Besluit van 24 augustus 2000, houdende vaststelling
van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 25 april 2000 tot wijziging
van de Wet milieubeheer (meldingenstelsel)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 17 augustus 2000, nr. MJZ2000083620, Centrale Directie
Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op artikel IV van de wet van 25 april 2000 tot wijziging
van de Wet milieubeheer (meldingenstelsel);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
De wet van 25 april 2000 tot wijziging van de Wet milieubeheer (meldingenstelsel)
(Stb. 2000, 188) treedt in werking met ingang van 1 oktober 2000.
Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 24 augustus 2000
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. P. Pronk
Uitgegeven de zevende september 2000
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
Het onderhavige besluit strekt tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding
van de wet tot wijziging van de Wet milieubeheer (meldingenstelsel) (Stb.
2000, 188). De hiermee verband houdende wijziging van het Inrichtingen- en
vergunningenbesluit milieubeheer (gegevensverstrekking en openbare kennisgeving
met betrekking tot een melding als bedoeld in artikel 8.19, tweede lid, van
de Wet milieubeheer) (Stb. 2000, 331) treedt gelijktijdig met de wet in werking.
Het tijdstip van inwerkingtreding is bepaald op 1 oktober 2000. Zoals
ook in de memorie van toelichting (kamerstukken II 1998/99, 26 552, nr.
3, bladzijde 26) is aangegeven, is een snelle inwerkingtreding van de wet
mogelijk gelet op de hierin opgenomen waarborgen. De lastenverlichting die
voortvloeit uit de wetswijziging onderstreept de behoefte aan een snelle inwerkingtreding.
De datum van 1 oktober hangt samen met de benodigde voorbereidingstijd bij
de overheden en het tijdstip van het gereedkomen van het van de zijde van
het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
voor deze wet ontwikkelde voorlichtingsmateriaal.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. P. Pronk