Besluit van 24 mei 2000, houdende overgang van de kernfysische dienst van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, d.d. 19 mei 2000, nr. 00M378752;

Gelet op artikel 44, eerste lid, van de Grondwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het toezicht op de naleving van vergunningen op grond van artikel 15 van de Kernenergiewet en op de naleving van de regels op grond van artikel 21 van die wet alsmede taken die met die vergunningverlening verwant zijn gaan over van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

  • 2. De Kernfysische Dienst van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt overgeplaatst naar het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juni 2000.

Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken en onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zijn belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 24 mei 2000

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

Uitgegeven de twintigste juni 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Ten behoeve van de bevordering van de effectiviteit en eenheid van beleid en uitvoering op het gebied van de kernenergie ligt bundeling van taken en deskundigheden bij één departement voor de hand.

Met ingang van 1 juli 1999 is de primaire verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Kernenergiewet, voor zover het de vergunningverlening van nucleaire installaties betrof al overgegaan van Onze Minister van Economische Zaken (EZ) naar Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM).

Gelet op het zwaarwegende belang van externe veiligheid en milieu op het gehele terrein van de kernenergie is er nu ook voor gekozen de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het overheidstoezicht op kernenergie bij het ministerie onder te brengen dat ook met de zorg van het milieu is belast.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) blijft verantwoordelijk voor de normstelling voor de arbeidsveiligheid (de stralingsbescherming van werknemers). De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het toezicht op de naleving van die normen zal voor zover het de nucleaire installaties betreft wel overgaan van SZW naar VROM.

De expertise ten aanzien van nucleaire installaties berust bij de Kernfysische Dienst. Het gevolg van genoemde overdracht van beleidsverantwoordelijkheid is dat deze dienst overgaat van het ministerie van SZW naar het ministerie van VROM.

Uitgangspunt bij de overgang van de Kernfysische Dienst is een gehele en integrale overgang van de huidige medewerkers en werkzaamheden van deze Dienst naar het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, bij de Inspectie Milieuhygiëne.

De uitwerking van dit besluit is vormgegeven in een overdrachtsdossier waarover de ministeries van VROM en SZW overeenstemming hebben bereikt met in achtneming van de opvattingen van de betrokken medezeggenschapsorganen.

In dit dossier is onder meer aandacht besteed aan de personele en organisatorische aspecten zoals formatiebeschrijvingen, over te dragen middelen, archieven en gegevensbestanden, huisvesting en automatisering.

Na een gewenningsperiode van een jaar zal een evaluatie plaatsvinden op basis waarvan tot een definitieve vorm van inbedding van de Kernfysische Dienst in het ministerie van VROM wordt besloten.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

Naar boven