Besluit van 8 juli 2000, houdende wijziging van het
Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel in verband met het tijdstip
van uitbetaling van de tegemoetkoming ziektekosten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 11 mei 2000, nr. AD2000/U69571, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid;
directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Pensioenen, Sociale Zekerheid
en Zorg;
Gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 5 juni 2000, nr. W04.00.0203/1);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 4 juli 2000, nr. AD2000/U73902, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid;
directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Pensioenen, Sociale Zekerheid
en Zorg;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel1
wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4, tweede lid, aanhef, komt te luiden:
B
Artikel 6, eerste lid, komt te luiden:
C
Artikel 7 komt te luiden:
De uitbetaling van de tegemoetkomingen geschiedt door het orgaan dat belast
is met de uitbetaling van de bezoldiging aan de ambtenaar over de desbetreffende
maand en wel voor rekening van het hoofdstuk van de rijksbegroting ten laste
waarvan evenbedoelde bezoldiging komt.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 2000 met uitzondering
van artikel I, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van 1 januari
2001.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 8 juli 2000
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K. G. de Vries
Uitgegeven de derde augustus 2000
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
In het Sectoroverleg Rijkspersoneel is op 1 december 1999 besloten om
de tegemoetkomingen in ziektekosten met ingang van 1 oktober 2000 maandelijks
uit te betalen in plaats van (half-)jaarlijks. Het besluit voorziet erin om
de noodzakelijke aanpassingen tengevolge de wijziging van de uitbetalingsfrequentie
en het vervallen van de overhevelingstoeslag in het Besluit tegemoetkoming
ziektekosten rijkspersoneel aan te brengen. De wijzigingen die met dit besluit
worden aangebracht, zijn technisch van aard.
De tegemoetkomingen worden uitbetaald in de derde maand volgende op die
waarop de tegemoetkomingen betrekking hebben. Derhalve zullen in januari 2001
de tegemoetkomingen over de maand oktober 2000 worden uitbetaald. De uitbetaling
die betrekking heeft op de voorafgaande kwartalen tot en met september 2000,
waarop recht ontstaat voor de wijziging die met dit besluit wordt aangebracht,
vindt plaats in de maand december 2000.
Artikel 4, tweede lid, aanhef, wordt gewijzigd omdat per 1 januari 2001
de verplichting om overhevelingstoeslag te betalen eindigt (Stb. 1999, 599).
Tengevolge van een eerdere wijziging van artikel 4, tweede lid, van het
Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel bij Besluit van 13 november
1999 (Stb. 491) dient artikel 9 van hetzelfde besluit geen doel meer en kan
daarom vervallen.
De in artikel 11 aangehaalde Interimregeling ziektekosten ambtenaren 1982
is bij Besluit van 17 december 1996 (Stb. 640 ) ingetrokken. Artikel 11 kan
daarom vervallen.
Met de Sectorcommissie overleg rijkspersoneel is over het besluit overeenstemming
bereikt.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K. G. de Vries
XNoot
1Stb. 1994, 68, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 november 1999,
Stb. 491.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid onder b, van de Wet op de Raad
van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.