Besluit van 26 september 2000 tot wijziging van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren in verband met het schrappen van de leeftijdsgrens voor de raio-opleiding

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 23 augustus 2000, Directie Wetgeving, nr. 5047670/00/6

Gelet op artikel 145, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

De Raad van State gehoord (advies van 7 september 2000 , nr W03.00.0385/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 19 september 2000, Directie Wetgeving, nr. 5052589/00/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 16 komt te luiden:

Artikel 16

Onze Minister beslist omtrent de toelating tot de opleiding na advies van een selectiecommissie. Hij laat geen kandidaat tot de opleiding toe dan op aanbeveling van die commissie.

B

In artikel 17, eerste lid, wordt «16, tweede lid,» vervangen door: 16.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 26 september 2000

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de zeventiende oktober 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit strekt ertoe uitvoering te geven aan het voornemen om de leeftijdsgrens van 30 jaar voor toelating tot de raio-opleiding te laten vervallen, zoals aangegeven in mijn brief aan de Tweede Kamer van 3 juni 1999 betreffende de werving, selectie en opleiding van rechters en officieren van justitie (Kamerstukken II, 1998/99, 26 589, nr. 1). Voor de uitvoering van dat voornemen wordt nu in ARTIKEL I, met de wijziging van artikel 16 van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren (BORA), de formele basis gelegd. Om de SSR en andere betrokkenen de gelegenheid te geven de nodige praktische voorbereidingen te treffen zal het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit bij koninklijk besluit worden bepaald (ARTIKEL II).

De redenen voor het opheffen van de leeftijdsgrens zijn te vinden in genoemde brief en zijn als volgt samen te vatten. Ten eerste vormt de leeftijdsgrens een ongewenste en onnodige hindernis. Dit is mede onwenselijk gelet op het aanzienlijke aantal nieuwe rechters dat blijkens genoemde brief de komende jaren moet worden aangetrokken en gelet op de grondigheid van de selectieprocedure voor de raio-opleiding. Met de invoering van deze wijziging kan worden geworven onder een nieuwe doelgroep, te weten de groep rechtsgeleerden ouder dan 30 jaar met minder dan zes jaar werkervaring (de zogenoemde derde instroom). Ten tweede is er een wetsvoorstel aanhangig bij de Tweede Kamer waarin het gebruik van leeftijdsgrenzen bij werving, selectie, scholing en bevordering in beginsel wordt verboden (kamerstukken II, 1999/2000, 26 880, nrs. 1–2). De leeftijdsgrens voor de toelating tot de raio-opleiding is met dat wetsvoorstel moeilijk verenigbaar.

Het opheffen van de leeftijdsgrens heeft als zodanig geen financiële consequenties.

Het hoofdbestuur van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak heeft ingestemd met het schrappen van de leeftijdsgrens.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1985, 555, laatstelijk gewijzigd bij besluit

van 13 september 2000, Stb. 370.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven