Besluit van 22 juli 2000, houdende aanpassing van de beloning van de waarnemende Gouverneur als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van het Positiebesluit Gouverneur van de Nederlandse Antillen en van het Positiebesluit Gouverneur van Aruba

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 13 juli 2000, nr. CW00/78205;

Gelet op artikel 14, eerste lid, van het Positiebesluit van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en artikel 14, eerste lid, van het Positiebesluit Gouverneur van Aruba;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De beloning die de waarnemende Gouverneur van de Nederlandse Antillen, onderscheidenlijk de waarnemende Gouverneur van Aruba geniet gedurende de waarnemingsperiode wordt verhoogd tot een bedrag naar reden van f 5250 Nederlands-Antilliaans, respectievelijk f 5250 Arubaans courant per maand.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2000.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst.

Tavarnelle, 22 juli 2000

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. M. de Vries

Uitgegeven de vierentwintigste augustus 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Het bedrag van de beloning die de waarnemende Gouverneurs van de Nederlandse Antillen en van Aruba ingevolge artikel 11, eerste lid, van de Positiebesluiten van beide Gouverneurs gedurende de waarnemingsperiode genieten, werd sinds 1984, respectievelijk sinds 1985, niet aangepast aan de prijsontwikkeling. Gelet op de geldontwaarding die zich sindsdien in de Nederlandse Antillen en in Aruba heeft voorgedaan, is het billijk om het bedrag van deze beloning te indexeren. Ingevolge artikel 14, eerste lid, van de Positiebesluiten van de Gouverneurs kan wijziging van het bedrag van de beloning plaatsvinden bij koninklijk besluit. Het onderhavige besluit strekt daartoe.

De mogelijke verhoging van de uitgaven als gevolg van dit besluit worden ten laste van hoofdstuk II van de rijksbegroting gebracht.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Naar boven