Wet van 5 juli 2000 tot wijziging van de artikelen 19 en 77 van de Ziekenfondswet, artikel 62 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en artikel 51 van de Wet financiering volksverzekeringen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de door de Wet van 27 maart 1999 tot wijziging van de Ziekenfondswet, de Wet tarieven gezondheidszorg en de Wet ziekenhuisvoorzieningen in verband met wijzigingen in de taak, samenstelling en de werkwijze van de in die wetten geregelde bestuursorganen, alsmede wijziging van andere wetten in verband daarmee (uitvoeringsorganen volksgezondheid) (Stb. 1999, 185) niet beoogde wijzigingen in de aanduiding van het orgaan waarbij het personeel van het College voor zorgverzekeringen beroep kan instellen en van het orgaan waarbij door een belanghebbende beroep kan worden ingesteld tegen een besluit van het College in het kader van de kring der verzekerden Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, ongedaan te maken alsmede een door die wet onduidelijke tekst van artikel 51 van de Wet financiering volksverzekeringen te corrigeren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Ziekenfondswet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 19, zesde lid, wordt «de tweede en derde volzin» vervangen door: de tweede volzin.

B

Artikel 77 komt te luiden:

Artikel 77

Een belanghebbende kan tegen ingevolge deze wet genomen besluiten van Onze Minister, van het bestuur van het College, van de commissie, bedoeld in artikel 1u, en van rechtspersonen als bedoeld in artikel 1p, tweede lid, beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De eerste volzin geldt niet ten aanzien van een besluit, genomen jegens een persoon die behoort tot het personeel van het College.

ARTIKEL II

De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 5, derde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: In die algemene maatregel van bestuur kan aan het bestuur van het College worden opgedragen op een aanvraag van een belanghebbende die bij de algemene maatregel van bestuur van de verzekering ingevolge deze wet is uitgezonderd, een verklaring af te geven dat hij niet verzekerd is.

B

Artikel 62 komt te luiden:

Artikel 62

Een belanghebbende kan tegen ingevolge deze wet genomen besluiten van Onze Minister, van het bestuur van het College en van de commissie, bedoeld in artikel 1u van de Ziekenfondswet, beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De eerste volzin geldt niet ten aanzien van een besluit van het bestuur van het College krachtens artikel 5, derde lid, tweede volzin.

ARTIKEL III

Artikel 51 van de Wet financiering volksverzekeringen3 komt te luiden:

Artikel 51

Een belanghebbende kan beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen besluiten van het bestuur van het College, genomen krachtens artikel 40, eerste, tweede of vierde lid, alsmede tegen besluiten van de commissie, bedoeld in artikel 1u, van de Ziekenfondswet, genomen krachtens artikel 40, eerste, tweede of derde lid.

ARTIKEL IV

Een beroep tegen een besluit als bedoeld in artikel 77, tweede volzin, van de Ziekenfondswet respectievelijk artikel 62, tweede volzin, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, zoals die artikelen luiden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet, dat voor die datum bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is ingesteld op grond van artikel 77 van de Ziekenfondswet respectievelijk artikel 62 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, zoals die artikelen tot dat tijdstip luidden, en waarop nog niet onherroepelijk is beslist, wordt ter behandeling overgedragen aan de bevoegde rechtbank.

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 5 juli 2000

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de vierentwintigste augustus 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1992, 391, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 juni 2000, Stb. 286.

XNoot
2

Stb. 1992, 392, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 januari 2000, Stb. 42.

XNoot
3

Stb. 1989, 129, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 mei 2000, Stb. 216.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1999–2000, 27 086.

Handelingen II 1999–2000, blz. 5461.

Kamerstukken I 1999–2000, 27 086 (266).

Handelingen I 1999–2000, blz. 1595.

Naar boven