Besluit van 23 mei 2000, houdende aanwijzing van financiële diensten in het kader van de Wet melding ongebruikelijke transacties

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, mede namens Onze Minister van Justitie van 3 september 1999, BGW 99/1862-M,

Gelet op artikel 1, onderdeel a, onder 9°, van de Wet melding ongebruikelijke transacties;

De Raad van State gehoord (advies van 19 november 1999, No. W06.990484/IV.);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën, mede namens Onze Minister van Justitie van , BGW 2000/453-M;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Als financiële dienst als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet melding ongebruikelijke transacties wordt aangewezen verkoop of verzilvering van cheques, travellercheques of soortgelijke betaalmiddelen door:

a. kredietinstellingen die ingevolge artikel 52, tweede lid, onder a of b, van de Wet toezicht kredietwezen 1992 zijn ingeschreven;

b. kredietinstellingen die ingevolge artikel 52, tweede lid, onder c of d, van de Wet toezicht kredietwezen 1992 zijn ingeschreven, voorzover de werkzaamheden ingevolge artikel 31, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 32, tweede lid, van die wet in Nederland mogen worden uitgeoefend;

c. financiële instellingen die ingevolge artikel 52, tweede lid, onder e, f of g, van de Wet toezicht kredietwezen 1992 zijn ingeschreven, voorzover de werkzaamheden ingevolge artikel 45, artikel 50, onderscheidenlijk artikel 51, van die wet mogen worden uitgeoefend;

d. wisselkantoren die ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Wet inzake de wisselkantoren zijn geregistreerd.

Artikel 2

Op de financiële dienst verkoop of verzilvering van cheques, travellercheques of soortgelijke betaalmiddelen als bedoeld in artikel 1 van dit besluit is artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 april 1998, houdende aanwijzing financiële diensten als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet melding ongebruikelijke transacties (Stb. 391) niet van toepassing.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 23 mei 2000

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de twintigste juni 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

De Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT) biedt in artikel 1, onderdeel a, onder 9°, de mogelijkheid tot het aanwijzen van financiële diensten in de zin van deze wet bij algemene maatregel van bestuur. In het onderhavige besluit is van deze bevoegdheid gebruik gemaakt.

Bankcheques en travellercheques en soortgelijke betaalmiddelen worden gebruikt in plaats van contant geld. Derhalve moeten ongebruikelijke transacties met behulp van deze betaalmiddelen worden gemeld.

In artikel 1 van dit besluit wordt aangewezen als financiële dienst in de zin van de Wet MOT de verkoop en/of verzilvering van cheques, travellercheques of soortgelijke betaalmiddelen door financiële instellingen. Het gaat hierbij om instellingen die financiële diensten verrichten en in het kader hiervan gegarandeerde cheques etc. verkopen of verzilveren. Per 3 juli 1998 zijn geldtransfers onder de Wet melding ongebruikelijke transacties gebracht (Stb. 1998, 391). De definitie van geldtransfer kan in principe van toepassing zijn op reguliere transacties met financiële instellingen die met behulp van cheques worden verricht.

Bij ministeriële regeling (laatstelijk gewijzigd per 29 september 1995) zijn vastgesteld de indicatoren aan de hand waarvan moet worden beoordeeld of een transactie moet worden aangemerkt als ongebruikelijke transactie in de zin van de wet MOT. Hierbij is een indicator opgenomen, waardoor contante transacties boven f 25 000,– betreffende de aankoop of verzilvering door cliënt van cheques, travellercheques of soortgelijke betaalmiddelen onder de meldplicht vallen.

In het Besluit van 22 april 1998 worden geldtransfers aangewezen als financiële diensten. De bij het onderhavige besluit bedoelde verkoop of verzilvering van cheques, travellercheques en soortgelijke betaalmiddelen kunnen naast andere handelingen ook geldtransfers inhouden. Om overlap tussen beide besluiten te voorkomen is in artikel 2 van het onderhavige besluit de toepasselijkheid van artikel 1 van het Besluit van 22 april 1998 uitgesloten. De indicatoren voor geldtransfers zijn op 1 augustus in werking getreden. Deze gaan uit van een lager grensbedrag (f 5 000,–). Ook om deze reden is een specifieke definitie van belang.

Alleen de verkoop en verzilvering van cheques e.d. door instellingen die onder toezicht staan, zoals banken en wisselkantoren, vallen onder de dienst. Op andere instellingen die cheques verkopen en/of verzilveren en die niet onder één van de in artikel 1 genoemde toezichtswetten vallen, is de definitie van geldtransfer van toepassing.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Financiën.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 11 juli 2000, nr. 131.

Naar boven