Wet van 13 september 2000 tot samenvoeging van de gemeenten Venlo, Tegelen en Belfeld

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeenten Venlo, Tegelen en Belfeld samen te voegen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Paragraaf 1. Opheffing en instelling van gemeenten

Artikel 1

Met ingang van de datum van herindeling worden de gemeenten Venlo, Tegelen en Belfeld opgeheven.

Artikel 2

Met ingang van de datum van herindeling wordt de nieuwe gemeente Venlo ingesteld.

Artikel 3

De nieuwe gemeente Venlo bestaat uit het grondgebied van de op te heffen gemeenten Venlo, Tegelen en Belfeld met dien verstande dat de grenzen van de nieuwe gemeente komen te lopen als aangegeven op de bij deze wet behorende kaart.

Paragraaf 2. Grenswijzigingen van gemeenten die niet worden opgeheven.

Artikel 4

De grenzen van de gemeenten Arcen en Velden, Maasbree en Grubbenvorst worden gewijzigd als aangegeven op de bij deze wet behorende kaart.

Paragraaf 3. Overige bepalingen

Artikel 5

Voor de nieuwe gemeente Venlo wordt de op te heffen gemeente Venlo aangewezen voor de toepassing van artikel 36 van de Wet algemene regels herindeling, in verband met de toepassing van de instructies en reglementen, bedoeld in dat artikel.

Artikel 6

Voor de op te heffen gemeenten Venlo, Tegelen en Belfeld wordt de nieuwe gemeente Venlo aangewezen voor de toepassing van de volgende bepalingen van de Wet algemene regels herindeling:

a. artikel 39, tweede lid, in verband met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen;

b. artikel 41, derde lid, in verband met de deelneming aan gemeenschappelijke regelingen;

c. de artikelen 44, eerste lid, en 45, tweede lid, in verband met de overgang van rechten en verplichtingen;

d. artikel 48, tweede lid, in verband met de uitkeringen bedoeld in dat artikel;

e. artikel 59, eerste lid, in verband met de overgang van ambtenaren.

Artikel 7

  • 1. Voor de nieuwe gemeente Venlo die bij deze wet wordt ingesteld, wordt een tussentijdse raadsverkiezing gehouden als bedoeld in artikel 52, tweede lid, onderdeel a, van de Wet algemene regels herindeling.

  • 2. Met de voorbereiding van de tussentijdse raadsverkiezing voor de nieuwe gemeente Venlo wordt de op te heffen gemeente Venlo belast.

  • 3. Indien de datum van herindeling valt binnen twee jaar voor de datum waarop reguliere verkiezingen voor de leden van de gemeenteraden ingevolge de Kieswet moeten worden gehouden, dan vinden deze verkiezingen niet plaats in de gemeente Venlo die bij deze wet is ingesteld.

  • 4. De zittingsperiode van de raadsleden van de nieuwe gemeente eindigt in de in het derde lid bedoelde situatie gelijk met de zittingsperiode van de raadsleden van de overige gemeenten die volgt op de eerste verkiezingen voor de gemeenteraden na de datum van herindeling.

Artikel 8

Artikel 2 van de Wet op de rechterlijke indeling1 wordt met ingang van de datum van herindeling als volgt gewijzigd:

In het gestelde onder «Kantongerecht Venlo» vervalt: Belfeld, Tegelen,.

Artikel 9

De bijlage, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Politiewet 19932 wordt met ingang van de datum van herindeling als volgt gewijzigd:

In het gestelde onder «Limburg-Noord» vervalt: Belfeld en Tegelen.

Artikel 10

Gedeputeerde staten van Limburg kunnen bij de vaststelling van de grensbeschrijving, bedoeld in de artikel 10, tweede lid, van de Wet algemene regels herindeling, kennelijke onjuistheden verbeteren in de grenzen zoals die zijn aangegeven op de bij deze wet behorende kaart. Zij zenden de gecorrigeerde kaart zo spoedig mogelijk naar Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 11

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 13 september 2000

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Uitgegeven de veertiende september 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

stb-2000-348-1.gif


XNoot
1

Stb. 1994, 404, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 september 2000, Stb. 347.

XNoot
2

Stb. 1994, 145, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 september 2000, Stb. 347.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1999/2000, 26 970.

Handelingen II 1999/2000, blz. 5549–5550.

Kamerstukken I 1999/2000, 26 970 (260, 259a, 259b, 259c).

Handelingen I 1999/2000, zie vergadering d.d. 12 september 2000.

Naar boven