepaling wordt terugwerkende kracht verleend tot 1 oktober 1999. Hieraan zijn geen materiële gevolgen verbonden. Immers, voor de inwerkingtreding van dit besluit werden dezelfde tarieven reeds vastgesteld.

H en K

Deze wijziging brengt met zich mee dat de Minister de houder van een bewijs van bevoegdheid kan vragen zijn document in te leveren bij de Minister. Voor het behoud van de veiligheid in het luchtruim is het immers niet noodzakelijk dat alle houders van een bewijs van bevoegdheid hun oude document, indien het anders dan wegens verlies is vernieuwd, bij de Minister moeten inleveren. Deze verplichting vereist immers een uitgebreide registratie en administratie van deze bewijzen van bevoegdheid en een onnodige toename van administratieve lasten. Wel is van belang dat de Minister in bijzondere gevallen wel de bevoegdheid behoudt om dit document in zijn bezit te krijgen. Het gaat hier met name om gevallen waarin door een administratieve fout of anderszins een onjuiste bevoegdverklaring is afgegeven waardoor de houder over meer bevoegdheden de beschikking heeft gekregen dan hij waartoe hij feitelijk bevoegd is. In die gevallen is ten behoeve van de veiligheid in het luchtruim van belang dat de houder het document afstaat.

J en M

Aan de bevoegdheid van de Minister om tarieven in rekening te brengen is de bevoegdheid toegevoegd om tarieven voor de registratie en kwalificatie van opleidingsinstellingen en autorisatie van geneeskundige en geneeskundige instanties in rekening te brengen. Het een en ander spoort met de binnen het kabinetsbeleid aanvaarde lijn dat toelatings- en posttoelatingskosten mogen worden doorberekend. Voor de overige (post)toelatingskosten, zoals omschreven in artikel 2.3, zesde lid, onderdeel h, was dit reeds het geval.

P

In het eerste en tweede lid van dit onderdeel is de oorspronkelijke Engelse tekst vervangen door een Nederlandse.

In het derde lid was een bepaling omtrent de bevoegdverklaring vliegonderricht abusievelijk niet opgenomen, hetgeen in dit besluit alsnog is gebeurd.

Artikel II

Gebleken is dat het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart niet gebaseerd was op artikel 2.5, vierde lid, van de Wet luchtvaart. In artikel 2.5, vierde lid, van de Wet luchtvaart is delegatie grondslag opgenomen die erin voorziet dat regels kunnen worden gesteld met betrekking tot de opheffing van een schorsing van een bewijs van bevoegdheid of een medische verklaring. Op dit moment is nog geen regeling hieromtrent totstandgekomen en kan een schorsing slechts worden opgeheven op grond van artikel 2.5, derde lid, die voorziet in een beperkte opheffingsmogelijkheid. Gelet op het belang van de mogelijkheid tot opheffing van de schorsing te komen op grond van daartoe gestelde regels is een uitbreiding van de grondslag van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart alsnog opgenomen en wordt hieraan terugwerkende kracht verleend teneinde houders van een bewijs van bevoegdheid dat geschorst wordt in de periode tot het tijdstip waarop dit besluit in werking treedt niet ongelijk te behandelen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos


XNoot
1

Stb. 1999, 346.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 14 november 2000, nr. 221.

Naar boven